Dit is typisch een vraag die ten grondslag ligt aan de meteorologie die relevant is voor zeilers, namelijk de synoptische meteorologie. De synoptische meteorologie houdt zich bezig met de beschrijving en kaartering van het weer op bepaalde vaste tijdstippen, in een groot gebied, met het doel hieruit weersverwachtingen op te kunnen stellen en zo een verstandige route te kiezen. Om te begrijpen waarom het in onze contreien gemiddeld harder waait in de winter dan in de zomer, moeten we dieper graven.
Wind
De oorzaak van wind is het grootschalige verschil in luchtdruk over de aardbol; op weerkaarten aangegeven als luchtdrukgradiënten. De luchtdrukverdeling wordt beïnvloed door oppervlakte temperaturen rondom de evenaar. Door warme lucht aan het aardoppervlak ontstaat er daar een lagedruk-gordel. In de Subtropen rond 30º ontstaan daardoor hogedrukgordels, die op hun beurt weer gordels van lagere druk gordels genereren tussen 45º en 60º en hoge druk gordels tussen 60º en 90º.
Straalstroom
Lucht stroomt van hoge druk naar lage druk gebieden. Op onze breedtegraad komen dus relatief koude lucht uit de polen en relatief warme lucht uit de subtropen samen. Waar de luchtsoorten elkaar tegenkomen kan op ongeveer tien kilometer hoogte een krachtige wind ontstaan die op het noordelijk halfrond naar west naar oost stroomt. Deze straalstroom kan windsnelheden van ongeveer 60 tot 150 knopen bedragen. Dit is de voornaamste ‘sleurende’ factor die de golf van depressies over ons heen trekt. De straalstroom komt voor op de breedtegraad waar het verschil van de ontmoetende luchtsoorten het grootst is. Dit betekent dat deze in de zomermaanden ten noorden van Nederland ligt, maar in de winter zorgt de mindere toevoer van warme lucht uit de subtropen ervoor dat de straalstroom zuidelijker juist komt te liggen. Hierdoor krijgen we vaker en meestal ook intensere depressies over ons heen.
Temperatuurverdeling
Door de slechtere toevoer van warmere lucht van de subtropen is het verschil in temperaturen tussen zuid en noord Europa ook groter dan in de zomer. Grotere temperatuurverschillen veroorzaken grotere drukgradiënten en zo ook gemiddeld meer wind. Daardoor zijn overtrekkende depressies gemiddeld ook groter en heftiger dan in de zomermaanden. Dit is het meest extreem wanneer de noord-zuid transitie van de straalstroom het snelst gaat; begin winter – november- en begin lente, in maart.
Zeilen in de winter
Afgezien van het ‘snijdend’ potentieel van koude wind in de winter waait het dus ook frequent harder. Niet alleen in Nederland, maar op onze breedtegraad over vrijwel het gehele noordelijk halfrond. Het maakt uitzetten van routes omwille van veiligheid en schadevoorkoming niet makkelijker, maar wel spannender.
Tags: Koppels & Krachten, storm, vaartips Last modified: 22 april 2021
Goed en duidelijk verhaal. Maar daar komt nog een effect bij: als er in de winter een wind staat die dezelfde snelheid heeft als in de zomer, dus beide seizoenen bijv 10 knopen, is de druk op de zeilen in de koude winterse wind groter. Het lijkt dan dus dat er meer wind staat dan je bij die windsnelheid in de zomer gewend was. Dat komt doordat de koudere lucht grotere dichtheid heeft dan de warme zomerlucht en dus zwaarder is. Het lijkt dus of er meer wind staat terwijl de windsneldheid dezelfde is.
Dat effect is duidelijk te constateren als je in het late najaar of de winter gaat zeilen.
Zeelieden zeiden vroeger dan ook dat de wind in de winter “dikker” is.
Bij lage temperaturen is de massa van een m^3 lucht groter.
De energie van een hoeveelheid lucht met snelheid v m/sec is dus groter