Reisverhalen

Column Anna: Varen of niet?

07:00

Prachtig

De zon schijnt op ons bolletje terwijl we over de reling van de ferry naar het Zuider eiland hangen. Diep beneden ons vaart een fraai jacht hoog aan de wind. We genieten van het prachtige uitzicht: het wit van de zeilen tegen de groene heuvels op de achtergrond. Het water is knalblauw. Mijn hart zingt. Wat is Nieuw-Zeeland toch een mooi land. Diep beneden ons aan boord van de ferry staat onze auto die we omgebouwd hebben tot kampeerwagentje. Dat is meteen het antwoord op de vraag die zoveel mensen ons gesteld hebben: “gaan jullie Nieuw-Zeeland rondvaren?” We hebben lang getwijfeld of het de moeite waard zou zijn. Blogs gelezen van de Nightfly en White Haze die mooie tochten langs de kusten van het Noorder- en Zuidereiland gemaakt hebben. We besloten om onze Anna Caroline in Whangarei achter te laten en met de auto over land te gaan reizen. Een lastig besluit, want de kust is erg mooi. Maar het binnenland ook. Daarbij komt dat we een flinke lijst onderhoudsklussen weg te werken hebben. Door het strak te plannen, kunnen we twee maanden op pad met de auto. Maar dat betekent wel dat de werfbeurt meteen na onze landreis komt. Dus ze ligt er tamelijk onttakeld bij.

Huilende wind

Huilende wind

Windy Wellington

Mijn gedachten zijn weer bij het zeilen. De ferry draait Marlborough Sound in, een prachtig vaargebied in het noorden van het Zuidereiland. Lange bergachtige schiereilanden steken hun armen begerig de zee in. Het stikt van de kleine baaitjes. Hier en daar ligt een bootje voor anker. Met de stralende zon erop ziet het er prachtig uit. We bijten op onze lip. Wietze lacht en haalt wat foto’s terug op het schermpje van zijn camera. O ja: een paar dagen geleden zaten we op een bankje aan het waterfront in Wellington. ‘Windy Wellington’ wordt de hoofdstad ook wel genoemd. Vanuit een kleine jachthaven vertrokken dappere jachten in de huilende wind. Schitterend gezicht, dat wel.

Prachtige zeilgebieden

“Ja, Nieuw-Zeeland is een prachtig zeilland”  zegt Viki Moore twee weken later. Ze is de voorzitter van een jachtclub en erg actief op internet om het zeilen in Nieuw-Zeeland te promoten. “Er zijn prachtige vaargebieden waar je wekenlang rond zou kunnen zeilen”. Op een kaart wijst ze van noord naar zuid: “ Bay of Islands, Hauraki Golf en de Bay of Plenty op het Noordereiland. Dan de Marlborough Sound, het gebied rond het Banks schiereiland en het fjordengebied op het Zuidereiland. Plus talloze kleinere gebieden daar tussenin“. “Maar hoe kom je van het ene gebied naar het andere?”  vraagt Wietze haar. Ze glimlacht en zegt resoluut: “Met wat geduld”. En daar slaat ze de spijker op z’n kop. Nieuw-Zeeland heeft veel weer. Erg veel. We zijn hier vanwege het orkaanseizoen en het blijkt dat dat soort jongens niet alleen boven of onder Nieuw-Zeeland langs gaan, maar er ook dwars overheen trekken. Sommige maken een schijnbeweging, ander zwakken af. Maar het netto-resultaat is dat Nieuw-Zeeland vaak vier seizoenen in een dag heeft. Het waait hard uit verschillende richtingen. Regen kan elk moment komen en kent verschillende gradaties van intensiteit. Ik heb me nog nooit zo vaak omgekleed op een dag als dat we hier doen. Desondanks is het klimaat gemiddeld erg fijn. Maar als je een lange zeiltocht wilt ondernemen langs de kusten van Nieuw-Zeeland betekent het dat je tijd moet hebben. Tijd om te wachten op gunstige wind die niet al te hard is. Dat kan voor een ontspannen zeilbeleving zorgen als je tijd hebt. Veel zeilers willen te veel in de zes maanden die ze hier tot hun beschikking hebben en kiezen er dus niet voor om zeilend het land te verkennen.

Perfect voor dit gebied

veel trailerbare kajuitjachten

Toch zien we in elk kuststadje een jachtclub. Overal liggen leuke bootjes aan meerboeien. Gezeild wordt er. En hoe. “Hier in Lyttleton is een heel actieve club wedstrijdzeilers. Ook hebben veel mensen  boten die intensief gebruikt worden rondom het Banks schiereiland dat hier vlakbij ligt” zegt Viki. Je hoeft maar half naar de kaart te kijken om te zien dat er spectaculaire baaien en inhammen zijn waar je bij de goede windrichting uitstekend ligt. “Kun je zeggen dat Nieuw-Zeeland wel leuke vaargebieden heeft, maar dat ze onderling lastig te verbinden zijn?“ vraagt Wietze. Viki knikt: “ja, als je beperkt tijd hebt, zijn die wat langere stukken tussen de vaargebieden lastig te plannen met het weer. Daarbij komt dat er vaak toch wel wat lokale kennis nodig is. Vaak zie je dat mooie baaien eigenlijk riviermondingen zijn. Er liggen zandbanken voor of er zijn wisselende ondieptes. Bij zwaar weer kom je daar niet overheen. Levensgevaarlijk om het toch te proberen“. We snappen nu beter waarom we zoveel relatief kleinere boten hier zien. Lekker raggen rond de tonnen of wat rondkeutelen in kleine baaitjes: wie heeft daar een grote boot voor nodig? We snappen nu ook beter waarom je hier specifieke clubs hebt voor trailerbare kajuitjachten. Plus veel boothellingen waar het op zaterdagochtend een drukte van belang is.

 

Zwaaien vanaf Bluff

Zwaaien naar Bluff

Prachtig varen bij het Banks schiereiland

Een dikke week later staan we op het zuidelijkse puntje van het Zuidereiland. Ik tol bijna van al het moois dat we gezien hebben. Ook hier in de baai dobberen een paar zeilbootjes. We zitten inmiddels op dik 47 graden zuid, dus ik vrees dat de mooie zeildagen hier op de vingers van twee handen te tellen zijn. Mooi dat mensen toch er op uit gaan om van het spel met de wind te genieten.

Wietze staat te zwaaien en grinnikt. Ik kijk hem verbaasd aan. “Ik moet aan Henk de Velde denken”  zegt hij. Dan wijst hij naar het naambordje van de plaats. Bluff. “Zwaaien naar Bluff?” probeer ik voorzichtig, denkend aan de titel van Henks boek. “Nee, zwaaien vanaf Bluff” zegt Wietze. “Naar Henk. Toch fantastisch dat hij door dit ruige gebied gezeild is?” En zo is het.

Bluff,  Nieuw-Zeeland, februari 2018

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten