Michiel, Joanneke, Abel (5) en Marius (3) varen sinds de zomer van 2022 op Ruimtevaarder rond de wereld. Via Spanje, Marokko, Kaapverdië, Frans-Guyana en Suriname zijn ze terechtgekomen in het Caribisch gebied. Hun plan is om via de ABC-eilanden en Colombia richting Pacific te varen. Zeilen met het gezin vinden ze meestal intens genieten en soms vooral gewoon intens.
Zinken wij of zinken zij?
De MSC Esthi komt steeds dichter in de buurt. Ik twijfel: via de marifoon oproepen, of niet? Dat heb ik nog nooit in m’n eentje gedaan en ik weet niet precies wat ik moet zeggen. Het is drie uur ’s nachts en ik wil Joanneke graag laten slapen, dus ik laat de marifoon even liggen en let héél goed op. Wij zeilen, dus we hebben voorrang, maar voorrang neem je niet, dat kríjg je. En van mijn schoonvader ken ik de voorrangsregel: “zinken wij, of zinken zij?” In dit geval is duidelijk wie bij een botsing aan het kortste eind trekt: deze oceaanreus is 337 bij 46 meter en heeft een diepgang van 10,7 meter. Met onze 12,65 x 4,05 x 2,10 gaan we dat verliezen. Ik had gehoopt dat Esthi uit zou wijken en ons achterlangs zou passeren, maar dat doet hij niet. Uiteindelijk zie ik het verlichte gevaarte 900 meter voor me langs schuiven. Ik vind dat nogal krap.
Ik wil hier in mijn eigen hut gewoon even tijd voor mezelf
Het is inmiddels de derde nacht van onze tocht van Porto naar Rabat. De wind houdt zich rustig, dus we kruipen maar langzaam over de boog die we in OpenCPN hebben geplot. Overdag probeerden Marius en ik tegelijkertijd te slapen in de achterhut. Althans, ik probeerde te slapen en Marius probeerde dat te verhinderen. Telkens als ik net in slaap viel, schopte hij tegen me aan of klom hij op me. Ik reageerde op verschillende manieren: vriendelijk vragen, zeggen hoe fijn het voor ons allebei zou zijn als hij ging slapen, hem rustig terugleggen op zijn plek, sissen dat het nu echt afgelopen moet zijn.
Al die manieren hadden één ding gemeen: ze hielpen totaal niet. Als hij me voor de zoveelste keer wakker trapt nadat ik net in slaap ben gevallen, is de maat bij mij vol: “nou is het genoeg, kappen, wegwezen!” roep ik véél te hard tegen hem. Joanneke komt aangesneld. “Je kunt ook in de woonkamer proberen te slapen,” suggereert ze. “Ik wil híer in mijn éigen hut gewoon even tijd voor mezélf!” roep ik gefrustreerd. Joanneke neemt de inmiddels helemaal wakkere Marius mee en laat mij nog een uurtje slapen.
Wide berth
Terwijl ik tijdens mijn nachtwacht bedenk hoe Marius en ik volgende keer zo’n aanvaring op zee kunnen voorkomen, krijg ik een nieuwe kans om te oefenen met het oproepen van een vrachtschip. Als we niks doen, naderen Orenda Equinox en Ruimtevaarder elkaar over een half uur tot op honderd meter. Gelukkig gaat Joanneke net naar het toilet. “Zal ik vragen of hij achterlangs vaart?” “Dat kan je doen, maar het is niet gebruikelijk om een ander te suggereren wat hij moet doen. Je kunt bijvoorbeeld eerst vragen of hij je gezien heeft. Daarna vraag je dan hoe hij je wil passeren.” Dat begrijp ik. Als stuurman op een vrachtschip zou ik me ook niet graag laten vertellen hoe ik een zeilbootje moet passeren. “Maar als hij voorlangs wil, dan komen we misschien heel dichtbij elkaar…” twijfel ik. “Dan kan je zeggen: ‘the wind is not stable, could you give us a wide berth?” Handig, zo’n Joanneke aan boord, die heeft regelmatig als matroos en stuurvrouw door Noord-Europa gevaren op een tweemaster van 25 meter, dus die heeft haar Maritime Engels paraat.
Goed zeemanschap
Even later vraag ik de boot via de marifoon hoe die me wil passeren. “I‘ll change direction to starboard and I will give you five cables.” Een kabel is een tiende mijl, weet ik. De stuurman stuurt z’n schip dus vóór de Ruimtevaarder langs en zal ruim 900 meter afstand houden. Dat werkt goed zo.
Helaas staat er in de Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee geen sectie over het omgaan met peuters en kleuters aan boord. Ach, het hoort er allemaal bij als je met een jong gezin op een boot woont. Uiteindelijk komt het dus ook hier vooral aan op goed zeemanschap. En daarmee zit het op onze boot gelukkig wel goed.
Je kunt de reis van de bemanning van Ruimtevaarder volgen via zeilbootruimtevaarder.nl, of hun social media: Instagram of Facebook
Tekst en beeld: Michiel Kunnen
Tags: Vertrekkers Last modified: 6 juli 2023
Vreemd verhaal. Elke serieuze zeiler weet: beroepsvaart gaat voor pleziervaart. De zeiler in deze moet gewoon uitwijken.
Jij hebt het over binnenvaart regels.
In het Zee aanvarings regelement (ZAR) moet een motorschip wijken voor een zeilschip. Behalve als het door diepgang beperkt wordt uit te wijken, of als het bezig is met het uitoefenen van visserij, of als het beperkt of onmanoeuvreerbaar is.
Verder is iedereen ten alle tijde verplicht een aanvaring te voorkomen. Met andere woorden, je mag het er niet op aan laten komen, ookal sta je in je voorrangsrecht.
Dat beroepsvaart altijd voorgaat is helemaal niet zo. Op zee is het zeil of motor, of een TSS volgend, maar het is natuurlijk raar en onzinnig om grote schepen geen voorrang te verlenen. Voorrang mag je niet eens nemen. Even overleggen, of duidelijk je koers achterlangs wijzigen is altijd goed.
Het BPR kent het begrip beroepsvaart niet eens, alleen Schip en Klein Schip.
Een onzinnige opmerking lees ik in dit artikel. Ja zeil gaat nog voor maar eees niet zo ontzettend heel erg dom om daarvan uit te gaan . Ze hebben heel veel geluk gehad dat het schip antwoorde. Hele volksstammen die op de brug staan spreken geen woord Engels. En opletten dat moet je ook maar afwachten , ga ermaar niet van uit. En hier spreek ik uit mijn ervaringen in de 25 jaar dat ik op de koopvaardij op de brug gewerkt heb.
Er is maar een hele goede standaard regel ” als het groter is gewoon uit de weg gaan ” dat is het beste en veiligste want dan heb je alles in eigen hand. En doe het op tijd zodat je voldoende afstand houdt tot de ander.
Gr Eelco van sv Mylady vanuit Mahon Bay, Nova Scotia , Canada.
sailmylady.wordpress.com
Heel leuk verhaal! In het verkeer – ook in het water- is het soms geven en soms nemen. En als je je op een groot gemotoriseerd voertuig verkeert, heb je vooral ook een grote verantwoordelijkheid ten op zichte van de kwetsbare deelnemers aan het verkeer. Al helemaal als het je beroep is, ook al heb je ‘recht op voorrang’. Dat vind ik juist heel goed omschreven hier, je neemt het niet, het moet je gegund worden. En inderdaad; voor opvoeden gelden min of meer de zelfde regels. Toitoi! Hopelijk volgende reisdagen wat minder drukte op jullie vaarroute en slaaproute 🙂
Stel, je hebt dan wel een aanvaring gehad want je stond tenslotte in je recht. Je had voorrang en nu is er een schip over je heen gegaan. Allemaal verdronken maar je stond wel in je recht. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Voorrang kan verleend worden en als dat niet gebeurd dan maar voorrang geven. Doe dat nooit op het laatste nippertje maar ruim van te voren ook beter voor je eigen hart en dat van je bemanningsleden, hoe oud dan ook!
In het algemeen wijkt een werktuiglijk voortbewogen schip (motorschip) voor een zeilend schip (dus ook een zeiljachtje). Net als in het landwegverkeer moet je je op zee aan de regels houden, gewoon omdat dit voor de ander duidelijker is en hij dankzij die regels weet wat hij van jou kan verwachten. In het wegverkeer wijk je ook niet voor een grotere auto van links, alleen omdat hij groter is en je je geïntimideerd voelt. Ook houden tegenliggers z.v.m. rechts, dus wijken naar rechts uit. Wat een pan zou het worden als weggebruikers ‘intuitief’ zouden reageren!
Dit geldt ook op zee: hou je aan de regels, dat schept duidelijkheid. Daarvoor moet je ze natuurlijk wèl kennen. Verdiep je daarom als jachtzeiler (= amateurzeevarende) in de Bepalingen ter Voorkoming van Aaanvaringen op Zee (BVA).
Het kan alleen wel vóórkomen dat het andere schip jou niet heeft opgemerkt. Jachten zijn veelal slecht zichtbaar, door camouflerende kleurkeuze (witte zeilen, witte romp) en slechte of geen radarreflectoren. Marifooncontact om te checken is bij twijfel dan een héél goed idee.
Hier bewijst een DSC-marifoon (èn weten hoe je daar mee omgaat!) uitstekende diensten. DSC staat voor digital selective calling : Op jouw AIS kun je naam en MMSI-nummer van het andere schip vinden. Met het MMSI-nummer kun je het gericht (selective) oproepen via het digitale kanaal 70. Het schip moet op die oproep reageren, hetzij door op 16 antwoord te geven, hetzij door een koerswijziging.
Ik vind het echt een beetje raar dat je met je gezin om de wereld vaart, flink geïnvesteerd hebt in allerlei (veiligheids-)uitrusting, en niet weet hoe je met een DSC-marifoon moet omgaan in het verkeer met andere schepen. Zoiets basics hoort toch echt bij de basisvaardigheden.
De schipper uit hier zijn schroom om op te roepen, begrijpelijk, ik had dit in het begin ook.Komt dit door misplaatste minderwaardigheid t.a.v. de beroepsvaart (let wel, ik heb zeer veel respect voor beroepsschippers)? Schrik om stuntelig over te komen?
Keer de zaak om, het schip roept jou op, wat denk je hiervan? Communicatie is immers de beste manier om een probleem, in dit geval , hoe elkaar passeren op te lossen. Wat zeg ik tegen die mens? Gewoon, goeiendag, heb je me gezien? Hoe gaan we elkaar passeren? Ik houd koers en snelheid aan….Net zoals bij alles, hoe meer ervaring, hoe beter het gaat.
De regels zijn duidelijk: het stand-on schip moet in de eerste plaats koers en vaart houden. Doe je dat niet dan maak je een fout. De tijdige call is van belang om er voor te zorgen dat je zeker bent dat ze je gezien hebben. Het klopt dat er soms op de brug geslapen wordt. Hebben we in de voorbij jaren een enkele keer gehad, maar door op tijd op te roepen liefst via dsc voorkom je die problemen. Als je geen antwoord krijgt via dsc heb je nog altijd kanaal 16 . een wvs zal dat niet weigeren tenzij natuurlijk zij het stand-on schip zijn. Verder zie Anje