“Wat een mazzel!” roept Wietze terwijl hij het grootzeil van onze Anna Caroline hijst. Ik hou de boot in de wind en knik. Een forse zuidoostenwind om van Skanör naar Malmö te zeilen, beter krijg je het niet. Het is maar 15 mijl, maar toch lekker. We stuiven naar de prachtige brug tussen Denemarken en Zweden.
Wietze staat een uurtje later lekker te sturen. Ineens wijst hij: “wat stuift dat water daarginds raar op?” Resoluut stapt hij de kuip uit en trekt maar meteen twee reven in het grootzeil. Terwijl hij het val nog op staat te schieten, varen we onder de brug door en stuur ik wat op richting Malmö. Het volgende moment schrik ik me lam. Huilend stort de wind zich op ons en varen we er ineens recht tegenin. Terwijl ik wat af val, sprint Wietze terug naar de kuip; samen reven we snel de kluiver.
Hijgend kijken we elkaar aan: “Wat is dat nou?” De wind blijft keihard uit het noorden waaien en we denderen diepgereefd naar Malmö toe. “Valwinden van de brug?” moppert Wietze. “Ja, maar dan zou het na een paar mijl wel gedaan moeten zijn. Het blaast nog steeds. En moet je kijken wat een stroom,” wijs ik naar een groene ton die met een dikke snor in het water ligt.
Oud scheepsdok
“Welkom in Malmö!” roept havenmeester Anders, en pakt onze lijnen aan. Als we goed vastliggen, hebben we de tijd om rustig om ons heen te kijken. Anders ziet onze blikken en legt uit: “Malmö was vroeger echt een industriestad. Dit hele gebied stond vol met fabrieken en een hele grote scheepswerf. De grootste portaalkraan ter wereld stond hier; hij was iconisch voor het aanzicht van de stad. Maar langzaam zakte het in en verdween veel industrie naar andere landen. Malmö heeft hele slechte jaren gehad. De kraan werd, tot verdriet van veel mensen in Malmö, verkocht naar Korea, waar hij ‘Tears of Malmö’ heet. En toen hebben ze dit hele gebied aangepakt.
” We zien moderne appartementengebouwen rond de haven, en iets verderop het nieuwe Turning Torso gebouw: een flitsend witte woontoren die er uitziet als een soort wokkel. “Deze jachthaven ligt dus in het oude scheepsdok,” wijst Anders op de enorme bolders die langs de randen staan als herinnering aan het verleden.
Tip uit ZeilNoord
In de Facebook groep ZeilNoord hadden we veel enthousiaste verhalen gehoord over Malmö, dus we gaan meteen nieuwsgierig op pad. Het is ongewoon warm dus we gaan eerst naar het grote stadsstrand dat vlakbij de nieuwe wijk ligt. Prachtige kunstwerken, enorme houten vlonders en banken, ondergaande zon: het gebied is propvol met mensen die enorm genieten van het buiten-zijn. De prosecco vloeit rijkelijk en de grijnzen zijn breed.
De volgende ochtend gaan we uitgebreid de stad in. Een oude Hanzestad met een kasteel, grote stadsparken en een gezellig stadscentrum. We lopen heerlijk te slenteren in het prachtige weer. Uit alle musea kiezen we het ‘Museum of Disgusting Food’: een hilarische tentoonstelling over allerlei voedsel dat in de ene cultuur een delicatesse is en in de andere walgelijk gevonden wordt. Naast de Australische Vegemite staat Nederlandse dubbelzoute drop. Tsss.
Overwinteraars
Met een goedgevulde stappenteller lopen we de steiger weer op. Havenmeester Anders is benieuwd naar onze ervaringen. Als we honderduit verteld hebben, wijst hij naar een Zwitserse boot die net binnen gekomen is: “Dat is het hoekje van de overwinteraars hier. Op de één of andere manier komt dat steeds vaker voor, dat mensen hier overwinteren.” Ik snap dat inmiddels wel, het is een hartstikke leuke stad en je ligt hier goed beschut.
“Wisten jullie dat Lund hier vlak bij ligt? Is een van de oudste steden van Zweden; in tien minuten zit je er met de trein.” Dat klinkt als een leuk plan. We babbelen nog even verder met Anders over de brug naar Denemarken. “Ik ga er altijd diepgereefd en met de motor bij onderdoor. Het waait altijd zo raar bij die brug.” OK, dat weten we dan ook weer. Grinnikend vertelt hij dat de luchthaven van Kopenhagen voor mensen uit Malmö handiger is dan het vliegveld van Malmö zelf: in 30 minuten ben je er met de trein. Dat lijkt me handig als je een bemanningswissel wilt doen.
Astronomische klok
Lund blijkt een heel gezellige studentenstad te zijn, met overal heerlijke oude faculteitsgebouwen die dwars door de stad staan. Je verwacht elk moment Harry Potter ergens op een plein te zien. De grote klapper is een eeuwenoude astronomische klok die in de domkerk staat. Een joekel van een klok met twee ‘wijzerplaten’. We zitten er wel een uur op een stoeltje voor om te snappen hoe het werkt en of hij nog op tijd loopt. Het klopt allemaal nog precies. Allemachtig.
Maar de zee lokt weer! We zwaaien Anders uit en gaan, diepgereefd én gewaarschuwd, weer naar de brug toe. Dit keer weer de abrupte draaiing van de wind, stroom mee en stralend weer. “Als je weet waar je naar moet kijken, kun je het ook zien,” citeert Wietze Johan Cruijff. Het is een heerlijk stuk varen naar Rødvig in Denemarken.
Precies goed: zonnetje, lekker windje en een gezellige haven. De volgende dag varen we langs de prachtige krijtrotsen van Møn. Net als in Rødvig zie je de schade van de grote storm van vorig najaar: hele stukken krijtrots zijn afgebroken en naar beneden gevallen. Ook in de haven van Klintholm zien we allemaal nieuwe steigers en plekken waar reparaties zichtbaar zijn.
Dicht of door?
Voor onze volgende stap hebben we twee keuzes: ofwel door Denemarken, ofwel naar het zuiden en via de noord-Duitse kust terug. “In Denemarken is het seizoen al voorbij en is alles al gesloten,” peinst Wietze. “In Duitsland lijkt er nog wat meer leven in de brouwerij te zijn.” Warnemünde wordt dus ons volgende reisdoel. Ons geluk blijft: een prachtige noordenwind blaast ons er naar toe. In de haven liggen we op de eerste rang: grote schepen komen voorbij op de rivier en naast ons zit een zeilsportcentrum, waar de hele dag jonge mensen met Lasers en 470’s in de weer zijn. Warnemünde is een kneuterig badplaatsje, waar Duitsers het eten van een broodje met vis tot kunst verheven hebben. Het ellenlange zandstrand is bezaaid met van die mooie rieten strandstoelen.
We pakken de veerboot naar Rostock, weer zo’n mooie oude stad waar de vele pakhuizen de oude Hanzegeschiedenis vertellen. En weer een astronomische klok in de domkerk: ook hier zitten we lang te turen.
Als we warm en moe aan boord terug zijn en nét een koel drankje ingeschonken hebben, wordt het plezierig druk in de haven. “Leuk, woensdagavond wedstrijden,” schiet Wietze overeind. In een vloeiende beweging grijpt hij z’n cameratas en sprint de steiger af. De wedstrijdleiding staat bij een kleine vlaggenmast. Ik raak aan de praat met Felicitas, die met een schuin oog op de startlijn vertelt dat er twee clubs zijn die hier racen: de Warnemünder Segel-Club en de Akademischer Segelverein Warnemünde. Elke woensdag komt er een breed veld van verschillende boten aan de startlijn. In het licht van de ondergaande zon is het prachtig om de boten weg te zien stuiven. Wat een feest om dit mee te maken.
Stappenteller
Eenmaal terug aan boord, ga ik een hapje eten maken. Wietze trekt z’n schoenen uit en zegt: “volgens mij hebben we die stappenteller van jou nou wel genoeg verwend. Ik wil zeilen, en veel!”. We worden weer op onze wenken bediend: er staat een prachtige oostenwind, de komende dagen. Geluksvogels die we zijn.
Warnemünde, Duitsland, september 2024.
Tekst en foto’s Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: Blog Anna Noord, Blog Anna Noord brugwind en 40.000 stappen Last modified: 1 oktober 2024
Wéér prachtig beschreven bevindingen van dit onderdeel van hun reis!