Overboordvallen is de grootste vrees van menig zeiler. Het is daarom ook goed om de man-overboord-manoeuvre te blijven oefenen. Anje Valk neemt een stap terug en schrijft in Zeilen 2 over de maatregelen die men kan treffen om te voorkomen dat iemand overboord gaat. “Niet MOB maar SOB: Stay on the Boat. Als je (overboord)valt ben je dood, tenzij je mazzel hebt.” Anje geeft in haar artikel onder meer vijf tips om ervoor te zorgen dat opvarenden aan boord blijven.
Een effectieve zeereling
Het gewichtszwaartepunt van het menselijk lichaam ligt ter hoogte van de navel. De CE-normering voor klasse A schrijft een zeereling van minimaal 60 centimeter hoog voor en op de meeste jachten is de reling niet hoger. Dat is voor mij – 1,65 meter lang – maar 10 centimeter boven de knie en voor langere mensen nauwelijks op kniehoogte. Ik zou dat geen reling willen noemen maar een struikeldraad. Op mijn eigen boot is de zeereling 70 centimeter hoog en bij de preekstoel zelfs 80 centimeter.
Het is mogelijk de zeereling te verhogen door de scepters te vervangen door langere. Bij de preekstoel en de hekstoel loopt de draad dan omlaag. Dat is even een vreemd gezicht, maar aan die aanblik raakt u gauw gewend.
Kortere looplijnen en meer midscheeps
Op de meeste jachten ligt een looplijn, waar de lijflijn aan kan worden vastgeklipt, van voor naar achter in het gangboord. Zo’n doorlopende lijn lijkt handig, maar geeft schijnveiligheid. Hij verhindert niet dat je – aangelijnd en wel – overboord kunt vallen. Span de looplijn zoveel mogelijk midscheeps, over het kajuitdak bijvoorbeeld. Weliswaar kunt u dan niet meer naar voren zonder de lijflijn om te klippen, maar hoe bezwaarlijk is dat, afgezet tegen betere veiligheid?
Genoeg houvastpunten
Overal moeten punten zijn waar je je vast kunt pakken. Een goede handreling over de opbouw, handgrepen aan de buiskap, ook aan de zijkanten. De kuip moet overal zijn voorzien van genoeg sterke grote ogen om de lijflijn aan te klippen, vooral ook onder handbereik vanuit de kajuitingang.
Veilige kuip-lay-out
Een grote, brede kuip is gevaarlijk als er geen houvast is voor de voeten. Hoe breder de boot, hoe hoger (letterlijk) de hoge kant is als de boot in een vlaag en/of een hoge golf sterk overhelt. De hoge kant van zo’n extreem brede kuip kan zonder genoeg houvast in een lanceerplatform veranderen. Grote stuurwielen nopen tot rechtopstaand sturen, maar dan moeten het stuurwiel en de stuurconsole wel sterk genoeg zijn om er met uw volle gewicht aan te kunnen hangen.
Een harnas met lijflijn
Een zwemvest is alleen nuttig als het wordt gedragen, zo luidt een slagzin van de KNRM en de RNLI. Helemaal mee eens! Hetzelfde geldt voor een harnas met lijflijn. Welk van de twee draagt het meest bij aan de veiligheid? Niet het zwemvest, dat houd je alleen maar drijvende – dead or alive. Zwemvesten zijn meestal voorzien van een geïntegreerd harnas. Maar permanent een zwaar zwemvest aan je lijf is vermoeiend. In de praktijk doet de vrije wacht binnen zijn zwemvest af. Als er dan om snelle assistentie wordt gevraagd, komt hij/zij daardoor al gauw onaangelijnd aan dek. Ik ben daarom voorstander van een los harnas, comfortabel om permanent te dragen.
Foto’s en tekst: Anje Valk
Last modified: 8 februari 2019
Nuttige aanbevelingen, voorwaar. Maar waarom niet iets geschreven over de hardnekkige gewoonte van zeilers om hun REDDINGSTRAP te blokkeren met touwtjes, kettinkjes en zo. Voorzorg is goed, maar als het een keer mis gaat moet de drenkeling ZELF aan boord kunnen komen. Een zeiler die daar geen voorziening voor maakt weet niet wat hij riskeert. Spring van de zomer maar eens overboord en probeer op je eigen schip terug te komen. Ik pleit voor een verbod op het woord ZWEMTRAP.
En als we toch een verbod gaan instellen, dan ook op het woord ZWEMvest als je een REDDINGSvest bedoelt. Niet dat dat je redt, maar het is zeker niet bedoeld om mee te zwemmen.
Ik heb al de reddingsvestdragers nooit goed begrepen. Overboord slaan in slecht weer is meestal een dramatisch einde. Een vest helpt dan niet meer om terug te keren. SOB inderdaad. Draag een harnas met een langere en een kortere lijn. De korte is zoveel mogelijk verbonden met het schip zodanig dat het zwaartepunt van je lichaam de zeerailing nooit bereikt. Je blijft altijd op het schip ook in staand water. De iets langere lijn dan de korte is voor het ‘overklippen naar een ander punt. Ook de langere lijn bereikt de zeerailing niet. Looplijnen dichter bij het midden van de boot is uiteraard slimmer. Letop de looplijnen hebben ook een uitslag waardoor je alsnog aan de romp komt te hangen en ook dat is foute boel. Geef de looplijn meerdere verzekerde bevestigingspunten. Test hetzelf: ga er in de haven gewoon aan hangen en zie hoever je buiten de boot kan vallen.
Volgens mij is het besef dat de zee de ultieme wildernis belangrijk. Dat moet voor vertrek gezegd zijn. Alleen aan boord blijven is veilig. Niet dat je doodsbang moet zijn, het wegverkeer is minstens zo gevaarlijk. Gewoon beseffen waar je mee bezig bent.
Ik houd als stelregel: overboord is dood. Zeker als je alleen, of met twee vaart. Overleef je het, dan heb je een lot uit de loterij! Dik in de kleren en na een paar minuten koud water heb je echt hulp nodig om weer aan boord te komen en ben je loodzwaar. Harnas en lijflijn dus. Toch draag ik een reddingvest, ook als ik alleen vaar. Mocht ik overboord gaan zou ik niet willen dat mijn vrouw jaren in onzekerheid moet zitten omdat ik vermist blijf.
Verder ben ik het helemaal eens met het voorgaande.
Heel goed om dit nog eens te benadrukken. Zorg dat je aan boord blijft! Je kan daar niet voorzichtig genoeg mee zijn, ook bij rustig weer. Voor het geval dat het toch mis gaat, moet de hele bemanning de mob procedure van begin af aan door en door kennen en beheersen. Het gaat om een mensenleven en soms ook om de scheepshond (hij heeft het overleefd). Als je overboord bent geslagen zijn je kansen nog maar heel gering. In mijn tijd bij HM Koninklijke Marine oefenden we de S-turn. Dat werkt als de mob melding onmiddellijk wordt gedaan. Blijf aan boord, neem geen risico’s. Ook onder extreme omstandigheden (kentering, ontmasting)is je schip nog de veiligste plek. Ga er niet te snel vanaf. Daarom is het ook zo belangrijk om met je bemanning zaken als brandpreventie en brandbestrijding te oefenen. Evenals wat kan je doen als je schip is lekgeslagen. Voor een dagje op het IJsselmeer gaat dit alles misschien wat ver, maar toch….Ook daar komen jaarlijks nog mensen om het leven. En ja, een zwemtrap en 20 meter lijn achter je boot, veiligheidsmaatregelen die je automatisch in je systeem hoort te hebben. En “what about” het gezag. Misschien wel een oude marine tic, maar ik heb altijd voor het ontmeren duidelijk gemaakt dat in bijzondere omstandigheden iedereen zich moet houden aan de beslissingen van de schipper. Ik dus. Onder zeezieke omstandigheden op de rede van Ramsgate heb ik dat nog wel eens moeten laten gelden. Veiligheid, je kan er niet genoeg aan doen, hoe overdreven je opvarenden dat ook vinden.