Het is niet uitgesloten dat bij een volgende Volvo Ocean Race weer sprake is van Nederlandse deelname. De mogelijkheden hiervoor worden momenteel ondermeer onderzocht door vijfvoudig deelnemer Bouwe Bekking, wiens grootste wens het is de race te winnen, liefst als schipper van een Nederlandse boot. Samen met Tom Touber, die bij ondermeer de ABN/AMRO en Delta Lloyd campagne betrokken was, blikt Bekking alvast vooruit.
Het is niet uitgesloten dat bij een volgende Volvo Ocean Race weer sprake is van Nederlandse deelname. De mogelijkheden hiervoor worden momenteel ondermeer onderzocht door vijfvoudig deelnemer Bouwe Bekking, wiens grootste wens het is de race te winnen, liefst als schipper van een Nederlandse boot. Samen met Tom Touber, die bij ondermeer de ABN/AMRO en Delta Lloyd campagne betrokken was, blikt Bekking alvast vooruit. Volgens Tom Touber is het belangrijk dat de kosten voor een VOR campagne omlaag gaan, zodat teams met lagere budgetten toch competitief kunnen racen.
Eenheidsklasse
Een manier om tot kostenreductie te komen, is het invoeren van een eenheidsklasse. “Als je bijvoorbeeld bij één of twee werven één ontwerp bouwt, is dat veel goedkoper dan wanneer iedereen een eigen design maakt en bouwt. Bovendien is het risico dat er iets misgaat voor iedereen even groot. Een ander voordeel is dat je over een jaar nog zou kunnen instappen, terwijl je met een eigen ontwerp al op korte termijn zou moeten beginnen.”
KostenbesparingKostenbesparing zit ‘m volgens Touber en Bekking niet alleen in het materiaal. Zo denkt Touber dat de teams, marketingorganisaties van de deelnemers en de VOR-organisatie als de teams aan de operationele kant kunnen bezuinigen. Dus op het gebied van aantallen mensen, accommodatie, vliegen, etc. Bekking denkt vooral aan het beperken van het aantal stopovers, die per keer van hem langer mogen duren. Touber haakt daarop in: “De kortere stopovers zijn een verandering. Dat is positief en negatief. Enerzijds heb je een hartstikke leuk en goed bezocht weekend met de Pro-Am, In-Port Race en de start. Anderzijds is het killing voor de teams. De stopovers zijn soms maar anderhalve week. Als je dan door schade laat binnenkomt, heb je eigenlijk maar twee dagen om de boot van offshore naar inshore modus te fiksen en in de race te brengen. De doelstelling hiervan was dat de kosten van de race omlaag zouden gaan. Dat is maar ten dele gerealiseerd.”
Nationale teams
Om de interesse van het algemene publiek nog sterker te maken, ziet Touber graag het concept van nationale teams zijn intrede doen. “Bijvoorbeeld dat minimaal zestig procent van de bemanning uit het land van herkomst moeten komen. Dan krijg je met de nationale sentimenten te maken, bijvoorbeeld Nederland tegen Duitsland. Met een haven erbij heb je volgens mij een product. Dan is media- en publieke aandacht geen enkel probleem.”
Conclusie
Als het aan Tom Touber en Bouwe Bekking ligt, gaat de volgende Volvo Ocean Race terug naar de essentials. Dus komt het zwaartepunt bij het oceaanracen te liggen en wordt het motto ‘Life at the Extreme’ meer opgezocht. De waardering van de in-port races wordt dan minder. De kosten moeten omlaag en het op transport zetten van de boten wordt vermeden. De economische ontwikkeling in de wereld bepaalt mede de route. En de eenheidsklasse is haalbaar als er dan ook echt gelijkwaardige jachten van dezelfde werf komen. Verder is de combinatie boot en stopover een winnende combi. Nationale teams zullen daarbij versterkend werken. “Ik denk dat als we een paar van dit soort ideeën kunnen doorvoeren, dat de volgende races best eens met meer dan tien schepen gevaren kan worden”, besluit Touber.
Inmiddels schijnt een kandidaat voor een Nederlandse campagne zich al te hebben gemeld. Een tweede heeft interesse getoond. Op 2 juli is er in Lelystad een persconferentie. Ongetwijfeld zullen we dan meer vernemen over de plannen.
Tags: The Ocean Race Last modified: 14 juni 2012