“Ruik je die dennengeur ook?” vraagt Ivar terwijl hij vanuit de kuip rondkijkt. “Jazeker! En wat is het hier ongelofelijk groen”, zegt Floris zachtjes. Het is nog vroeg: we zijn duidelijk nog niet gewend aan doorslapen na dertig dagen wachtjes draaien. Langzaam bekijken we de nieuwe omgeving. De lange quarantainesteiger waaraan we gisteravond laat afmeerden, maakt stilzwijgend zijn bedoeling duidelijk. Hij is namelijk niet met het land verbonden. Ook vormt hij de begrenzing tussen de moderne Opua marina en de naastgelegen, flink stromende rivier. De talloze boten die aan moorings liggen, geven eensgezind aan dat het afgaand water is. De zon breekt door en er schijnt een goudgele gloed over de beboste heuvels in de verte. Onze eerste indruk van Nieuw-Zeeland bij daglicht is overweldigend.
Check-in
Er liggen maar een paar andere boten aan de quarantainesteiger, wij zijn de enige nieuwkomers. Drie ambtenaren van customs and immigration, die in de loop van de ochtend langskomen, hebben dan ook alle aandacht voor ons. De gebruikelijke controle aan boord op etenswaren en inspectie van het onderwaterschip op aangroei blijft achterwege. De autoriteiten laten het coronarisico duidelijk zwaarder wegen dan een mogelijke besmetting door buitenlandse onderwaterbeestjes. De beambten blijven met mondkapjes en latex handschoenen op de steiger staan, stellen beleefd de nodige vragen en geven ons over de zeereling een aantal formulieren om in te vullen.
“How long were you guys on passage?” “Thirty days, non-stop”, antwoorden we terwijl een van de medewerkers ons Frans Polynesische uitcheckformulier bestudeert. “Oh dear, that long. Welcome to New Zealand guys!”, is het meevoelende antwoord. Al ons zorgvuldig gescheiden afval van de afgelopen maand verdwijnt in één grote zwarte plastic zak, inclusief enkele overgebleven uien en een laatste knoflookteen. Ze worden afgevoerd richting biohazardous waste disposal, verzekeren ze ons. Als beloning voor een ruim uur vragen beantwoorden en formulieren invullen, krijgen we een stempel in onze paspoorten: visa voor zes maanden.
Do not approach
Onze tijd op zee telt gelukkig mee voor de verplichte veertiendaagse quarantaineperiode. We hoeven dus niet op eigen kosten in een managed isolation facility, een bewaakt hotel, verplicht voor iedereen die het land per vliegtuig binnenkomt. Wel moeten we een coronatest doen. Voor een tochtje van nog geen honderd meter door de marina in de rib van de douane moeten we reddingsvesten en handschoenen aan, en mondmaskers op. Een vierde customs-medewerker houdt nieuwsgierige voorbijgangers op afstand als we een tot veldhospitaal omgetoverde portocabin betreden. Twee allervriendelijkste verpleegsters in beschermende overalls nemen met lange wattenstaafjes de tests af.
Niet veel later worden we weer keurig aan boord afgezet en wordt ons op het hart gedrukt dat we absoluut niet van boord mogen totdat de resultaten van onze coronatests terug zijn. We moeten een spandoek aan de reling vastmaken met de niet mis te verstane tekst: “Do not approach – vessel and crew in isolation”. We kunnen er hartelijk om lachen. Het houdt voorbijvarende watersporters op afstand, die overigens allemaal vriendelijk zwaaien. Sommigen roepen zelfs “Welcome to New Zealand!” Het weerhoudt onze Zwitserse vrienden Margrit en Ernst er niet van om en boodschappentas met vers eten voor ons op de steiger te zetten. Wat een verwennerij! We hebben ze ontmoet in Patagonië en ze zijn hier al een jaar.
Cocoonen
Met een lokale simkaart, gekregen van een douanemedewerkster, kunnen we online. De berichten stromen binnen, dus we zijn de rest van de dag zoet met lezen en antwoorden. Dat cocoonen bevalt ons uitstekend. We hebben nog steeds niet alles bijgewerkt als een douanemedewerker ons op zaterdagochtend feliciteert met negatieve testuitslagen. We mogen naar de marina verhuizen! We bedanken de vrouw en haar collega’s hartelijk. Er zijn zeker acht mensen met onze aankomst bezig geweest. De rekening voor dit circus: 0 dollar. De Kiwi’s laten duidelijk niets aan het toeval over en daar hebben we alle begrip voor. Als een van de weinige landen ter wereld is het Nieuw-Zeeland gelukt corona geheel uit te bannen en dat wil men hier graag zo houden. Wij kunnen ons geluk niet op nu we vrij zijn om te gaan en staan waar we willen!
Boerenmarkt
We verhuizen naar een ligplaats in de naastgelegen Opua marina en gaan meteen lekker douchen. Het blijft na elke overtocht bijzonder hoeveel je daarvan kunt genieten. Als Margrit en Ernst ons een dagje meenemen met hun auto, maken we kennis met het heuvelachtige achterland en zien we veel vrijstaande huizen, schapen en bos. Bij de regionale farmers market verkopen boeren, telers en ambachtelijke producenten hun waar direct aan de consument. Het water loopt ons in de mond van al dat lekkers en we kopen flink wat seizoensgroenten en -fruit, boerenkaas en versgebakken brood. Allemaal van uitstekende kwaliteit en het geeft een goed gevoel dat we zo de boeren direct steunen.
Bay of Islands
De dagen erna verkennen we de omgeving en nemen we weer afscheid van de luxe marina-douches. We varen de rivier af naar de Bay of Islands. Onder een stralende zomerzon herkennen we nauwelijks de route die we hier eerder – in het donker met slecht weer – in tegengestelde richting aflegden. De kerstdagen zijn niet ver weg meer en vormen gelijk het begin van de Kiwi-zomervakantie, met de bijbehorende drukte. Zowel wat het weer als de timing betreft, hebben we het geluk dit prachtige gebied nu nog vrijwel voor onszelf te hebben. James Cook bezeilde deze baai in 1769 en gaf haar deze naam. Het barst inderdaad van de eilanden. De meeste dragen nog de Maori-namen, die de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland ze zo’n 600 jaar vóór de komst van Cook gaven. Ons anker valt in de luwte van het eiland Urupukapuka. We wandelen het eiland rond, spotten veel inheemse planten en vogels, en genieten van de fraaie vergezichten, het heldere water en de witte stranden. Geen wonder dat dit een populair vaargebied is.
Aan de rivieroever
“Kijk dit nou”, roept Ivar als hij routinematig het weerbericht checkt. Nog geen week na onze aankomst in Opua ontwikkelen zich in de Stille Oceaan twee orkanen: Yasa en Zazu. Yasa gaat recht op Fiji af en Zazu trekt vanaf Tonga zuidwaarts. De laatste doet ons qua route denken aan de storm waarin wij terechtkwamen, alleen dan nog sterker. Terwijl wij met rustig weer verder zuidwaarts zeilen langs de kust van Nieuw-Zeeland, zien we hoe Yasa razendsnel uitgroeit tot een categorie 5-orkaan en veel schade veroorzaakt op Fiji. Zazu groeit uit tot een orkaan van categorie 2 en kruist precies de koers die wij voeren. We beseffen hoeveel geluk we hebben gehad dat we die voorgebleven zijn.
Bij Whangarei Heads zoeken we weer de beschutting van het land. Met een stevige stroom mee varen we de rivier op naar Whangarei. Enkele uren later helpen andere zeilers ons aanleggen in de Riverside Drive Marina. We voelen ons meteen welkom in de haven, waar we de komende maanden bootonderhoud willen doen. Als we Kerst met vrienden in Auckland en Nieuwjaar met medezeilers in Whangarei vieren, realiseren we ons ten volle wat een geluksvogels we zijn dat we nét op tijd in dit prachtige, coronavrije land zijn toegelaten.
Meer informatie? Kijk hier voor andere duurzame oplossingen en onze zeilavonturen.
Tags: Duurzaam, Sailors for Susatinability, Vertrekkers Last modified: 17 maart 2021
Hallo mannen,
Hebben jullie Alistair Mc Rae (vrouw Marijke Jeltes), de Marine Centre Supervisor van Port Whangarei Marine Centre al gevonden ?