Actueel

Waterpolitie stuurt recreatieschippers terug vanwege dichte mist

17:00

Vanwege dichte mist op de Westerschelde is de politie 23 oktober ter controle het water opgegaan. Al in de sluis van Vlissingen moest de waterpolitie recreatievaartuigen terugsturen, die niet over de bij slecht zicht verplichte radar beschikten. Over het ontstaan van mist en hoe je er op het water mee omgaat.

Er is ook een schipper die zijn actie moest bekopen met een proces-verbaal. Hij probeerde namelijk ter hoogte van Terneuzen de vaargeul over te steken waarbij een bijna-aanvaring werd veroorzaakt.

Stil gaan liggen

Op een groot deel van de Nederlandse vaarwegen is het verplicht om bij slecht zicht op radar te varen en hier gelden bepaalde regels voor. Zo moet bijvoorbeeld de radar goedgekeurd zijn en moet de schipper in het bezit zijn van een radarpatent – of een diploma dat hieraan gelijk is gesteld – en een vereiste vaarbevoegdheid.

Verschil AIS en radar

Heb je wel AIS aan boord? Houd er dan rekening mee dat AIS géén vervanger van de radar is. Dit komt omdat AIS navigatie-ondersteunend werkt, maar geen navigatiesysteem is. Je leest meer over het verschil tussen deze twee systemen in Zeilen 10/2020.

Lees ook deze artikelen

Hoe ontstaat mist?

‘Mist is een wolk op grond- of zeeniveau’, kopt de KNMI-site. Dat is ontegenzeglijk een heldere definitie. Natuurkundig is het basisprincipe simpel. Lucht kan, afhankelijk van de temperatuur en – in veel mindere mate – de luchtdruk, een bepaalde hoeveelheid waterdamp bevat- ten. Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp kan worden opgenomen. Daalt de temperatuur, dan verzadigt de luchtmassa en condenseert de waterdamp tot heel kleine druppels, die ons het zicht ontnemen.

Temperatuur en vocht

Er is een aantal elementen dat de wolkvorming op land- of zeeniveau beïnvloedt. We noemden al de temperatuur van de lucht. Die bepaalt immers hoeveel waterdamp de lucht kan opnemen. Ten tweede is de aanvoer van waterdamp belangrijk. Die bepaalt in grote mate de luchtvochtigheid. Komt de wind uit de woestijn, dan is hij zowel warm als droog en is de kans op mist gering. Wind over land is doorgaans minder vochtig dan wind die over zee wordt aangevoerd. Voor ons land geldt dus dat wind uit het zuidwesten tot noord- westen behoorlijk wat waterdamp bevat. De noordenwinden wat minder, omdat de aangevoerde lucht koud is en dus minder waterdamp kan bevatten. Maar zuidwestenwinden des te meer. Enerzijds omdat de aangevoerde lucht mild is en dus veel vocht kan bevatten. Anderzijds omdat wind verdamping veroorzaakt. Dus hoe groter het strijkvlak van de aangevoerde lucht – en dat is bij zuidwestenwind in ons land een hele oceaan – hoe meer waterdamp de lucht bevat.

Watertemperatuur

Tot slot is ook de watertemperatuur belangrijk. Warm water warmt de lucht op, zodat die waterdamp kan opnemen. Is het water koud, dan koelt de lucht af en condenseert de waterdamp in de luchtmassa tot nevel of mist.

(c) ANP

Mist is lastig te voorspellen

Het KNMI legt dit erg goed uit op hun site. “Het is soms lastig om een weersverwachting voor zeemist te geven. Vaak is het wel duidelijk of er mist op zee ontstaat. Maar of deze ook de kust opkomt en het land intrekt is afhankelijk van onder meer de windkracht en -richting. Is de wind aflandig en krachtig genoeg dan zal er geen zeemist ontstaan. Is er weinig wind, dan lost de mist boven land op, maar kan later in de middag een zeewind opsteken waarbij de mist toch weer het land opkomt. Bij noordelijke of westelijke wind is er grotere kans op mist aan de kust. Daarnaast zijn eventuele (onweers)buien die vanuit land de zee optrekken een factor van belang. Deze kunnen tijdelijk de mist ‘wegblazen’ maar met het extra vocht dat ze aanleveren kan de mist ook weer snel terugkomen. De meteoroloog maakt voor zijn advies gebruik van een combinatie van modeluitkomsten en waarnemingen. Dit is maatwerk op korte termijn (‘nowcasten’).”

Mistsein

Wanneer je tijdens je zeiltocht met goedgekeurde radar en marifoon in ene te maken krijgt met slecht zicht, dan is het per situatie verschillend hoe je te werk moet gaan. In ieder geval moet je altijd de snelheid aanpassen aan het zicht, de plaatselijke vaarwegomstandigheden en de aanwezigheid van andere schepen. Mocht verder varen gevaar met zich meebrengen, dan word je geacht stil te gaan liggen op een dichtstbijzijnde, geschikte plaats.

Een boot groter dan twintig meter moet een mistsein geven en een uitkijk voorop de boot plaatsen. Het mistsein is een lange stoot met tussenpozen van hoogstens één minuut. Op boten onder de twintig meter is het sein niet verplicht, maar mag het wel gegeven worden.

Meer over mist

Wil je nog meer weten over mist en hoe het precies werkt? Lees dan het artikel ‘Mist, ingepakt in witte duisternis‘ uit Zeilen 12/2012.

Omslagfoto: Pjotr Mahhonin/CC BY-SA 3.0

Tags: , , , , Last modified: 29 oktober 2020
Sluiten