The Ocean Race

De beste slaapplekken aan boord

13:36

In de dagelijkse blog van Team Brunel schrijft Stefan Coppers over de beste slaapplekken aan boord. De gewilde gangpaden gaan voorbij zijn neus, als navigator ‘Capey the Cat’ sluipend naar zijn plekje begeeft. “Weltrusten Capey”, is het enige dat Coppers kan uitbrengen.

“Ik vermoed dat iedereen nu wel weet dat de zeilers van Team Brunel met licht weer in de punt van de boot slapen. Het mag ook duidelijk zijn dat dit in een zwarte carbon boot bij 45 graden niet bepaald een feest is. Maar weten jullie wat de meest favoriete slaapplaatsen in het voorste gedeelte van de boot zijn?

Niemand wil op de watertank slapenDe twee ‘gangpaden’ bieden plaats aan vier redelijke slaapplaatsen. Waarom? Doordat de kantelkiel gekanteld is, hangt de boot altijd – ook met weinig wind – een beetje schuin. Echt comfortabel is het niet, maar in de ‘gangpaden’ rol je in ieder geval nog tegen de zijkanten van de romp aan. Snap je het nog? Wanneer je in het midden op de watertank komt te liggen, ben je echt de sigaar. Bij elk windvlaagje – de boot komt dan schuiner te liggen – glij je met het slaapmatje en al naar de lage kant, waardoor je alleen in een soort verkrampte ‘nee-ik-wil-niet-wegrollen-houding’ kan slapen. Er zijn zelfs zeilers aan boord die na hun wacht het eten overslaan, om in ieder geval een fatsoenlijke slaapplaats te bemachtigen. (Ik mag van hem niet zeggen dat het Rokas is.)

Holy shit, wat had ik gisteravond zin om goed te slapen. Buiten is het windstil, binnen in de boot is het aardedonker. Terwijl ik met een lepel door de noedels roer, schijn ik met een zaklamp in het vooronder. Yes, er is een goede plek over. Dit wordt mijn nacht. Ik zet de fluitketel met water op het vuur en sprint vervolgens naar de voorpunt. Ik begin daar als een volleerde leeuwerik van rondzwervende onderbroeken en tassen een nest te bouwen. Niks staat een vier uur nachtrust nog in de weg. Ik hoef alleen nog een fluitketeltje water over het gevriesdroogde eten van de jongens te gooien.

Terwijl ik het kokende water over de oosterse maaltijd sijpel, zie ik in m’n ooghoek die verrekte Andrew Cape de punt in schuifelen. Rokas Milevicius scheert zichHij snuffelt nog net niet, maar je ziet dat hij een heerlijk bedje ruikt. “Waar gaan we naartoe, meneer de navigator”, wil ik zeggen. Maar ik kom niet verder dan: “Weltrusten Capey.”

Ken je het fenomeen, dat je kat altijd op de krant gaat zitten, als je die net wil gaan lezen? En dan het liefst met zo’n blik van: “No way, dat je mij hier vandaag nog vanaf krijgt.” Die blik toont Capey mij nu ook, terwijl hij op handen en voeten een holletje begint te maken. Van mijn bed dus. “En nou met gierende banden wegwezen hier Capey the Cat en vlug wat,” schiet er door mijn hoofd. “Ik heb je de afgelopen twee weken hier ook niet gezien, dus terug naar je navigatiehok.” Maar even later stamel ik enkel: “D-d-denk je, dat ik nog even m’n oordopjes kan pakken, die liggen daar ergens?”

Die nacht ligt de harde watertank beroerder dan ooit, maar het zachte spinnende geluid dat onze navigator maakt geeft ergens toch een warm gevoel. Met de beruchte Straat van Malakka – één van de drukste vaarwegen ter wereld, met verraderlijke zandbanken en een harde stroming – voor de deur heeft hij een goede nachtrust harder nodig dan wie dan ook.

 

Bron: brunelsailing.net

Last modified: 5 mei 2021
Sluiten