Wat weet jij eigenlijk over je favoriete vaargebied? Wie gingen jou voor? Peter Schermer zeilt met zijn Ostara naar de ruige Faeröer, tussen Schotland en IJsland. Als de rest van het gezin is ingevlogen, gaan ze samen op zoek naar frisse verhalen uit een mistig verleden.
Het wordt onrustiger; zowel het water rond de boot als mijn stemming. Ik heb nog maar twaalf mijl te gaan tot de Trongisvágsfjørdur. De naam van het plaatsje waar ik aan wal wil, is haast nog lastiger uit te spreken: Tvøroyri. Het is fris en vochtig aan dek. De schuin achteropkomende wind duwt de boot richting een benevelde horizon. Nog vier mijl. Nog steeds niets te zien. Het afgelopen uur is het zicht rap slechter geworden. De prachtig ondergaande zon van gisteravond lijkt alweer eeuwen geleden. Elk kwartier stap ik even de kuip in, of ik al iets van de kust kan waarnemen. Daarna schiet ik snel weer onder de buiskap en rits het tentje achter me dicht.
Het noordelijke fjord
Wanneer ik binnen drie mijl van de aanloop van het fjord ben, beginnen zich aan mijn bakboordzijde donkergrijze heuvels af te tekenen. Een half uur later blaas ik tussen groengrijze rotsformaties door, het noordelijke fjord op Suðuroy binnen. De schipper van een kleine vissersboot zwaait enthousiast vanuit zijn stuurhutje als ik bij de mast sta om het grootzeil te laten zakken. Aan stuurboord ligt het dorpje, dat kleurrijk afsteekt tegen de groenbemoste berg. Hoog op de helling staat een houten kerk. Later zal ik lezen dat deze kerk in Noorwegen is gebouwd en – net als al het andere hout op de boomloze Faeröer – in 1907 als bouwpakket is verscheept.
Suis in mijn oren
Het is nu vrijdagavond 20 juli. Ik deel een houten steiger met twee andere schepen, maar daar is niemand aan boord. De stilte van het fjord is overweldigend. Enkele meeuwen krijsen om het hardst, maar de suis in mijn oren als gevolg van de ruim vijf dagen op zee, overstemt alles. Het uitzicht op het fjord met voorbijkomende mistflarden heeft iets melancholisch. Ik denk terug aan mijn reis hiernaartoe. Sinds zondagochtend 8.00 uur is de boot in beweging geweest.
Vijf dagen eerder
Een laatste blik op de Windy-weerapp bevestigt dat mijn plan niet onhaalbaar is; pas dinsdagavond zal de wind van noord langzaam, via het westen, naar het zuiden draaien. Mijn plan is om vanaf Texel hoog aan de wind naar het noordwesten te sturen. Voor de Engelse kust verwacht ik eerder de zuidenwind te krijgen dan wanneer ik twee dagen blijf wachten op Vlieland. Daarnaast ben ik al een stuk westelijker, dus dichter bij mijn doel.
Ik realiseer me dat aan de wind zeilen op zo’n afstand met 4 tot 5 beaufort erg intensief is, maar omdat ik in Kornwerd de rolgenua heb verwisseld voor een grote fok, kan ik met aardige snelheid hoger blijven varen zonder een al te extreme helling.
Zeilen 11/2019
Ben je benieuwd naar de rest van het verhaal over het avontuur van Peter? Hoe verloopt zijn tocht naar de Faeröer? En met welke verhalen uit het mistige verleden worden de drie geconfronteerd? Je leest het in Zeilen 11/2019. Koop het nummer hier online in de webshop of lees (het artikel in) Zeilen hier digitaal. De editie is ook tot en met woensdag 20 november verkrijgbaar in de winkel.
Omslagbeeld en foto: Peter Schermer
Tekst: Peter Schermer