Reisverhalen

Een zee van tijd

Wat doet een oceaanoversteek van 56 dagen met je?

15:37

effect van een oceaanoversteek

Een oceaanoversteek van 56 dagen, wat zou dat met je doen? Dwars door de doldrums en over de evenaar van de Noordelijke naar de Zuidelijke Atlantische Oceaan zeilen: een droomreis. Als matroos maakte ik afgelopen oktober op Tall Ship Tecla deze reis, van Tenerife naar de Falklandeilanden. Het leek me een fantastisch avontuur, maar ik zag er eigenlijk ook een klein beetje tegenop. De langste oversteek die ik ooit had gemaakt duurde twee weken. Bijna twee maanden non-stop niets dan oceaan om je heen, is dat misschien niet wat teveel van het goede?

Tecla

Onderweg stoppen of doorgaan?

Vlak voor vertrek vanaf Tenerife hoorden we dat het plan was om wel een stop te maken, in Brazilië. Het zou echter van de omstandigheden afhangen of het daadwerkelijk kon. We moesten er maar niet teveel op hopen. Na twee weken op zee waren we overal zo aan gewend, dat het vaak voelde alsof er een dag niet echt iets gebeurde. Het routineuze wachtlopen begon een beetje als een sleur te voelen, zes uur op, zes uur af, dag en nacht in en uit (“Nou. Ja. Het avondeten is weer klaar.”). Aan aankomen denken had nog lang geen zin, het voelde alsof we gewoon eindeloos met zijn zevenen zo door zouden leven.

De gemoedstoestand aan boord werd grotendeels gedicteerd door het weer. Een windstilte, met klapperende zeilen en in het ergste geval de motor die aan moest, maakte ons chagrijnig. Van acht knopen zeilen onder vol tuig, daarentegen, werden we een stuk vrolijker. Er gebeurden nauwelijks noemenswaardige dingen en toch waren we de hele tijd bezig, hadden we voor bepaalde dingen- dit boek lezen, dat ene latje schuren en lakken- tijd tekort. De tijd leek te vertragen, je had uren per dag om je gedachten rustig de vrije loop te laten; tijdens het sturen, het afwassen, schoonmaken of als je tijdens een nachtwacht diep weggedoken in je zeilpak op het achterdek zat en de zwarte nacht in staarde. Het zorgde voor een heerlijke rust in mijn hoofd die ik niet eerder had ervaren.

effect van een oceaanoversteek

Een stipje in de oceaan

Af en toe zat ik er even doorheen en had ik er veel voor over gehad om niet wéér na net te weinig slaap op te hoeven staan en wacht te moeten lopen. Maar helaas, je nog een keer omdraaien is gewoonweg geen optie en je verzetten heeft geen zin. Je kan ook wel vervolgens zes uur lang chagrijnig in de stromende regen gaan staan, maar van luidkeels meezingen met nog maar een keer dezelfde afspeellijst word je toch echt een stuk vrolijker. En de volgende wacht konden de zon of de sterren zomaar weer de hele tijd stralend aan de hemel staan en was je de buien alweer vergeten. Of er gebeurde voor de verandering iets ongewoons, zoals kunnen zwemmen, een school dolfijnen voor de boeg of mijn duim die geplet werd door het plotseling open glijdende roefluik.

Tijdens het zwemmen drong ineens sterk tot me door hoe klein wij waren op de oceaan. De ruim vier kilometer aan water tot de zeebodem was een intrigerend idee. Net als de honderden mijlen blauw tot het dichtstbijzijnde land. De slight sea state met een deining van een meter was als je er zelf in dobberde toch ook niet niks. Ook toen er op een avond voorzichtig gaatjes geprikt werden in mijn duimnagel om de kloppende pijn te verzachten, voelde land ineens oneindig ver weg. Het was geen medisch noodgeval, maar dat ook een ernstiger ongeluk in een klein hoekje kon zitten was weer extra duidelijk gemaakt.

Het effect van een oceaanoversteek: verlangen naar land

Een paar dagen voor de evenaar kregen we het nieuws binnen dat de verkiezingen veel onrust veroorzaakten in Brazilië. Daarnaast waren het flink wat extra mijlen. Bij weinig wind was het niet waard om het hele stuk te motoren. Plotseling was het dus toch weer een reële mogelijkheid dat we non-stop door zouden varen naar de Falklandeilanden. Dat zou in plaats van een hink-stap-sprong naar de evenaar en daarna Brazilië dus een extra sprong van ruim tweeduizend mijl- of zo’n twee weken- meer betekenen.

Hoewel dat een paar weken geleden nog het oorspronkelijke plan was, had ik me daar nu totaal niet meer op ingesteld. Ik wilde toch wel heel graag weer even aan land zijn. Om een paar volledige nachten te slapen, contact te hebben met thuis en vooral even niet te zeilen en continu heen en weer geslingerd te worden. Het bleef echter nog twee weken spannend of we zouden stoppen.

Pas toen we gijpten en stuurboord uit gingen voor de laatste achthonderd mijl naar de kust was het eindelijk zeker: we gaan naar Brazilië! De kapotte Iridiumgo, onze enige toegang tot een klein beetje internet en dus weerberichten, gaf de doorslag. De estimated time of arrival schommelde na bijna een maand op zee ineens rond de vier dagen. “Over vier dagen al aankomen?! Maar dat is praktisch morgen!”

aankomst in Brazilie

De laatste loodjes

Na een weekje bijkomen op Brazilië (in de vorm van lange dagen klussen, verven, roest bikken, inkopen doen en wassen draaien) zaten we met de hele crew bij een schattig strandtentje in de baai van Ilhe Grande te eten. Het was al donker en het terras werd sfeervol verlicht door lampjes. Een driekoppig band- waarvan één lid alleen de triangel bespeelde- verzorgde tropische achtergrondmuziek. We hadden net onze hamburgers op en genoten van een overheerlijk toetje. Ik wilde nog niet denken aan overmorgen weer vertrekken en al helemaal niet aan zwaar weer en mogelijk meer slaaptekort, waar de kapitein ons voor waarschuwde.

Gelukkig viel het mee. Gebieden met veel wind werden continu afgewisseld met windstiltes en strakblauwe luchten. We maakten daar gretig gebruik van en oefenden veel met het sextant. In de eerste dagen deden we voor ons gevoel meer zeilhandelingen dan in de hele maand ervoor. We waren voortdurend bezig met reven zetten en er weer uithalen en het wisselen van kluivers. We zaten meteen weer in het ritme en de dagen kabbelden voorbij. Wel raakten we wat vermoeider (“Wáár heb je je hoofd tegen gestoten?” “Het dek,” antwoordde ze kortaf) en een beetje uitgepraat. Het was steeds vaker stil tijdens de wacht.

Na twee weken varen bereikten we dan, voor mijn gevoel toch nog plotseling, de Falklandeilanden. Met een prachtige zonsondergang op de achtergrond voeren we met Tecla langs zeeleeuwen, walvissen en een pinguïn de baai van Stanley binnen. Voor we huizen zagen roken we al hun haardvuren. Alle zware momenten waren alweer bijna vergeten en werden verdreven door pure euforie. Misschien is dat het effect van een oceaanoversteek: hoe langer de tijd op zee, hoe zoeter de aankomst. Zou zeezeilen net zo leuk zijn als je nooit op plekken aankwam?

effect van een oceaanoversteek
Tags: , Last modified: 1 februari 2023
Sluiten