Onderhoud & klussen

Gerust de blauwe vlam benutten

11:02

Explosies op zeiljachten door lekkend gas zijn gelukkig zeldzaam geworden. Volgens experts is dit te danken aan goede voorlichting. Toch zijn er in de Nederlandse en Europese regels een paar opvallende losse eindjes. Hans Buitelaar zet ze op een rij.

Hoewel branche-afspraken en wetten niet naadloos aansluiten, bieden ze volgende ingewijden voldoende houvast voor het veilig omgaan met gas. “Gelukkig gebeuren er de laatste jaren steeds minder ongelukken met gas aan boord”. Maar als het mis gaat, is het gevolg een doffe dreun.” Het is de problematiek met butagas en propaangas in een notendop.

Enorme klap

ZEI1204R55_GasinstallatiesbButaan en propaan, de soorten gas die puur of in een mengvorm in de flessen zitten die aan boord worden gebruikt, zijn beide zwaarder dan lucht. Bij kamperen of andere buitenactiviteiten levert dat niet zoveel problemen op. Mocht gas ontsnappen, dan zal het verwaaien, naar de grond zakken en uiteindelijk oplossen in de lucht. In een boot is dat anders; die is van onderen dicht. Ontsnappend gas verzamelt zich dus in de bilge. Vaak gaat dat ongemerkt. Uit een klein lekje in een leiding kan dagenlang gas stromen, dat zich onderin de boot verzamelt en zich mengt met lucht. Dat is het grote risico met gas: in een bepaalde mengverhouding met zuurstof verandert het van een stof die gecontroleerd brandt in een zeer explosief mengsel. Voor ontbranding is altijd nog vuur of een vonkje nodig. Wanneer de schipper na een aantal dagen terugkomt op de boot en een lampje aandoet, springt precies dat ene vonkje over bij de lichtschakelaar. Een enorme klap is het gevolg. De ontploffing kan zo sterk zijn dat het dek van de romp wordt gelicht en het kajuitdak meters de lucht in vliegt.

Specialistenwerk

Kreisel denkt dat de voorlichtingscampagnes van de afgelopen jaren wel hebben bijgedragen aan de vermindering van het aantal ongelukken. Op het kantoor van Kersten experts, waar Kreisel directeur is, werden zo’n tien jaar geleden nog ongeveer acht tot tien gevallen van schade door gasexplosies behandeld. Tegenwoordig komen die gevallen nauwelijks nog voor in zijn praktijk.

In Nederland is het Certificaat Gasveilig het criterium voor een veilige gasinstallatie. Het Watersportberaad, de Hiswa, ANWB, het Watersportverbond en de KNMC (Motorjacht Club) publiceerden een aantal jaren geleden gezamenlijk de brochure Gasveilig, een veilig idee, waarin de richtlijnen van het certificaat

worden uitgelegd. Het is gebaseerd op de NENISO-norm 10239, die in 2001 van kracht werd. Installateurs die na een keuring van de gasinstallatie aan boord van jachten constateren dat deze aan de normen voldoet, kunnen het Certificaat Gasveilig toekennen. Ruim vierhonderd installatiebedrijven in Nederland zijn gemachtigd het certificaat toe te kennen.

ZEI1204R55_In de kombuisNiet verkrijgbaar

De norm beschrijft onder meer dat voor gasinstallaties aan boord alleen CE-gekeurd aansluitmateriaal mag worden gebruikt. Hier ontstaat meteen een probleem. Henk en Janneke Bos constateren in het informatieblad voor de zeilende chartervaart (nummer 50, februari 2010) dat CEgekeurd materiaal voor gasinstallaties aan boord in Nederland niet verkrijgbaar is. De omzetten in de acht millimeter leidingen en aansluitingen die daarop passen, zijn te klein om het voor de handel rendabel te maken op die producten een CEkeur aan te vragen. Installateurs die bevoegd zijn om het Certificaat Gasveilig toe te kennen voor goed aangelegde installaties, hebben ook de verantwoordelijkheid om te controleren of de gebruikte materialen van de juiste kwaliteit zijn, gelijkwaardig aan de eisen van het CE-keur.

Zelf installeren

De brochure waarmee de watersporters worden ingelicht over de eisen waaraan een veilige gasinstallatie moet voldoen, stelt dat de schipper de leidingen niet zelf moet aanleggen, want: ‘Het is specialistenwerk’.

Toch wordt in dezelfde brochure vrij duidelijk uitgelegd hoe een gasinstallatie moet worden aangelegd. Op internet zijn ook checklists te vinden waarmee niet alleen de installateur, maar ook de klusser kan nagaan of aan alle eisen voor het certificaat is voldaan.

Er is echter één belangrijke eis waaraan ook de handige doe-het-zelf schipper niet gemakkelijk kan voldoen: de leidingen moeten na installatie worden ‘afgeperst’ om ze op lekkage te controleren. Dit betekent dat het netwerk van metalen eidingen verbonden met knelkoppelingen onder een hogere druk wordt gezet dan die de drukregelaar op de gasfles doorlaat. De installateur zet op de leidingen een druk van tenminste 1 bar door een pomp aan het netwerk te koppelen.

Leidingen

Zou een eenvoudige aansluiting met een goedgekeurde slang die rechtstreeks van de gasfles naar de gebruiker loopt niet veel overzichtelijker en veiliger zijn? Dat scheelt een hele serie aansluitingen met knelkoppelingen, die elk weer een potentiële bron van lekkage zijn.

Cees van Essen van Safetycase is een van de bevoegde keurmeesters van het Certificaat Gasveilig. Hij verduidelijkt de reden achter de voorschriften. “Een slang kan uitdrogen, knikken, hij beweegt en kan tussen andere spullen in kasten en bakskisten in de verdrukking raken. Bovendien wordt alleen een vaste installatie afgeperst en op die manier gecontroleerd op lekdichtheid. Ik doe nu al veertien jaar installaties en controles voor het Certificaat Gasveilig. In die tijd heb ik heel wat slangen gezien die beslist niet bijdroegen aan een veilige gasinstallatie. Een systeem met vaste leidingen blijft veel langer intact. Wel moet ook daarbij de bemanning blijven opletten. Zo heb ik eens een boot gezien waarop de gasleiding door de kast liep waar het natte oliegoed werd opgehangen. Het was er vochtig met grote kans op corrosie van het leidingwerk. Maar het ergste was dat er knaapjes aan de leiding hingen. Met zo’n zware natte jas gaat die doorbuigen en dan heb je een gaslek.”

Waarom moeten de leidingen met knelkoppelingen worden verbonden? Solderen garandeert toch veel gemakkelijker een lekdicht resultaat?

Van Essen: “Zacht solderen mag niet. In propaan en butaan gas zitten stoffen die het soldeertin aantasten. Wat wel mag, is hard solderen. Dat is een techniek die geen tin maar zilver toepast als bindmiddel en waarbij met hogere temperaturen wordt gesoldeerd. Daarnaast heeft de knelkoppeling het voordeel dat de leidingen achteraf kunnen worden aangepast, mochten er andere apparaten bij komen of de indeling van de boot verandert.”

Slangen

“Slangen zijn alleen toegestaan als het echt niet anders kan”, vervolgt hij. “Dus om de laatste verbinding te maken tussen de vaste leidingen van koper of roestvast staal en het cardanisch opgehangen gasfornuis. Daarvoor zijn tegenwoordig behalve de oranje rubberen slangen ook slangen met een rvs mantel te koop. Die rubberen slangen moeten om de drie jaar worden vervangen, terwijl een rvs exemplaar tot 25 jaar mee gaat. Ik kan ze echt aanbevelen.”

Foutje in de folder

In de brochure over veilige gasinstallaties staat dat gasleidingen nooit binnen dertig centimeter van elektrasnoeren mogen worden geplaatst. Dat is niet juist. Het voorschrift in de ISO-norm is dat de leidingen niet binnen drie centimeter van elektradraad mogen liggen.

De Hiswa heeft de fout in een erratum op de checklist voor installateurs gecorrigeerd. Dat blijkt bij navraag niet bij alle installateurs bekend. “Wat op een boot nogal eens voorkomt is dat dunne elektradraden worden overbelast”, heeft Van Essen ervaren. “Dan worden de draden warm. Als ze nu vlak naast gasleidingen liggen, dragen ze die warmte over en ontstaat een te hoge druk in de leidingen. Dat kan leiden tot lekkages.”

Kleine lettertjes

In de polissen van watersportverzekeringen is een clausule opgenomen dat schade veroorzaakt door brand niet is verzekerd als de gasinstallatie niet is goedgekeurd en voorzien van een certificaat gasveilig. Dat zou in de praktijk betekenen dat op heel veel jachten – het merendeel

van de Nederlandse vloot – geen brandschade wordt vergoed. Dat blijkt toch niet het geval.

“Die uitsluitingsclausule in de polissen kennen we uiteraard”, meldt Kreisel. “Als verzekerde moet je aan je tussenpersoon vragen of hij het ook voor de rechter kan volhouden dat de schade niet wordt gedekt.

Natuurlijk mag een verzekering zijn klanten aansporen om veiligheidsmaatregelen te nemen. Het Certificaat Gasveilig is echter geen wettelijke regeling, maar een keurmerk dat door de branche is ingesteld. Een schipper heeft dus niet de verplichting om de gasleidingen aan boord elke drie jaar te laten keuren. Als een boot brandschade heeft, is het om die reden aan de verzekeraar om aan te tonen dat de schade is veroorzaakt door een ondeugdelijke gasinstallatie. Ze moeten een causaal verband aantonen. Als dat verband er niet is, moet de verzekeraar toch uitkeren.”

Alternatieven

ZEI1204R55_CampinggasKoken kan ook op spiritus, elektriciteit of op een fornuisje dat wordt gevoed door verwisselbare gaspatronen. Voor verwarmen zijn er handzame verplaatsbare kachels op gaspatronen of petroleum of paraffine. Spiritus toestellen zouden voor de veiligheid cardanisch opgehangen moeten worden. Wel zijn de betere fornuizen beveiligd tegen het lekken van de brandbare stof. Spiritus fornuizen leveren iets minder energie dan een gaspit op de hoogste stand. Een ketel water zal iets minder snel koken, al is dat mede afhankelijk van de positie van de vlam onder de ketel.

Voor elektrisch koken zijn een heleboel oplossingen beschikbaar, met als nadeel dat ze allemaal flink vermogen nodig hebben om een pannetje water aan de kook te krijgen. Voor keramische kookplaten is een omvormer en flink wat accuvermogen nodig, zeker als ze ook onderweg worden gebruikt. Zelfs dompelaars op 12 of 24 Volt trekken danig aan de accu. Een slimmigheid om in ieder geval in de haven snel warm water te hebben en gas te besparen is om de walstroom te benutten door een waterkoker aan te zetten. Het water kookt in een mum van tijd. In de kampeerwinkel zijn verplaatsbare fornuisjes te koop die werken op gaspatronen. Vaak zijn ze niet uitgerust met een thermokoppel, die zorgt dat de gastoevoer dicht gaat als de vlam mocht uitwaaien.

Tags: Last modified: 21 mei 2021
Sluiten