Nederlandse wedstrijden

Over alle soorten blauw

Ronde om Noord-Holland

15:15

De 27ste YSY Ronde om Noord-Holland staat gepland op 16 en 17 juni. Tot en met 15 mei kun je je nog inschrijven tegen een early birds-tarief. Dan zijn de inschrijfkosten namelijk €140, in plaats van €195. Ga jij ook meezeilen van Lelystad naar IJmuiden?

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 08/2020
Tekst: Ben Rutte en Marinus van Sijdenborgh de Jong

Of je nu toer- of fanatiek wedstrijdzeiler bent, de Ronde om Noord-Holland verveelt nooit. De route voert je langs alle soorten vaarwater: zoet, groot binnenwater, sluispassages, stroom en ondiepten van het Wad, golven en stroming van dieper kustwater. Binnenkort is-ie er weer, maar niets weerhoudt je de route deze zomer op eigen houtje te zeilen. Team Zeilen doet mee.

De andere deelnemers en de afsluitende barbecue moet je zelf even erbij denken, maar verder staat niets je in de weg deze zomer
op eigen houtje de Ronde om Noord- Holland te zeilen. Een mooi en uitdagend rondje, geschikt voor ervaren toerzeilers en fanatieke wedstrijdzeilers.
Vorig jaar zeilde Team Zeilen de wedstrijd mee. We blikken als redactie terug op de race en kijken ook meteen vooruit. Als je de route in je eentje gaat varen, wat kun je verwachten?

Goed zicht op de gennaker voor trimmer Ben.

Lange afstanden

Het is koffietijd als we voor het eerst de zeilen hijsen op Nautilus, een Sun Odyssey 349. Voor drie van de vijf bemanningsleden is het schip nieuw; de andere twee hebben de boot al een keer eerder gevaren voor een vaartest (zie kader). Welgeteld één overstag oefenen we gezamenlijk, daarna is het al tijd om ons te melden bij het startschip. Veel te kort om écht op elkaar ingespeeld te raken, maar het gaat prima. Er moeten ondertussen ook nog foto’s worden gemaakt, dus we gaan een minuutje te laat over de startlijn van de 23ste Ronde om Noord-Holland.
Marinus: “Goed dat we meteen de spi erop hebben gezet. Langzaam lopen we in op de bontgekleurde zeilen voor ons. Dit vind ik een van de leukste dingen aan wedstrijdzeilen op langere afstanden. Je bent altijd wel bij een medezeiler in de buurt die precies hetzelfde probeert te doen als jij: als eerste aankomen op de plaats van bestemming. En altijd is er wel iemand in de buurt om (te proberen) in te halen zonder elkaar écht in de weg te zitten. Met in totaal 96 deelnemende jachten in zowel wedstrijd- als toerklassen, heb je altijd wel iemand om mee te sparren. Als je de Ronde in je eentje vaart, mis je dat natuurlijk. Hoewel, er is altijd wel een ander jacht in de buurt dat als haas kan fungeren.”

Eerste rak: haalt hij ons in of halen wij hem in?

Tropisch

Ben: “Langzaam ontwikkelen we wat routine. Ons doel is verhalen maken, foto’s en video’s maken, en artikelen schrijven; de prestaties in de race komen op de tweede plaats. Ik vind het leuk om als niet-wedstrijdzeiler deel te nemen aan deze race. Er is een bonte mix aan ervaringen en verschillende motivaties om mee te doen. Veel schepen hebben het gezellig aan boord en het weer helpt mee. De wind staat verbazingwekkend goed door, meer dan verwacht en perfect om lekker hard te zeilen in de eerste uren van de wedstrijd. Het ronden van de Marker Wadden is altijd leuk. Het lijkt haast tropisch, met dat witte zand en mlichtgekleurd water. Ondertussen proberen we natuurlijk volop in te halen en wordt er flink gestreden.”

Wedloop langs de kust, lekker dicht op elkaar.

Wind pakken

Ben: “Als de gennaker eraf moet, loopt de boot gewoon met fok net zo lekker. ‘Overstag jongens, daar zit meer wind!’ Bertine is een Yngling-zeilster en leest de wind goed. We doen goede zaken en krijgen steeds meer vertrouwen in de boot. Binnen is het schuin en scheef, en mis ik randjes, richels en vakjes om dingen handig in te stoppen. Mijn laptop schuift bijna van de kaartentafel op de grond. Even snel een berichtje maken voor de website wordt een hele uitdaging. Om niet te we vergeten dat we moeten blijven schrijven, hangt er een geeltje boven de kaartentafel: ‘content maken!’ We moeten voorkomen dat we in het heetst van de strijd helemaal losgaan in de race en ons doel uit het oog verliezen. Een bekende valkuil.
Het laatste stukje naar Enkhuizen loopt het als een trein. Langzaam komt de vloot weer samen. Het licht is prachtig. Waarom doen we dit maar zo weinig? Hé, wacht, wie zet daar nu opeens zijn gennaker? Shit, dat moeten wij ook doen! Het is nog drie mijl, dat kan toch wel? Vijf minuten later staat hij en direct lopen we een knoop harder. Lekker dicht op elkaar racen met mensen die het zichtbaar ook allemaal voor de lol doen. Als we de finishboei in het vizier krijgen, komt het veld weer samen en daarna gaat de lange lijn jachten in één streep op Enkhuizen af.”

Floortje blijkt een goede stuurvrouw.

Rondom Enkhuizen

Marinus: “De motor is al gestart, direct na de finish bij het Naviduct zet ik hem in zijn werk. Vincent rolt de fok in, Bertine en Ben strijken het grootzeil. Floortje staat al binnen: “Wie weet waar het avondeten is?” Een groot deel van de 96 gestarte boten zien we terug. Vrijwel iedereen gebruikt dit moment – ergens aan het remmingswerk, in de sluis of onder het varen – voor het avondeten. Na de schutting maken Vincent en ik de boot vast klaar voor de avond. Floortje en Bertine doen korte interviews met andere teams. “We moeten opschieten, jongens; die twee uur gaan snel!” Tochtweerman Henk Huizinga heeft verteld dat de wind later afneemt, maar niemand weet hoe laat precies. Komen we te vroeg op het Wad, dan hebben we wel wind, maar stroom tegen.”

IJsselmeertactiek

Marinus: “Met het grootzeil omhoog en de motor aan varen we Enkhuizen uit. De wind is ingezakt en naar het noorden gedraaid. De eerste klap gaat naar Stavoren. Voor ons zien we de shorthanded Batfish overstag gaan naar Kreupel, dat we moeten ronden. Batfish is een Figaro 2, een van de moeilijkste eenheidsklassers die er bestaat. “Laten wij ook gaan,” zegt Bertine.
Na de tack houden we – we kregen een tip – flinke afstand van de oever bij Andijk, wat ons héél even laat inlopen op Batfish. Héél even.”

Het wachtschema voor de toerwedstrijdtocht.

Kijken en trimmen

Ben: “Ik ga even tukken en als ik bovenkom liggen we tussen Stavoren en Kornwerd. Heerlijk om telkens en continu fanatiek te blijven trimmen. Ik zie nu eigenlijk pas wat voor resultaat dat oplevert. Geconcentreerd blijven kijken en trimmen: hoe beter het gaat, hoe leuker het ook wordt. ‘Kijk hem nou, hij zit veel te dicht onder de kant!’ ‘Nee, hij trekt een walletje, wacht maar af.’ ‘Zij overzeilen de finish, dat doen wij beter. Oh nee, we hebben de verkeerde boei op het oog.’ We vermaken ons prima en langzaam zakt de zon iets lager in snaarstrakke luchten en een scherpe horizon. Mooi zeilen in een uitgestrekte vloot die rond boeien en finishlijnen telkens weer comprimeert tot een overzichtelijke sliert fanatieke zeilers die met de aanhoudende wind en de warme zon op hun wenken bediend worden.”

Meteen de sluis in

Ben: “We hebben het te druk om via de marifoon te interviewen – ons initiële plan. Eenmaal gefinisht bij Kornwerd kunnen we meteen de sluis in. Schutten, bijpraten met de achterburen in de sluis en dan allemaal door de brug. Daar willen we aanleggen om te zien of we met de drone beelden kunnen maken. De zon is al bijna een uur onder, maar de drone doet zijn werk goed: prachtige platen van een horde boten die het Wad opvaren onder een rustige, gouden avondlucht op vlakke water.”
Marinus: “Door onze fotostop zeilen we moederziel alleen het Wad op. De tientallen toplichten van ‘onze’ lichting verdwijnen in het duister. Regelmatig kijk ik op mijn tablet om te zien welke tonnen we kunnen verwachten. Het handzoeklicht van mijn eigen Spica ligt op de kuipbank, maar vooralsnog kunnen we alles goed zien. De zon verzilvert prachtige wolkenpartijen van achter de horizon. Een paar knopen wind glijden over het vlakke water. De code 0 staat erop, maar we gaan steeds langzamer. ‘De grote jongens van ORC 1 komen eraan,’ zegt Vincent en hij wijst naar de aanstormende toplichten. Even later scheuren ze ons voorbij alsof we zijn vastgelopen. ‘Er klopt iets niet.’ We kijken alles na: niets in het water, koers en schootvoering zijn goed, maar we lopen maar 3,5 knopen. De motorhendel staat in z’n achteruit zodat de klapschroef ingevouwen is. Voor de zekerheid zet ik de motor nog eens in zijn achteruit. Nautilus ontdoet zich ergens van en ineens accelereert de boot bijna anderhalve knoop.”

Den Helder voorbij

Ben: “Als een gloeiende kale tennisbal komt de maan achter de Afsluitdijk tevoorschijn. De wolk aan toplichtjes komt weer iets dichterbij, maar de wind valt langzaam weg. Een uur lang is er amper wind en is ’t flink zoeken om de loop in de boot te houden. Als de volgende ploeg wakker is, ga ik snel slapen; de stroom loopt alweer een half knoopje mee en dat wordt snel meer. Als ik na twee en een half uur wakker word, zijn we Den Helder al voorbij! De nachtploeg heeft fantastisch gevaren. Alle snelheid die er was hebben ze uit de wind geperst. Aan de communicatie onderling hoor je dat er geslapen moet worden. Voor ons ligt een zomerse dag en noordoost 2 tot 3 die onze gennaker vult. Vooraf gesmeerde boterhammen gaan erin als koek. De sfeer is uitstekend en de kwaliteiten van onze stuurvrouw Floortje – die zich niet laat horen als het om trim aanwijzingen gaat, maar die als de beste stuurt – zijn ongeëvenaard. Het lange rak naar de finish laat een prachtig stukje Noord-Hollandse kust zien die langzaam aan ons voorbij trekt. Waar is wind? Wie heeft druk? Concentratie! Straks neem ik wel een moment om weer wat te schrijven.”

Langs de kust

Marinus: “Hier doe ik het voor. Ruime wind, zon, gemiddelde golven, windkracht 4, een handzame, snelle boot en voldoende collega’s om lastig te vallen met flauwe humor. Vanochtend heb ik lang getwijfeld of we moesten afkruisen, en zo ja, tot waar dan? Zonder praktijkervaring met deze specifieke boot met deze zeilen was de puzzel niet gemakkelijk. Dichtbij de kust, minder afstand, minder wind, maar ook ondieper en minder stroom tegen? Of juist verder uit de kust, meer afstand, meer wind, maar ook dieper en dus meer stroom tegen? En welke afkruishoeken zijn dan optimaal? Leuk om over na te denken, maar vooralsnog zijn we er nog niet. Eerst maar eens wat boten voorblijven of inhalen. Hoe vaak we al zijn ingehaald? Dat zeg ik niet.”

Prachtig weer, lopend windje, einde in zicht.

Keerpunt meetpaal

Ben: “De finish is in zicht. Het keerpunt is de meetpaal aan de overzijde van de aanloopgeul bij IJmuiden. Gennaker weg, ruimte pakken om de paal in verband met stroming, en dan oploeven en zo hard mogelijk tegenstrooms tussen de pieren zien te komen. Best een uitdaging met grote scheepvaart in de buurt, maar met een ervaren bemanning en een strakke taakverdeling lukt ons dat heel goed. We zijn gefinisht!
We beginnen voorzichtig tevreden te zijn met onze positie ten opzichte van andere boten om ons heen. Hoeveelste zouden we zijn geworden? De kuipen zijn gevuld met tientallen andere blije roodbruine gezichten. We leveren het wedstrijdformulier in en juichen voor ons resultaat. Team Zeilen en Nautilus behalen een prachtige vierde plaats.

Klik op de afbeelding om deze groter te bekijken.

Omslagfoto en foto’s: Ben Rutte, Marinus van Sijdenborgh de Jong en Bertine van Dijk
Tekst: Ben Rutte en Marinus van Sijdenborgh de Jong

Tags: Last modified: 1 mei 2023
Sluiten