Reisverhalen

Blog Black Moon – Engeland

08:00

Op 19 juli 2020 was het dan zover: de uitwuif! Wegens de social distance zwaait een bescheiden clubje vrienden en familie ons vanaf de openbare kade in Bruinisse uit. We varen de Oosterschelde af tot aan de Roompotsluis, waar we vroeg in de ochtend door heen schutten: de Noordzee op en direct oversteken naar Engeland…

Schutten met een deadline

Samen met drie andere boten ligt Black Moon in de enorme sluis aan twee bolders. Voordat de sluisdeur dicht is willen we nog de hydrovane (een type windvaanstuurinrichting achterop de boot) gereed maken en daarvoor moet er nog twee onderdelen geïnstalleerd worden. Eerst een slok koffie. Heet! Niels reikt het roerblad via het achterluik naar buiten en ik zet deze op mijn tenen om de lak van het achterdek te beschermen. Nu dan het roerblad met een zelfbedachte lijn rondom de reling borgen en in het water laten glijden. Niels staat op het zwemtrapje en houdt zich met één hand aan de boot vast om met de ander het blad te sturen. Ik houd de borglijn vast om het ongeleid projectiel te helpen positioneren. We wiebelen, sjorren, kreunen… en dan ineens schuift ie onder op de cilinder. De sluisdeur schuift inmiddels ook dicht. Het roerblad nog snel borgen met de bijbehorende borgpen. De rode windvaan erop en klaar. Terug naar de bolders voordat de lijnen strak komen te staan. Slok koffie. Lauw. Hap boterham. Droog. De deur naar de Noordzee zijde gaat alweer open. “Nu al?!”, panikeer ik, kijkend naar de enkele hap uit mijn dubbele boterham met pindakaas. Natuurlijk, het is hoogwater, dus het verval is minimaal. Tegen heug en meug snel de boterham naar binnen werken, anders word ik misschien misselijk op zee. Motor starten om de sluis uit te varen. Zeilen hijsen voordat we op open water zitten.

Stuurautomaat

En dan ineens zijn we buiten! Dit stukje Noordzee is bijna altijd een heksenketel. We hebben voltuig staan (eigenlijk te veel zeil) met de motor stand-by. Vanwege de flinke stroming motorzeilen we langs de kust van Domburg richting Zeebrugge. We moeten opletten dat we niet te ver naar de kust gestuwd worden. De hydrovane wordt op de gekozen koers ingesteld. Maar helaas, met deze stroming bakt ie er niks van. We wilden juist de hydrovane werkende krijgen, omdat de hendel van de elektronische stuurautomaat een paar dagen geleden afbrak. “Maar verder zijn we er helemaal klaar voor hoor”, grapte Niels nog naar z’n vader die het afgebroken hendeltje als vraagteken omhooghield. Uiteindelijk wist Niels met behulp van twee tangen de stuurautomaat alsnog in standje automatisch sturen te zetten. De zon komt op. Snel een foto en terug naar de prioriteiten. Black Moon lijkt wel een hobbelpaard. “Dit heeft niets, maar dan ook niets met zeilen te maken”, hoor ik vanachter het stuurwiel. We zitten de kermisrit uit en ter hoogte van Blankenberge komen we in rustiger vaarwater. Motor uit, zeilen trimmen. Dit is het betere werk.

Het Kanaal oversteken

We varen de Belgische kust af om vervolgens het kanaal over te steken. Koers op Dover. Nog voor het donker naderen we de Shipping Lane, oftewel een van de drukste scheepsvaartroutes ter wereld! Op ons navigatiescherm kunnen we de gigantische vrachtschepen en ferry’s vroegtijdig zien, inclusief de richting en met welke snelheid. Ze gaan soms wel vier keer zo hard als een gemiddeld zeilschip. Zonder de AIS is het alsof je te voet de A2 oversteekt, maar dan met je schoenveters aan elkaar vastgebonden. Daarbij is de verkeersregel dat je de Shipping Lane in een rechte lijn oversteekt. En om het nog spannender te maken: recreatievaart moet voorrang verlenen aan deze grote, snelle jongens. Maar deze oversteek hebben we vaker gedaan. We zijn niet groen op dit gebied. Met de motor bij steken we vlot over, naderen Dover laat in de avond en zien hoe de zon achter haar witte kliffen dooft.

Inslingeren

Volgens plan varen we de nacht door. Dat betekent dat we om en om slapen óf de wacht houden. Op deze manier pakken we meteen veel mijlen, benutten we het rustige weer en slingeren we lekker in. Nu we de Shipping Lane en de drukke aanloop van Dover volledig voorbij zijn, kan de motor uit en zeilen we richting Brighton. “Yes, this is it…”, fluister ik tegen mezelf, wanneer ik omhoog naar de sterren kijk. Om en om slapen we circa drie uurtjes. Het is een rustige zee en het (prototype) slingerbedje houdt het in deze conditie prima. Mijn tweede wacht valt me een stuk zwaarder, maar we zijn allebei geslaagd. Met af en toe de motor bij naderen we Brighton in de middag. Na telefonisch aanmelden blijkt het vol te zijn; en de haven daarop ook! Als we nog verder doorvaren moeten we nog eens 45 mijl – bovenop de 166 die we inmiddels afgelegd hebben – en dan zouden we in het donker aankomen… Eén haven terug ligt Newhaven en die heeft schijnbaar nog wel plek.

Coronamaatregelen in de UK

Na twee havens – Newhaven en Portsmouth – verblijven we een week op het Chichester Channel. Aan een mooring overnachten is namelijk veel goedkoper dan in een haven. Achter het anker is het nog goedkoper – of zelfs gratis – maar met het enorm getij en harde stroming durven we dat nog niet aan. Tot op heden merken we weinig van de coronamaatregelen. De drie havens die in ons logboek staan weten niet wat onze thuishaven is, uit welk land we komen, waar we nu vandaan zijn gekomen (het had zomaar Frankrijk of Spanje kunnen zijn, bijvoorbeeld). Er wordt alleen gevraagd naar de naam van het schip, de lengte ervan en hoe lang we wensen te blijven.

Op naar Falmouth

We overwegen nog om een dagje Cowes te doen, maar het weer ziet er eindelijk een paar dagen rustiger uit en dat betekent dat we ook lekker veel mijlen kunnen maken. De drang om naar Falmouth te gaan overwint het van toeristje spelen, zeker omdat het weervenster vanuit daar naar Spanje nog veel belangrijker is. We varen met hoogwater het kanaal uit en laten Isle of Wight links liggen. Bewapend met verrekijker en fotocamera bekijken we de hotspots vanaf het water: van de koperen kanonnetjes in Cowes, waar beroemde zeilwedstrijden worden gestart, tot de befaamde Needles met vuurtoren op de punt, waar het enorm kan spoken. Black Moon glijdt erlangs af alsof het een peulenschil is. Voor ons een bevestiging dat we een goed moment hebben gekozen.

Dansen op de maan

De motor tuft de nacht door en loopt als een zonnetje. De maan vergezelt me tijdens mijn eerste wacht. Als een schijnwerper licht ze het vaarwater van Black Moon op. Ik ontwijk drie vissersboeien. Een uurtje later transformeert ze. Ze wordt steeds roder en blurry totdat ze achter de horizon verdwijnt. Ineens is het pikkedonker. Af en toe raast er een vallende ster voorbij. Op de navigatie zie ik een nieuw schip pal achter ons oplopen. Ik kijk achterom en zie inderdaad een lichtje. In korte tijd wordt het feller en feller. Komt het nou zo snel dichterbij? De extra informatie op de navigatie geeft aan dat de boot op 4 mijl afstand is, 8 knopen vaart en maar liefst 75 meter lang is. Een beetje zenuwachtig tuur ik de duistere horizon af om meer details van het schip te ontdekken; alleen de lichtvervuiling vanaf de kust bewijst dat we nog dichtbij land zijn. Het lichtje stijgt ineens op en ik realiseer me dat het geen schip is. Het is een planeet!

Dolfijnenshow

Het is 03.00 uur en ik maak Niels wakker. Reddingsvest uit, toiletteren, overbodige kleding afpellen… Het kost me zeker vijf minuten om in het slingerbedje te kruipen. “Fijn hè?”, denk ik vanuit de kuip te horen. Ja, ja, heel fijn. Welterusten. “Nee, DOL-fijn-en! Kom hier, snel!!” Binnen 10 seconden sta ik terug buiten. Tientallen dolfijnen schieten langs ons af en onder Black Moon door. Je ziet ze bijna niet, alleen silhouetten. Maar het gespetter en de zeevonk verraden hun aanwezigheid. De algen laten steeds meters aan lichtspoor achter wanneer er een dolfijn doorheen sjeest, wat de show nog spectaculairder maakt. Het lijken wel vallende sterren maar dan zó dichtbij dat je ze bijna kunt aanraken. Black Moon is een ruimteschip geworden en we wanen ons in het universum. We geven elkaar een dikke knuffel en met een big smile kruip ik tien minuten later terug te kooi. Bij de wisseling van de wacht verklapt Niels dat ze een uur lang zijn gebleven. Hoe gaaf!

Falmouth in zicht

In de ochtend kunnen we dan eindelijk zeilen. Ondanks de 80 meter diepte is het een knobbelige zeegang. Gelukkig zijn we nog nooit zeeziek geworden en ook deze kermisattractie lijkt ons goed af te gaan. Ik probeer binnen nog een dutje te doen – wat niet lukt door het gehobbel en gekraak. Met een vers bereide lunch stap ik weer naar buiten. Het broodje tonijnsalade smaakt me niet, geef de overgebleven helft aan Niels en de reeds verorberde helft aan… de vissen! Ai, voor het eerst over de reling gehangen. Maar daarmee is de misselijkheid ook meteen weg. Falmouth komt steeds dichterbij. Twee dolfijnen escorteren ons tijdens de laatste mijlen. Bewapend met camera sta ik op de voorpunt te genieten van het duo. Eenmaal terug in de kuip blijkt dat ik de recorder knop niet goed ingedrukt heb… Ach, we krijgen nog showtjes genoeg. Deze twee waren gewoon voor onze eigen ogen bestemd.

Falmouth haven

“Maar waar zijn alle andere vertrekkers dan?”, zegt Niels rondkijkend naar vlaggen die de nationaliteiten aanduiden. Boeken van onze voorgangers zweren bij Falmouth als trekpleister voor zeezeilers. In de basis vanwege het startpunt naar La Coruna via de Golf van Biskaje en daarmee het afwachten op een gunstig weervenster van maar liefst 4 tot 5 dagen. Vanwege de vele hogedrukgebieden vanaf de Azoren moet je dan soms wel een week of langer wachten. Binnen die tijd tref je meestal wel een paar gelijkgestemden en dat schept dan direct een band. Vooralsnog lijken we de enige vertrekkers te zijn, maar ach we zijn er nog maar net. Via social media kennen we een paar andere Nederlanders die via de Franse kust inmiddels Spanje al bereikt hebben. Dat maakt ons extra ongeduldig. Dit keer wordt ons geduld echt op de proef gesteld, want juist deze eerste grote oversteek moeten we echt goed plannen en voorbereiden. We halen dagelijks weerkaartjes binnen en leren het steeds beter te interpreteren. Tot die tijd verruilen we de haven en stad voor het anker en natuur. De rivier Fal is een prachtig natuurgebied…

Eind juli 2020 zijn Niels en Greetje uit Nederland vertrokken met hun Black Moon, een Taling 33, voor een wereldreis. Hun eerlijke columns gaan over dromen, avonturen en confrontaties. Reis je mee?

Volg het stel via Facebook of Instagram

Tekst: Greetje Tops | Foto’s: Persoonlijk archief

Tags: Last modified: 27 september 2021
Sluiten