Zeemanschap

Bovenstroomse koers

22:56

Henri van den Berg stuurt ons een handige nomogram voor het berekenen van de bovenstroomse koers. Hij stelt dat je dat met een GPS eenvoudig doet door de grondkoers gelijk te maken aan de peiling van het waypoint. Maar je kunt dat probleem natuurlijk ook op andere manieren benaderen.

Het meest gebruikelijk is de constructie in de kaart: u verbindt uw positie (A) en het waypoint met een rechte lijn. U weet de stroomsnelheid (ST), de stroomrichting en de bootsnelheid (SS). U vraagt zich af welke koers u moet sturen om een grondkoers te varen die direct naar uw waypoint leidt.

U tekent vanuit uw positie (A) de stroomrichting in de kaart. Daar zet u de stroomsnelheid (ST) op af. U vindt dan de fictieve positie A’ (dat is eigenlijk de plek waar u na een uur geweest zou zijn als u uw boot gewoon had laten drijven). Vanuit A’ neemt u de bootsnelheid tussen de passer en cirkelt u deze om op de koerslijn tussen A en het waypoint. U vindt B, het punt waar u na een uur varen zult zijn als u vanuit A de koers vaart die aangegeven wordt door de lijn van A’ naar B (BSK= Boven Stroomse Koers).

Bovstrm krs VbZ

HSK en opstuurkoers

De tweede methode is een rekenkundige die u het gemakkelijkste kunt uitrekenen met een rekenmachine. Daartoe voert u twee nieuwe begrippen in, de HSK, de hoek tussen stroomrichting en kaartkoers, en de opstuurkoers, de hoek tussen kaartkoers en de koers die u moet sturen. Nu geldt: Sinus Opstuurkoers = (sinus HSK * ST)/SS

Stel de HSK is 77°, de ST = 2 knopen en de SS = 6 knopen. Dan is (Sin HSK*ST)/SS = 0,3248 en dat is de sinus van 18,95 ofwel u moet een opstuurkoers van 19° aanhouden. Stel dat de gewenste koers 59° bedraagt en de stroomrichting 136° dus een HSK van 136° – 59° = 77°) dan is de bovenstroomse koers 59° – 19° = 40°. U moet dus 40º sturen om 59° over de grond te varen.

Henri van den Berg heeft een nog eenvoudiger middel ontwikkeld. Zijn schema kunt u kopiëren en plastificeren. Het schema bestaat uit drie verticale lijnen. De rechter geeft een logaritmische schaal weer die gebruikt wordt voor waarden voor de stroomsnelheid (ST) en de scheepssnelheid (SS). De linker schaal wordt gebruikt voor de sinusfuncties, de hoek tussen de kaartkoers en de stroomrichting (HSK) en de Opstuurkoers. De middelste lijn is de pivot of spil.

Trek een lijn van de HSK op de linker schaal (in ons voorbeeld 77°) naar een stroomsnelheid van 2 knopen op de rechter schaal. Deze lijn snijdt de spil in X. Trek nu een lijn van af de scheepssnelheid (in ons voorbeeld 6 knopen) door punt X op de spil naar de linker schaal. De lijn treft deze bij 19°. U moet 19° van uw koerslijn opsturen.

 

Tags: Last modified: 15 juli 2021
Sluiten