Meteo

Hoe zeil ik door een bui?

10:00

Hoe herkennen we de bui en wat is de beste tactiek voor het snel en veilig passeren van een buiengebied? Willem Plet duikt in het meteorologische verschijnsel:

Tijdens een nachtwacht op reis van de Britse Maagden Eilanden naar St. Lucia kreeg ik het voor m’n kiezen. Een gebied van intense buien trok over me heen. Soms snel opeenvolgend, dan weer met tussenpozen van een half uur. Om mezelf bezig te houden trok ik herhaaldelijk het rif weer in en uit het grootzeil en stuurde ik braaf mee met de draaiende winden. Een zigzaggende koerslijn was het resultaat. Het kriebelde dat ik me eigenlijk geen andere raad wist met die wolkenpartijen dan dat. Was het reven echt nodig? Had ik een veiligere of snellere koers kunnen aannemen? Zijn er vuistregels? En hoe ga ik met diezelfde ruwe weersomstandigheden van de maand maart om hier in Nederland? Reden genoeg om het fenomeen bui weer eens onder de loep te leggen.

Stijgende lucht
Op onze breedtegraad in Nederland kennen we als zeilers buien eigenlijk voornamelijk van de koude sector na het passeren van een koufront. In de tropen ontstaan buien echter ook vaak in de dagelijkse cyclus van temperatuurschommelingen. In beide gevallen zorgt instabiliteit in de atmosfeer ervoor dat er een stijging van de warme en vochtige lucht van de warme sector plaatsvindt. Door het temperatuurverval tijdens de tocht naar boven condenseert het vocht. Hierbij komt warmte vrij waardoor de stijging verder doorzet en er uiteindelijk een wolk ontstaat. Zolang de wolk in ontwikkeling is blijft de lucht stijgen tot het moment waarop de condensatie overgaat in regen. Voordat neerslag ontstaat gebeurt er echter ook al van alles met de wind rondom de wolk.

Het leven van een bui
Tijdens het bovenstaande proces is er sprake van instromende lucht naar de wolk toe. Zodra de wolk ‘volgroeid’ is en er neerslag ontstaat spreken we van uitstromende lucht. Deze stromen veranderen de kracht en richting van de heersende wind op dat moment. We zullen dus moeten kunnen inschatten in welk stadium de wolk zich bevindt omdat beide processen tegenovergestelde eigenschappen aan de wind rondom de wolk toerekenen. Voor het oog zijn de twee processen gemakkelijk te onderscheiden. Dit is in de eerste plaats zeer handig, omdat we op basis van onze waarneming een tactische beslissing moeten maken wat betreft het passeren of over laten trekken van de wolk.

Instroming
Een regenwolk die nog in ontwikkeling is vormt in de regel geen bedreiging wat betreft harde winden. Wel zal er een verandering in het windpatroon ontstaan. Rondom de wolk wordt aan alle kanten lucht aangezogen die de wolk voedt. Dit betekent dat aan de voorzijde van de wolk de heersende wind en de instromende wind elkaar grotendeels zullen opheffen waardoor er terplekke minder tot geen wind zal zijn. De voorzijde van de wolk zien we overigens niet vanuit het perspectief van de zeiler, maar vanuit de trekrichting van de wolk. Verplaatsen we ons nu naar de achterzijde van de wolk, dan komen de richting van de instroming en de heersende wind steeds meer parallel te staan. Bewegend langs de flanken zal de windrichting veranderen naar de kern van de wolk toe en uiteindelijk in kracht toenemen en de gelijke richting aannemen aan de achterkant.

Uitstroming
Zodra de regenwolk neerslag begint te produceren zien we dit meestal van grote afstand al in de lucht. Nu waait het met grote snelheid uit alle richtingen van de wolk. Ook hier is een windpatroon te herkennen door het af te zetten tegen de heersende windrichting en kracht. Zo zal deze wolk aan de voorzijde veel wind produceren en naarmate de achterkant bereikt wordt juist een windstilte met zich mee sleuren. De winden die uit een uitstromende wolk komen zijn in de regel van een grotere kracht dan die uit een instromende wolk waar juist het windstilte gebied voorop groter is.

 

Vluchten
De tactiek die we kunnen aannemen hangt af van de fase waarin de wolk zich begeeft, in hoeverre we dat kunnen inschatten aan boord en van onze voorkeur. Wanneer we s ‘nachts in een buiengebied zitten zonder waarneming van de radar en we zitten daarbij niet in een wedstrijdveld, dan is het aan te raden een rif te steken en mee te gaan met de veranderende windrichting. In de regel geldt dat op het noordelijk halfrond de poolzijde van de wolk het minste wind met zich meedraagt. Mocht dit al niet meer te halen zijn omdat de wolk te dicht bij is, dan is het dwars uit varen weg van de trekrichting van de bui de beste optie.

Flankeren
Wanneer we in staat zijn de trekrichting van de bui goed in kaart te brengen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de regenplotter op de radar, dan kunnen we veel speelser met de bui omgaan. Meestal wijkt de trekrichting van de bui een aantal graden af ten opzichte van de wind die we op zeeniveau waarnemen. Dit betekent dat de bui niet recht van achteren of van voren komt en er dus een tactiek bestaat voor omzeilen van het licht weer gebied achter, dan wel voorafgaand aan de wolk. Komt de bui op een bovenwinds rak over stuurboord overdrijven, dan is een passage aan de linkerkant van de bui de beste optie om niet in het zog te belanden. Daar zit immers geen wind.

Vrijen met de wolk
Wanneer we een benedenwinds rak bezeilen is de potentiële ontmoeting met de bui veel langer. Nu kunnen we gebruik maken van de bui door er ‘naast’ te gaan zeilen tot de wind te achterlijk inkomt. Dan zitten we te dicht bij de as van de wolk en zullen we weer moeten oploeven om de ruime wind aan de flanken op te pakken. Zo kunnen we zigzaggend afkruisen met het windrijke gebied van de bui. Vooral met snelle boten kan dit een succesvolle vrijpartij met de wolk opleveren die uren kan duren.

 

Buien in lijn
Vaak zien we bij de aankondiging van een koufront dat buien in langgerekte achtereenvolgende linies overdrijven. De aanpak wordt dan al een stuk gecompliceerder dan een losse wolk, zoals we die net besproken. Als eskader van een groter meteorologisch verschijnsel, de depressie, bestaat er rondom deze wolken in de uitstromende fase vaak ook krachtigere wind dan in een afzonderlijke bui. De kracht van de winden die uit een bui kunnen komen is in grove mate ook in te schatten door de hoogte van de wolk te vergelijken met de afstand tussen de horizon en de onderkant van de wolk. Is de eerste afstand groter dan de tweede, dan de bui invloed hebben op de wind op zeeniveau. Hoe groter het verschil, des te groter de invloed op zeeniveau. Een andere manier om de komst en sterkte van een aankomende bui te waarnemen is de barometer die als aankondiging zal sterk zal dalen. Ten slotte kan ook op de radar de buiigheid en de grootte van buien worden waargenomen. Sterke buien zullen een hoefijzerachtig regenpatroon rondom zich voeren.

Maatregelen
De vraag of je snel en veilig door, of beter gezegd, langs een buiengebied komt hangt naast de boven besproken tactiek van waarneming en aanzeilen ook in grote mate af van de snelheid van zeilmanoeuvres als reven, gijpen en overstag gaan. Een goede schipper kent zichzelf en de mogelijkheden van zijn schip en is altijd alert op veranderingen in de luchtdruk en hemel. Laat het niet over je heen gaan!

Hoe merk ik een aanstormende bui op?

  • Radarbeeld op regenplotter
  • Wolkenpartijen drijven voor de sterren
  • Rappe af-/toename in wind
  • Val in luchtdruk/temperatuur
  • Plotselinge regenval

Hoe krachtig wordt deze bui?

  • Bepaal hoogte van de bui
  • Krachtig wanneer bui naar boven toe uitdijt als zijnde een kegel
  • Regen voor wind: “berg dan uw zeilen gezwind”
  • Krachtiger later in de avond door afkoeling atmosfeer

Dit artikel stond eerder in Zeilen maart 2013

Tags: , Last modified: 22 maart 2021
Sluiten