Reisverhalen

Rakelings langs het rif

10:53

Het is maandagmorgen 18 januari  en 7.00 uur wanneer we onze eerste ankercheck  uitvoeren. Keurig zwaaiend over de kruisjes op de plotter oogt alles oké en tevreden nippen we van onze ‘wakkerwordkoffie’. De wind trekt naar 22 knopen. Niets bijzonders, hebben we zo vaak gehad en niemand in de overvolle baai maakt zich druk.
Het is maandagmorgen 18 januari  en 7.00 uur wanneer we onze eerste ankercheck  uitvoeren. Keurig zwaaiend over de kruisjes op de plotter oogt alles oké en tevreden nippen we van onze ‘wakkerwordkoffie’. De wind trekt naar 22 knopen. Niets bijzonders, hebben we zo vaak gehad en niemand in de overvolle baai maakt zich druk.

Krabben

Plotseling, we zien het tegelijk: onze positie ten opzichte van de andere boten klopt niet. “Vlug, we krabben, snel, motor aan, we gaan anker op, in vredesnaam laat de wind de neus niet pakken, kijk uit voor het rif en de catamaran aan stuurboord!”. Het roer, de gashendel en boegschroef zijn nu van mij, het anker en de ketting van Jan. Gespannen stuur ik richting anker, de boegschroef kan ik wel vergeten, heb je niets aan boven de 20 knopen. Een flinke dot gas moet ons redden en net, net op tijd geeft de schipper het sein anker op en kan ik de Anna Sophia wegdraaien van het rif, rakelings langs onze Amerikaanse buurman.

Opnieuw

“We proberen voor ons”, is het commando. Daar ga ik weer: gas,  roer volledig naar bakboord, klap naar achteren; we liggen stil. De ketting ratelt. Het moment dat je als roerganger niets kunt doen. De boel moet immers eerst verwaaien en nu dan in een kleine ruimte met harde zijwind, zwaaiende boten en gepositioneerde kettingen. Eigenlijk vinden we de ruimte te krap, maar het gaat en we liggen.

We zien de opvarenden van de Sotirius in hun dinghy stappen: “Gaan jullie mee, vanaf de berg naar de start van Caribbean 600 (nm) kijken”, vragen ze. “Nee, wij blijven hier, we vertrouwen het niet”, zeggen we, hun uitnodiging afslaand. “Kunnen jullie gelijk op ons bootje letten”, is de laconieke reactie “Tuurlijk, tuurlijk” en de bijboot stuift weg.

Weer ankerop

Onrustig schenk ik maar een nieuwe kop koffie in, kijk op de plotter, kijk achter me en nu is het mijn beurt: “We slepen”, roep ik. O hemel, we komen akelig dicht bij het bootje achter ons. Gas erop, maar natuurlijk duurt het even alvorens onze twintig ton in beweging komt. En dat is eindeloos…. Toch nog ruim op tijd zie ik ons naar voren bewegen. “Anker op”, klinkt het vanaf de punt. Pfff, dat was dan escape nummer twee. Koffie om wakker te worden heb ik nu definitief niet meer nodig.

En nog een keer

We zoeken verder naar voren. Naar stuurboord kunnen we niet, daar is het te ondiep. Zucht, op naar het volgende kleine gaatje dan maar. De ketting ratelt, een nieuwe Amerikaanse buurman zit gespannen naar het naderende blauwe monster te kijken. Sorry buurman, we kunnen niet anders, maar weten wat we doen……

Zoals altijd geef ik een tikje naar achteren, ademloos wachtend op het bekende geluid van ketting op lier. Nee, weer niet vast. Dit kennen we niet, wat is hier aan de hand? Een omgewoelde bodem misschien? Of gewoon pech? Kennelijk zijn we nu toch echt aan de beurt. Plotseling, “shii……” klinkt het van de punt. Voordat ik besef wat er gebeurt, komt een bloedende schipper naar de kuip rennen. “Ik ben gewond, er zit een vislijn in de ketting, de lier doet het niet, concentreer je, ik heb je nodig,  houd haar recht, ik moet het mes hebben”. Tijd voor spanning hebben we niet meer. Ook de wond en het bloed zijn voor later. Het lukt Jan de lijn door te snijden. Anker op en een forse tik op de gashendel laat ons de bootjes voor ons omzeilen.

Eerst rust

“We gaan naar de overkant, eerst rust creëren, weg hier”, zegt een prakkizerende schipper. En ik ben het met hem eens, steek nu, slalommend tussen vertrekkende wedstrijdschepen, de toegang tot de haven over. Vastbesloten net zolang te blijven varen totdat er een geschikte plek vrijkomt. Zo houden we in ieder geval grip op het geheel. Uit mijn ooghoeken zie ik een bebloede hand in een smerige poetsdoek gewikkeld. “Dat wordt straks flink ontsmetten”.

Drie keer is scheepsrecht

Nu heb ik vanmorgen een groot zeiljacht zijn dinghy aan boord zien hijsen. “Die gaat  weg, zou een prima en vooral ruime plek zijn”. En ja hoor, we zien hem aan de overkant ankerop gaan en ankeren even later nu heel relaxed op een diepte van tien meter. Veertig meter ketting verdwijnt in de plomp, we verwaaien, tikje terug en trekken de ketting door de  lier. Het langverwachte geluid…..

Van boord gaan we deze maandag maar niet meer,  wel liggen we nu loge voor de stoet vertrekkende  jachten. Het zal even duren voordat het vertrouwen terug is. Om beurten houden we oog op plotter en schepen. En ook  ‘s nachts  kan ik het niet laten regelmatig door het dekluik te klimmen voor een inspectie van onze ankerpositie.

Eind goed, al goed

En dan te bedenken, dat we gisterenavond nog de heuvel opklommen voor de locale swingende zondagavond barbecue.  We lieten de Anna Sophia zomaar achter; het klopt, zonder een beetje geluk vaart niemand wel.

Jan en Annelies van Ruitenbeek zeilen met hun Anna Sophia door de Carieb. Kijk ook op www.annasophia.nl

Tags: , Last modified: 15 juli 2021
Sluiten