Zeemanschap

‘Afhouden wat je kunt!’

Wat te doen als de achteruit op het moment suprême dienst weigert?

11:11

Wat te doen als de achteruit op het moment suprême dienst weigert? Marinus van Sijdenborgh de Jong ondervond het aan den lijve toen hij in de haven van Colijnsplaat een box wilde binnenvaren. Hoe krijg je je boot in zo’n geval schadeloos aan de steiger?

“Box H30”, klinkt het glashelder door de marifoon. Ik druk de spreeksleutel in: “H30, dank u, tot straks.” Zet de motor weer in z’n werk; 22 voet polyester glijdt door de haven. Ik speur de doodlopende zijstraten af. De wind staat er recht in. E, F, G… “Vlak voor die platbodem moeten we erin,” meld ik mijn wederhelft Janneke die op het voordek klaarstaat om een landvast te werpen. We krijgen een plekje dicht bij de uitgang denk ik zo. Vingersteigers van ongeveer 3 meter. Geen boxpalen. “Kun je de stootwillen een stukje naar voren hangen?” Ik draai richting de ligplaats en zet de motor in z’n achteruit om af te stoppen. Nog steeds te veel snelheid. Meer gas achteruit. We gaan alleen maar harder vóóruit! Snel zet ik de motor weer neutraal en stuur weg van de toegewezen plek. “Ik heb geen achteruit meer!” roep ik naar voren. De neus schiet langs de buur­boten. Ik kijk om me heen naar een uitweg. Het water is te smal om te keren met deze snelheid. Een lagerwalaanleg op de steiger aan het eind. Nee, dat kan niet, er liggen basaltblokken daar. Kan ik aan het eind rechtsaf? Het lijkt wel zo. Nee, de loopbrug vanaf de steiger naar de kant natuurlijk, dan gaat het voorstag eraan. Zijn er meer open plekjes? De boot gaat hard richting het eind van de straat. Daar! “We gaan er hier in!
Afhouden wat je kunt!” Ik gooi de helmstok in de hoek en de boot draait scherp naar stuurboord. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat de buurboot te kort is om af te stoppen op zijn achterkikker. Met een doffe klap komt anderhalve ton boot tot stilstand tegen de steiger. Janneke legt het voorlandvast terug naar het eind van de vingersteiger, terwijl ik de achterlandvast aan de boot naast ons vastmaak. Dan voel ik stuwing en zie ik de wervelingen rond de boot. “De motor staat nog in zijn werk!” In een oogwenk heb ik hem uitgeschakeld en is het stil.

Schade

Met een iets te hoge hartslag stap ik op de steiger om de schade te aanschouwen. Op boeg zitten twee butsen in de gelcoat. Ik had op zijn minst verwacht het laminaat te zien. Een deuk komt van de rand van de drijvende aluminium steiger, de ander van het bordje met het boxnummer, dat er verbazingwek­kend genoeg uitziet alsof er niets is gebeurd. Als ik mij heb vergewist dat er niet meer schade is, trek ik de motorruimte open. Ligt de morsekabel eraf? Nee, die zit nog vast. Het andere eind van de kabel, achter de gas­ hendel, zit wel los. Ik vind het borstboutje op een rand in de hondenkooi. Eronder ligt de bijbehorende borgpin. Kaarsrecht. Die is nooit uitgebogen geweest. “Puur geluk, het had veel erger kunnen aflopen,” zegt Janneke.

Na: gelcoat gekraakt. Direct afgedekt met tape.

Terugkijkend: de opties

Wat doe je als het mis dreigt te gaan? Had­ den we het beter kunnen doen? Voorbereiding op te voorziene zaken is eenvoudig, maar je voorbereiden op dingen die waar­schijnlijk nooit gebeuren, is een stuk moei­lijker. Dit is er een van.

1. Hekanker

In ondiep water, zoals in Friesland, kun je het hekanker als noodrem gebruiken. Op sommige skûtsjes ligt het anker vanwege het gebrek aan aandrijving grijpklaar in de bol­lestal (de kuip). Op Spica heb ik anker en ketting standaard zeevast in een krat onder dek verstouwd. In sommige gevallen leg ik hem klaar voor gebruik, maar bij het aan­ lopen van een haven ligt ie dan alleen maar in de weg.

2. Afstoppen

Men neme naar keuze één of twee landvas­ten, een trefzekere worp en een stevige stei­ger. Eventueel kan ook een boot worden gebruikt, royaal met stootwillen behangen. Het recept voor een mooi afstopmoment.
Overleven de kikkers op de kant – of op de boot – het niet, dan waren ze sowieso al niet deugdelijk gemonteerd. Ooit stopten we een 8,5 meter lange, zeker 6 ton zware Vollen­hovense Bol af op de steiger in Lauwersoog. De motor weigerde dienst toen we die ochtend op het wad ankerop gingen. Voordeel: we hadden een lange steiger met veel vrije ruimte. Hoe hoger je aankomstsnelheid, hoe meer ruimte je nodig hebt. De manoeuvre lijkt voor de ongeoefende zeiler gepaard te gaan met veel geweld, maar het resultaat is er niet minder om. In mijn situatie geen optie, gezien de korte vingersteigers en de afwezigheid van boxpalen. Ook bij boxpalen is de ruimte om af te stoppen minimaal.

De puts knoop ik tegenwoordig standaard vast achter in de kuip, klaar om overboord te gooien.

3. Rem

De puts dan? Die ligt standaard in de bak­ boord bakskist. De sloten zijn er onder zeil vanaf, maar als ik roer geef naar stuurboord kun je er nauwelijks bij omdat de helmstok de klep behoedt voor openen. De puts past echter wel in het hoekje achter in de kuip. Van daaruit zou ik hem uitstekend over­ boord hebben kunnen gooien. De weerstand van de puts in het water is op Spica – en ook op boten tot gemiddeld gewicht – voldoende om de snelheid uit de boot te halen. Een werkbare methode die de schade iets zou hebben beperkt.

Als het echt niet anders kan

Zijn er geen mogelijkheden meer over? Dan zit er maar één ding op: de boot ergens tegenaan parkeren op zo’n manier dat hij zo min mogelijk schade maakt. De vader van een vriend vertelde eens over hoe hij en z’n maten hun botter van zo’n 18 ton eikenhout bij een brug tot stilstand moesten brengen. “Het waaide hard en we konden nergens meer heen. Er zat maar één ding op: tegen een dukdalf. Frontaal op de steven, op de kielbalk, daar waar de boot het sterkste is.”

Zie ook: ‘Jij hebt geen roller nodig’

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 02/2018

Tags: Last modified: 18 september 2023
Sluiten