Actueel

Toen in Zeilen: Boot-EHBO

12:00

Een EHBO-doos is een vast onderdeel op elke boot, met wat verband, pleisters, pijnstillers en medicijnen voor veelvoorkomende kwaaltjes. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje; vingers tussen de schoot, giek tegen de kop of gewoon gruwelijk zeeziek worden. Maar wat als plots onderweg de boot geblesseerd raakt of kuren vertoont?

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen 07/2017.
Tekst: Klaas Jan Hoeve

Voor een verre reis heb ik me ooit een collectie antibiotica, een opblaasspalk en noodvullingen laten aansmeren. Bijna alles is ongebruikt gebleven. Er zijn keurige lijsten en interes­sante boeken over dit onderwerp versche­nen. Maar spullen die je niet aan boord hebt, kun je niet gebruiken op zee.

Gedachtenkist

Je kunt een complete bibliotheek aan boe­ken over motoronderhoud, zeilreparatie, elektra en tuigage meezeulen, maar dan ben je er nog niet. Goed gereedschap is wel het minste; heb je bijvoorbeeld een setje heel goede metaalboortjes aan boord en een boormachine die het ook zonder walstroom doet? En dan moet je ook nog een beetje handig zijn. Wel eens met de handboor een 6 millimeter gaatje geboord in een roestvrijstalen stripje? Oefenen helpt.
Maar kennis, vaardigheden en gereedschap is niet genoeg. Je moet de spullen aan boord hebben om reparerend op te treden bij onvoorzien onheil. De goed georgani­seerden onder ons hebben keurige doosjes aan boord: doosje elektra, doosje tuigage, doosje motor, doosje zeilmaken, et cetera. Echt, dat helpt om je niet een ongeluk te hoeven zoeken naar dat ene zekeringetje, brandstoffilter of klosje takelgaren. Maar hoe georganiseerd ook, er blijven altijd wat ‘dingetjes’ die niet zo makkelijk in te delen zijn. De oplossing voor dit probleem werd jaren geleden aangereikt door een vakman van het oude stempel: De ‘gedachtenkist.’ “Als je denkt dat je iets nog weleens nodig zou kunnen hebben, gooi het ding daar in.” Dus heb ik nu een gedachtenkist aan boord, zelfs twee: één voor tuigage en één voor ‘diversen’! Maar al te vaak krijg ik de vraag: “Waarom heb je dat in vredesnaam aan boord?” Toch kwam die kist laatst goed van pas, toen we schuilend voor slecht weer achter een schereneilandje aan de Noorse kust lagen.

Zwabberende mast

De depressietrein rolde volop langs de Noorse kust en de weergaten tussen de storingen door waren te kort om naar de vaderlandse wateren terug te zeilen. Tijd genoeg om de gedachtenkist eens op te ruimen. Ik werd in mijn overwegingen – weggooien of toch maar niet – gestoord toen de Noorse buurman me riep: “Yacht introuble”. In dikke zeegang probeerde een jacht van volle zee binnen te lopen. Merkwaardig was dat hij over bakboord met te veel gehavend tuig zeilde en over de andere boeg de fok wegdraaide en het gescheurde grootzeil griezelig liet klappe­ren met de motor voluit loeiend. De schip­per van het Duitse jacht nam geen risico, want zijn mast zwaaide over stuurboord zeilend schrikwekkend heen en weer. Het verhaal kwam er al snel uit. Komend van de Lofoten was het topwant bovenin gebroken, net onder de terminal, met nogal veel schade als gevolg. Ze wisten de mast te redden door die met twee vallen te schoren. Over bakboord zeilen ging nog wel, maar over stuurboord niet. “Vielleicht habe ich eine Lösung”, bracht ik in, den­kend aan mijn gedachtenkist.

Dremelen, boren en vijlen

Er rijpte een plan, dat nog wel lastig omdat een deel van de verstaging als rodrigging was uitgevoerd. En het was te link om, zonder volledige verstaging, in de mast te klimmen. De mast moest dus omlaag. Met behulp van de masten van twee naast­ gelegen jachten en de wereld aan blokken, takels en lijnen lukte het om de mast aan dek te krijgen. Nu een oplossing voor de verstaging vinden. De haakterminal was krom en vermoedelijk niet meer bruikbaar. Een deel van een oude spanner – uit de gedachtenkist – kon passend gemaakt worden, maar dan moest een van de lip­ pen afgezaagd worden. Op het eiland was geen walstroom, maar de Noorse buur had een generatortje en ik een dremel. Met slangklemmen en een lijmtang om het werkstuk vast te zetten op een picknick­ bank kon de Noor aan het werk. Ondertussen vond ik nog een dhz­terminal van precies de goede maat. Die lag al 20 jaar in de gedachtenkist te wachten op een bestemming. In mooie samenwerking brachten we het hele stag aan wal. Het ijzerwerk kon worden ingespannen om de terminal te bevestigen met behulp van drie bahco’s. Het gerepareerde stag was nu echter zeker 12 centimeter te kort. En weer bracht de gedachtenkist uitkomst. Het rvs­stripje dat ik vond bevatte helaas iets te kleine gaten om de toggles in te krijgen, maar veel scheelde het niet. Dus de oude handboor en mijn beste boortjes ingezet, een uur buffelen aan de boor, met een beetje koelolie, een beetje vijlen en dreme­ len zorgden voor de nodige ruimte.

Klik op de afbeelding om deze groter te bekijken.

Dankzij dingetjes

Het zag er een beetje raar uit, een halve spanner als haakterminal boven in de mast, maar het leek te werken, en belang­rijker: te passen. Met opgetrommelde spierkracht, drietalig vloeken en de wereld aan blokken en lijnen zetten we de mast weer overeind. Hijsen, stellen, spannen en wachten; houdt de noodreparatie het? Resultaat: vier dingetjes uit de gedachten­ kist helpen het Duitse jacht weer op weg. Twee dagen later is er een weergat. De wind blijft met 20 knopen uit het westen waaien, zodat ook de Duitsers over bak­ boord zeilend naar die Heimat kunnen varen. De gedachtenkist is weer een stukje leger en bij thuiskomst vind ik een bank­ overschrijving uit Duitsland van 200 euro: “Vielen Dank von deinen Segelnfreunden”. En dat voor wat dingetjes.

Omslagfoto en foto’s: Klaas Jan Hoeve, Tracey Johannson en Dirk Drost
Tekst: Klaas Jan Hoeve

Tags: , , , , , Last modified: 4 juli 2020
Sluiten