Reisverhalen

Blog Anna Noord: Spetterend weerzien

Na dertig jaar terug in Estland

08:54

Anna Noord
Spannende start pal voor de jachthaven in Pärnu

We gaan even dertig jaar terug in de tijd, toen we nog geen eigen boot hadden. Wietze hield een zeiltijdschrift omhoog: “Wat dacht je van zeilen in Estland? Ik zie dat daar een bootverhuurder gestart is. Zullen we daar eens gaan kijken?” Ik knik, pak de telefoon en zes weken later staan we op een steiger in Tallinn te kijken naar een stoere Westerly. De kersverse charterondernemer straalt en legt ons uitgebreid in de watten. We zijn één van zijn eerste klanten, want Estland is nog geen jaar daarvoor uit de ijzeren greep van Rusland ontsnapt en krabbelt nu op als soeverein land. De ‘zingende revolutie’ is een feit, zonder dat er een schot gelost is. We beleven in de weken erna een ongelofelijk avontuur: varend op oude Russische zeekaarten met liniaal, passer, potlood en GPS scharrelen we rond langs eilanden, baaien en weelderig begroeide kusten. De Russen hebben de inwoners uit de kuststreek verdreven, dus er is niks. Of toch wel? Aarzelend zien we mensen naar ons toe komen en met handen en voeten (want wie heeft er nou Engels geleerd?) communiceren we kleine verhalen. Het is een fantastische reis. Nu, na 30 jaar, zijn we weer terug in Estland.

De oude stad

Anna Noord

Ambassadeur Özlem Canel

“Welkom!” zwaait de deur van de Nederlandse ambassade voor ons open. Het gebouw staat op een fantastische plek in Tallinn: Toompea, de zetel van de Estse overheid en de plek waar al sinds de 12e eeuw gezaghebbers gezeten hebben. Özlem Canel, de zeer charmante ambassadeur, gaat er eens goed voor zitten. “Estland is snel uit de startblokken geschoten na de revolutie in 1991 en ze hebben interessante keuzes gemaakt” vertelt ze. “Wist je dat ze meteen aan de slag gegaan zijn met de digitalisering? Wereldwijd is e-Estonia een voorbeeld van hoe je als overheid alles digitaal kunt regelen. Daarin zijn ze veel verder dan bijvoorbeeld Nederland. Finland is de nummer twee in de wereld op dit gebied”. Dat onderwijs en ontwikkeling daarmee hand in hand gingen, lijkt logisch. “De band tussen Nederland en Estland is al heel oud” gaat ze verder. “Die gaat terug tot de tijd van de hanzesteden. Er zijn nog steeds goede handelsrelaties tussen Estland en Nederland”. Er blijken zo’n 450 Nederlanders in Estland te wonen, vaak omdat ze een Estse partner hebben. “In Europees verband is de samenwerking intensief. We focussen op samenwerking ten aanzien van klimaat, de energietransitie, windenergie en waterstof” legt Özlem uit.

“Wat zijn jouw lievelingsplekken in Estland?” vraagt Wietze. Ze glimlacht: “Dat zijn er zoveel. Estland is ongeveer even groot als Nederland en heeft maar 1,3 miljoen inwoners. Er is hier veel ruimte en veel natuur. Esten zijn buitenmensen, ze houden van hun bossen en van het water. Natuurbehoud is belangrijk, daar draagt ook iedereen aan bij. Tel daarbij op dat ze, ook onder Russisch bewind, altijd opgekomen zijn voor hun culturele erfgoed. De prachtige oude steden als Tallinn, Pärnu en Tartu zijn er nog steeds. Ook op de eilanden is nog zoveel eeuwenoude cultuur te vinden”. We halen de herinnering op aan dertig jaar geleden, toen in Tallinn overal gezang van koren klonk. Ze knikt: “ja, zingen is ook écht een onderdeel van de cultuur hier. Het is een manier om voor volgende generaties de cultuur te behouden”.

Column Anna

De oude stad Talinn is prachtig

Grote grijze jongen

In de haven ligt wat wij noemen ‘een grote grijze jongen’: de Zr. Ms. Karel Doorman. Onderdeel van een eskader van NAVO schepen die in de Baltische Zee een oefenprogramma afwerken. Toen we onze plannen maakten om hier te gaan zeilen, hebben we ons natuurlijk afgevraagd of dat wel zo verstandig was, gezien de ontwikkelingen in Oekraïne. Het feit dat we redelijk snel weg kunnen uit dit gebied én ‘de grote grijze jongens’ gaven de doorslag om toch de sprong te wagen. “Nederland werkt samen in het NATO Cooperative Cyber Defence Centre of Excellence hier in Tallinn” legt Özlem uit. “Je moet alert blijven en de ontwikkelingen volgen, maar we zitten hier erg ver van het front vandaan”. “We registreren ons steeds via nederlandwereldwijd.nl” leg ik uit. Özlem glimlacht tevreden. “Prima, dat raden we iedereen aan. Als er iets gebeurt, dan weten we welke Nederlanders in een bepaald land zijn en kunnen dan met je communiceren”. We bedanken voor het gesprek en lopen in de stralende zon de indrukwekkende historische binnenstad van Tallinn in.

Weer verwaaid

“Wat een mazzel” zucht Wietze tevreden. Vanaf Tallinn begint onze terugreis naar Nederland, waarin de worsteling met zuidwestenwind een constante factor is. Laten we nu net lekkere noordoostenwind hebben! We slaan de geplande haven over en varen heerlijk door naar een volgende plek. Als we vastmaken, kijken we elkaar grijnzend aan: “herken jij het ook?” Ja, hier lagen we 30 jaar geleden aan een rammelende steiger naast een oude Russische wachttoren. En verder niks. Nu is er een jachthaventje, een (blijkt later) zeer goed restaurantje en zelfs een klein winkeltje. En, net als de vorige keer, liggen we hier ook een dag verwaaid.

Anna Noord

In Haapsalu is het erg ondiep

Als het lagedrukgebied weggetrokken is, gaan we langzaam verder. Hele stukken vaargebied tussen de kust van Estland en de eilanden zijn tamelijk ondiep, dus we mikken op de goed betonde vaargeulen. Als we de baai van Haapsalu binnenvaren, hebben we weer zo’n flashback. De Russen hadden de Esten verboden om boten te bezitten: ze waren bang dat ze zouden vluchten. Maar veel Esten verborgen hun boten. Toen we 30 jaar geleden de baai van Haapsalu invoeren, was het alsof we terug in de tijd gingen: overal zagen we oude houten bootjes, volgeladen met mensen die grijnsden van oor tot oor. Breed zwaaien, duimen omhoog en we deelden in hun geluk. Het verschil kan niet groter: moderne jachten met flitsende wedstrijdzeilen én een grote Estse vlag schieten nu over het vlakke water. Het zwaaien en grijnzen is nog wel hetzelfde.

Chefkok

Anna Noord

Chefkok Jaak met vis die hij net in de haven gevangen heeft

“Ik heb wel medelijden met je dat je dit allemaal in één blog moet vertellen” grijnst Wietze. Ik knik: we maken elke dag wel iets leuks mee, zodat het moeilijk kiezen is. De Esten en de Letten hebben samengewerkt en een leuke vaargids uitgegeven. Daarin staan tientallen haventjes. Vaak liggen die bij een veerstoep, maar soms zijn ze ook speciaal gemaakt. Wij maken ons vaak zorgen of we er wel in passen, want ‘ondiep’ is hier de norm. Op een dag halen we onze beoogde haven niet door een vals front dat de wind onhandig laat draaien. Snel blader ik door de gids en vind een klein haventje: Värbla. Oei, het oogt heel ondiep. Maar het is hogerwal. Ik grijp de telefoon en bel ze. Na wat gestotter krijg ik iemand aan de telefoon die Engels spreekt. “Ja, diep genoeg voor jullie. Kom maar” zegt Jaak. Als we aankomen, blijkt Jaak de chefkok van het restaurant naast het haventje te zijn. Heino, de baas van het spul, spreekt geen woord Engels, maar is wel graag bereid om onze lijnen aan te pakken. “We hebben nog nooit een wereldzeiler in onze haven gehad” zegt Jaak als hij onze boot bekijkt. Mag ik binnen kijken?” Tuurlijk. Later op de avond, na een heerlijk diner dat door Jaak en z’n ploeg gekookt is, nemen we hartelijk afscheid. “Hier” zegt Jaak en hij drukt me een prachtige bolcourgette in m’n handen. “Biologisch”.

Modder

Door naar Pärnu, de vakantiehoofdstad van Estland. Al eeuwenlang komen mensen hier voor de heilzame modderbaden. Er zijn riante landhuizen in de strook tussen het witte zandstrand en het stadscentrum. De bevolking gaat in de zomer van 40.000 zielen ineens naar 100.000. Het is een feest om daar tussen te lopen en het mee te maken. Overal is muziek: elke avond kun je naar een prachtig concert als je dat zou willen. Maar wij vermaken ons met iets heel anders. Vanuit onze riante ligplek bij de jachtclub van Pärnu zien we de woensdagavondwedstrijdjes op stoom komen. Jachten van allerlei merken en maten zijn met serieuze wedstrijdzeilen getooid. Bloedfanatieke bemanningen zijn al een half uur voor de start aan het optimaliseren. De start is op de rivier, vlak voor de jachtclub. Adembenemend hoe de vloot wedstrijdjachten ineens moet wijken voor een veerboot die vertrekt. En dan zijn ze weg. Wij smikkelen een bord nasi terwijl we wachten op het spektakel van de ondergaande zon in combinatie met de spinnakers die op de finishlijn af stormen.

“Jullie moeten weg” had havenmeester Heiti al aangekondigd. We liggen aan een kade waar morgen heel veel Draken het water ingezet moeten worden voor de Gold Cup wedstrijden. Finnen en Esten gaan een weekendje hard varen. “Is goed” zeggen we en gooien los. De 20 mijlen naar Kihnu zijn recht tegen een harde wind in. Gelukkig is de vaargeul breed en maken we er een dagje lekker kruisen van. Hijgend en met rode koppen meren we uren later aan naast de veerstoep op het eilandje Kihnu. “Wist je dat hier nog een matriarchale maatschappij is en dat het culturele erfgoed hier door Unesco beschermd wordt?” zeg ik als we goed en wel vast liggen. Wietze rolt met z’n ogen. “Er is gewoon té veel doen hier voor een reis zoals wij hem maken”.

Anna Noord

Mooie oude vuurtoren op het eiland Kihnu

Kihnu, Estland. Augustus 2022

  • Klik hier voor de gratis vaargids van Estland en Letland
  • Klik hier voor meer informatie over Estland
  • Registratie in het buitenland? Klik hier voor meer informatie

 

Meer vertrekkersverhalen? Lees alles van Black Moon, Sailors for Sustainability en bekijk de vlog van Yndeleau.

Tags: Last modified: 20 augustus 2022
Sluiten