‘Life can be so sweet on the sunny side of the street’ galmen we mee met Louis Armstrong. We hebben het prachtige eiland Beqa achter ons gelaten en denderen met een dikke wind op de kont langs de zuidkust van het grote eiland Viti Levu. Van weelderig groen regenwoud verandert het landschap snel. Droge en bruine heuvels zo ver het oog reikt. Rookpluimen stijgen op van de velden waar de restanten van de suikerrietplanten na de oogst verbrand worden. De zon schijnt uitbundig en de zee is vandaag van het allersprankelendste blauw. Heerlijk. Na de felle regenbuien van de afgelopen weken is deze droge kant van het eiland een verrassing. Maar wel een leuke.
De nacht valt tropisch snel als we nog zo’n 20 mijl te gaan hebben. Er ligt een passage door het rif tussen ons en de ankerplek. Normaal zouden we hier niet aan beginnen in het donker, maar dit is de doorgang die containerschepen gebruiken en de betonning is hier voor de verandering wél verlicht. Het wordt nog even spannend als er daadwerkelijk zo’n grote jongen aan komt stormen, maar alles gaat goed en om half negen liggen we tevreden voor anker. ‘Life can be so sweet’ neurie ik als ik het toplicht aan doe.
Vakantieparadijs
De volgende ochtend gaan we vroeg ankerop naar het eiland Malolo Lalai. We zitten nu aan de toeristische kant van Fiji
:max_bytes(70000)/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fzeilenwp%2F2017%2F11%2FPA120004-300x200.jpg)
en de kleurige parachutes en kitezeilen aan de horizon zijn het levende bewijs. Er liggen aan deze kant van Fiji twee eilandengroepen: de Mananuca’s en de Yasawa groep. Op veel van deze eilanden staan resorts. Sommige van die vakantieparadijzen vinden de jachten wel leuk en leggen gastvrij meerboeien neer. Anderen hangen daarentegen een bordje op: ‘jachten wegwezen’. Wij zetten koers naar een iconische plek voor jachten: het resort Musket Cove. Al heel lang is dit een plek die je kennelijk gezien moet hebben. Best lastig om er te komen tussen allerlei riffen door. Als we dat achter de rug hebben, draaien we nieuwsgierig de baai in. Mijn mond valt open. Ik tel 53 masten op de ankerplaats! Het ligt bomvol. We tuffen wat rond en zwaaien links en rechts naar bekenden die we zien liggen. Met brede grijnzen wordt naar de strandbar gewezen en zes vingers opgestoken. Prompt komt er vlak bij de strandbar een meerboei vrij en liggen we op A1 locatie.
“We blijven hier een paar dagen” zeggen we een paar uur later bij de borrel. De reactie is meestal: “ja, dat zeiden wij ook”. Er is verrassend veel te doen op deze prachtige plek. Lekker snorkelen bij het rif en Fijiaanse clownvisjes bekijken. Of een soort zeepaardjes. We plukken ‘zeedruiven’: een zilt plantje dat een beetje naar kaviaar smaakt. En we maken eindeloze wandelingen over het strand. De strandbar blijkt een soort open lucht keuken te zijn. Iedereen neemt z’n eigen eten mee en maakt het op de bakplaten klaar. Die worden warm als je er een munt van dertig cent in gooit. Om zes uur begint het geborrel en gekokkerel en tegen tien uur is het doodstil. Iedereen duikt er vroeg in na weer een inspannende dag. We genieten met volle teugen in de stralende zon. Een mild briesje houdt alles op de goede temperatuur. “Het lijkt wel vakantie” zeggen we wel tien keer per dag tegen elkaar.
Bootkuil
:max_bytes(70000)/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fzeilenwp%2F2017%2F11%2FPA110006-200x300.jpg)
Mijn beeld van de laatste plek voor vertrek was er altijd een van gespannen wachten en wekenlang saai vastzitten omdat er geen weergat aan komt. Het tegendeel is waar. Het weer werkt niet mee, maar de omgeving wel. We zijn zo druk als een klein baasje. Er is zo veel leuks te doen en omdat het hier zo toeristisch is, kun je het makkelijk bereiken en beleven. We regelen vervoer en gaan naar modderbaden, botanische tuinen en doen een Fijische kookworkshop. Gewapend met nieuwe kennis struinen we de markt van Lautoka af en scoren nieuwe groente waarvan we nu wél weten hoe je het klaarmaakt. Een gezamenlijk etentje met alle zeilers om Wietze’s verjaardag te vieren en een landelijke feestdag. Ineens zijn we tien dagen verder. De ondertoon in alle gesprekken is het weer, weergaten, strategie en de te verwachten kou onderweg. Ik kijk met een schuin oog elke dag naar de weerkaartjes en verdomd, er lijkt een weergat aan te komen. Gelukkig pas over een week.
Vuda Point, Fiji, november 2017
Bekijk hier de vorige column