Voor zeilers, door zeilers

Column Anna: Losrukken

Met een strakke kop loop ik met nijdige stappen van de buurtsuper naar de jachthaven. Wat doen we o…

We rukken ook de elektriciteitskabel los. Daar ben ik erg blij om: het was een sta-in-de-weg in de kuip. Amerika is één van de weinige landen die 110 volt stroom biedt. Wij hebben onze boot op 12 volt ingericht, met een omvormer die van 230 volt walstroom netjes 12 volt kan maken om de accu’s te vullen. In de VS stonden we voor de keuze: er een omvormer bij hangen die van 110 volt naar 230 volt de boel om kon zetten? Die bleken best kostbaar te zijn. Dus een snel rekensommetje leerde dat we met een huis-tuin-en-keuken verlengsnoer, een kacheltje, auto-acculader en waterkoker veel goedkoper uit waren. En het werkte prima. Als dat allemaal losgekoppeld is, gaat het naar een buurman. Die is er alvast blij mee. De Amerikaanse gasfles, die we kochten omdat onze Europese flessen hier niet gevuld kunnen worden gaat wel mee. Daar maken we onderweg vast wel iemand anders blij mee.

Maar het moeilijkst is het losrukken van de mensen waar we de afgelopen maanden vrienden mee geworden zijn. Allemaal Amerikanen, meestal ouder dan wij. Deze winterstop is voor ons bijzonder, omdat we niet tussen wereldzeilers zitten. Een totaal andere ervaring, van beide kanten. Vol verbazing zagen de buurboten ons gestuiter aan. Onze pogingen om dingen gerepareerd te krijgen. Onze rugzakreizen. Onze directheid in gesprekken, waar ze inmiddels aan gewend zijn. Onze fietsexpedities. We brachten wat reuring en kregen daar gastvrijheid en vriendschap voor terug. En een bijnaam: we worden hier ‘the Dutch kids’ genoemd. Het naderende afscheid valt iedereen zwaar. Dapper kijken ze mee naar de weerkaartjes en elke dag uitstel wordt enthousiast gemeld. Maar dat we gaan is zeker. De dag waarop nog niet helemaal.

In de koude lentenacht staan Wietze en ik op de steiger. De tas met cadeautjes wappert in de wind. Wietze kijkt naar boven. “Kijk, een wassende maan”. Ik had het ook al gezien. Het zou ideaal zijn om te vertrekken met de grote schijnwerper van Moeder Natuur om ons pad te verlichten. Eenmaal aan boord, zetten we de computer nog een keertje aan. “Ja!” wijst Wietze. “Kijk, dat front buigt nu zeker naar het noorden. Daar zit ons weergat. Maandag gaan we”. Ik kijk snel op het korte kluslijstje. Goed te doen in twee dagen. Ik voel een tintel in mijn buik. Tahiti!

Emeryville, San Francisco Bay, VS, 10 mei 2017