Nieuws

Dit jaar mogelijk ongekend actief orkaanseizoen op Noord-Atlantische Oceaan

Door uitzonderlijk warm zeewater en einde El Niño

09:18

Het KNMI verwacht dit jaar een ongekend actief orkaanseizoen op de Noord-Atlantische Oceaan. Met twintig voorspelde tropische stormen en negen orkanen, waarvan vier zware, kan het een nog actiever seizoen worden dan afgelopen jaar. Oorzaken van de hoge activiteit zijn de uitzonderlijk hoge zeewatertemperaturen en het ten einde komen van de huidige El Niño-periode.

Orkaanactiviteit

Het orkaanseizoen op de Noord-Atlantische Oceaan loopt officieel van 1 juni tot en met 30 november, maar de meeste orkanen vormen van augustus tot en met oktober, als het zeewater op zijn warmst is. Het aantal tropische stormen dat een naam heeft gekregen bepaalt de orkaanactiviteit in een seizoen. Het orkaanseizoen van 2023 was al bovengemiddeld actief, met twintig officiële tropische stormen en zeven orkanen, waarvan drie zware orkanen (categorie 3 of hoger). Het zeer actieve orkaanseizoen van vorig jaar is met name te verklaren door de ongekend warme Atlantische Oceaan, aldus het KNMI. Hierdoor was het water over een groter gebied en gedurende een langere periode warm genoeg voor het vormen van orkanen.

Het zeewater is nu nog steeds uitzonderlijk warm; zelfs warmer dan het ooit geweest is rond deze tijd van het jaar, aldus het KNMI. 2023 kende daarbij een dempende factor op de orkaanactiviteit die dit jaar verdwijnt: El Niño. Nu El Niño ten einde komt en we misschien zelfs later dit jaar te maken krijgen met La Niña, verwacht het KNMI voor komend orkaanseizoen meer orkanen dan vorig jaar.

actief orkaanseizoen 2024
Temperatuur van de Noord-Atlantische oceaan vanaf 1 januari 1981 tot 25 maart 2024. Bron: ClimateReanalyzer.org. / © KNMI

Ontstaan orkanen

Hoe beïnvloeden warmere oceanen en El Niño precies de orkaanactiviteit? Een orkaan heeft ten eerste zeewater van ten minste 26,5 graden Celsius nodig om te ontstaan, schrijft het KNMI. Hoe warmer de oceaan, hoe groter de kans op orkanen. Ten tweede vormt een orkaan vanuit een groot lagedrukgebied dat vanuit Afrika de Atlantische Oceaan overtrekt. Als zo’n lagedrukgebied over een warme oceaan trekt, stijgt verdampend zeewater op. Eenmaal hoger in de atmosfeer koelt de lucht af, en vormt meer regen- en onweerswolken in het lagedrukgebied.

Een derde noodzakelijke voorwaarde voor een orkaan is de Corioliskracht, veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Want alleen onder invloed van die kracht spiraalt de lucht in een lagedrukgebied om het centrum heen, in plaats van recht naar het midden de stromen. Op de evenaar is de Corioliskracht nul en kunnen dan ook geen orkanen ontstaan. Deze voorwaarde verklaart waarom bijvoorbeeld Bonaire door een stuk minder orkanen getroffen wordt dan Saba en Sint Eustatius: Bonaire ligt dichter bij de evenaar.

Het vierde en laatste ingrediënt voor de vorming van een orkaan is weinig verticale windschering. Dit betekent dat de windsnelheid en -richting aan de bovenkant van de storm, op hoogte in de atmosfeer, ongeveer gelijk moeten zijn aan die op zeeniveau. Als deze namelijk teveel verschillen, wordt de vormende orkaan letterlijk uit elkaar geblazen. Tijdens een El Niño-periode is er meer verticale windschering dan normaal, wat een dempend effect heeft op de orkaanactiviteit.

La Niña

El Niño loopt nu echter ten einde en er is zelfs 62% kans dat we later in het jaar in La Niña terechtkomen- wat juist leidt tot meer orkanen. De ontwikkelingen zijn echter nog onzeker, benadrukt het KNMI: “Het is te hopen dat de zeewatertemperaturen niet extreem hoog blijven en La Niña toch langer uitblijft.”

Omslagfoto: © lecruesois

Last modified: 11 april 2024
Sluiten