Advertentie

Reisverhalen

Knallen in het Oslofjord

Blog Anna Noord: onderweg naar Oslo

07:44

Blog Anna Noord
Door de scheren naar Frederikstad

Teleurgesteld leg ik de vaargids weg. Wietze ziet m’n blik en troost: “Er zijn zoveel andere mooie plekken. Ik snap dat je graag naar Verdens Ende gewild had, maar met deze wind en hoge zee is het gewoon niet handig om daar te gaan liggen.” Ik knik. Verdens Ende, ‘het einde van de wereld’ is zo’n haventje dat iconisch is voor de start van de tocht in het Oslofjord.

Ten noorden van Verdens Ende zijn twee grote eilanden, die aan de noordkant smalle oost-west vaarwegen hebben waarmee je een stukje af kunt snijden. We kiezen voor de zuidelijke van de twee vaarwegen, omdat daar geen bruggen in zitten en we geen zin hebben om rond te hangen bij wachtsteigers.

Advertentie

Daarna is onze koers pal noord en dat is heel prettig, met de harde zuidenwind. Onze kluiver trekt de boot enthousiast richting Oslo. “Is dat Zweden al, daar aan de overkant?” wijs ik. Wietze lacht: “Nee jôh, Noorwegen loopt nog een heel stuk door aan de andere kant.” Gôh.

Slag bij Drøbak

In Horten wandelen we van de haven langs een prachtig kanaal naar één van de oudste marinemusea ter wereld. Heerlijk ronddwalen in zalen vol wetenswaardigheden, totdat we bij de informatie over de Slag bij Drøbak komen. “Hier varen we morgen,” wijst Wietze op de kaart van de ongewone zeeslag. Op 9 april 1940 wilde een Duitse vloot rap de Oslofjord in varen, om Oslo in te nemen.

Op het smalste deel van het Oslofjord ligt het eilandje Oscarsborg, tegenover Drøbak op het vasteland. Op Oscarsborg stond een oude kustbatterij, die alleen gebruikt werd voor trainingsdoeleinden.

De Duitsers dachten daar korte metten mee te kunnen maken. Maar de oude kolonel Erikson, die de leiding had over het forteiland, dacht daar anders over. Ze begonnen te knallen en wisten het slagschip van de Duitse vloot zware schade toe te brengen.

En het eiland had nog een verrassing in petto: in de rots waren torpedolanceerinstallaties aangebracht. En die deden het nog, dus dat werd het grote Duitse schip Blücher fataal. De Noren kochten daarmee net genoeg tijd om de regering, de koning en de nationale goudvoorraad snel het land uit te krijgen.

Forteiland

Als we een dag later het haventje van Oscarsborg binnen varen, voel je meteen wat een bijzondere plek dit is. “Klopt,” zegt Berit, de vrolijke havenmanager. “Er is hier veel te zien en te doen. Je kunt het forteiland rondwandelen, het museum bezoeken en ook nog een rondleiding boeken. En wat ook leuk is: je kunt het pontje naar Drøbak nemen en daar even rondkijken. Het hele stadje ruikt naar de rozen die overal bloeien.”

Blog Anna Noord
Berit in haar haven op Oscarsborg

We nemen ruim de tijd om rond te wandelen en staan stil bij het standbeeld van kolonel Erikson, die op een cruciaal moment de voor Noorwegen goede beslissing wist te nemen. Staand op het hoogste deel van het fort kijken we naar het zuiden. Het water wervelt tussen twee ‘poortjes’ van rode en groene boeien, ongeveer een halve mijl van het eiland vandaan.

Onder water zit een muur, die van het vasteland aan de westzijde naar de zuidelijke punt van Oscarsborg loopt. Je moet goed inzoomen op de kaart om ‘m te zien. Berit vertelde ons dat in het hoogseizoen wekelijks wel een jacht van die muur gesleept moet worden.

Onze favoriet is het vijf meter brede strandje, dat speciaal voor de commandant van het forteiland gereserveerd was. Terwijl we daar op een houten vlonder zitten te genieten van het uitzicht, vaart een grote cruiseboot door de smalle doorgang tussen Oscarsborg en Drøbak. Al snel jaagt een staande hekgolf ons van het kleine strand weg.

Saai

Veel Noren schudden hun hoofd als ze van ons plan horen om naar Oslo te varen. “Dat is een lang en saai stuk,” is het commentaar. We snappen daar niks van. Overal waar je kijkt zijn leuke ankerplekjes en haventjes. Zeker dichter bij de stad: daar kun je naar hartenlust rondtoeren en van de natuur genieten.

Tenzij het op een weekenddag met prachtig weer is: half Oslo stapt dan op z’n motorbootje en gooit het anker uit in de eilandengroep ten westen van de stad.

Wij gaan een kijkje nemen in Middagsbukta, een populaire plek. Nog voordat het anker de grond raakt, liggen er al twee ijsco-verkopers langszij. Het anker gaat weer omhoog en we kijken een baaitje verder. In veel baaien langs de hele Oslofjord zijn meerboeien neergelegd door de Oslofjordens Friluftsråd. Deze organisatie zet zich in voor de verbetering van de waterkwaliteit en voor recreatie.

Ogen te kort

Oslo is qua inwonertal kleiner dan Amsterdam, maar ligt breed uitgespreid over het vasteland en verschillende eilanden. Het binnenvaren van de stad is indrukwekkend: schepen, gebouwen, eilandjes. Je moet goed bij de les blijven.

Blog Anna Noord
De nagelnieuwe opera van Oslo

We trakteren onze Anna Caroline op een ligplaats in het centrum van de stad en kijken onze ogen uit. De stappenteller doet de dagen daarna goede zaken, want er is zóveel te zien. Vigelandpark met z’n prachtige beelden, het bruisende stadscentrum, het Munch museum, het nieuwe muziektheater: het houdt niet op.

We nemen de pont naar Bygdøy, het schiereiland dat vol staat met landhuizen en prachtige musea. Het Noorse openluchtmuseum, waar we eindelijk een staafkerk kunnen bewonderen, het Kon Tiki museum en natuurlijk het Fram museum: heerlijk om alles te zien.

Blog Anna Noord
De staafkerk in het beroemde openluchtmuseum van Oslo

Langs de rivier zijn wandelpaden: in totaal loop je zo’n tien kilometer van het meer naar de zee. Een klapper: we genieten van de manier waarop de inwoners van Oslo het koele water van de rivier gebruiken op zo’n warme dag.

Blog Anna Noord
Het schip Fram waarmee zoveel poolreizen gemaakt zijn

Op de laatste dag is het stralend zonnig en gaan we een bijzondere wandeling maken. Ten noorden van Oslo ligt het meer Maridalsvannet. Vanuit dit meer stroomt de rivier Akerselva dwars door de stad naar de zee.

Blog Anna Noord
De rivier Akerselva is als een verkoelende oase dwars door Oslo

Het pad voert door parken en langs allerlei industrieel erfgoed. Vroeger werd het snelstromende water immers gebruikt voor het aandrijven van fabrieken. De oude bakstenen gebouwen hebben nu een ander functie. Voor we het weten zijn we moe, maar voldaan weer terug op de boot.

Noors Naarden

“Wat een mazzel!” roep ik als we de haven uitvaren en Oslo langzaam kleiner zien worden. Het waait harder dan verwacht én uit het noorden: we varen wéér heerlijk met de wind mee de Oslofjord uit. Een korte stop in Oscarsborg, in Moss en op het mondaine Hankø, voordat we naar onze laatste Noorse stad varen.

Frederikstad ligt op een Y-splitsing in de rivier de Glomma. Aan de oostkant van de splitsing ligt Gamblebyen, een fort met een kleine nederzetting binnen de muren. Aan de noordkant ligt de moderne stad en aan de zuidwestkant ligt het fort Isegran. Veerbootjes zoeven af en aan over de snelstromende rivier.

Blog Anna Noord
Kanonnen op het fort van Frederikstad

We nemen ruim de tijd voor het oude fort, dat prachtig bewaard is gebleven. Op een hoge graswal, naast een oud kanon, kijken we uit over het stadje. “Het doet me een beetje aan Naarden denken,” peinst Wietze. Ik knik, denkend aan de richting van de wallen en bastions: richting Zweden, waar de toenmalige vijand vandaan kwam.

Ik pak het gidsje erbij en grinnik: “Hier staat het: het is aan het einde van de zestiende eeuw gebouwd door Willem Coucheron, een Nederlander.” Wietze lacht en samen lopen we het stadje weer in.

’s Avonds wandelen we nog even naar het fort Isegran, dat er prachtig bij ligt in het lage zonlicht. Twee sportieve vouwfietsers sjezen dezelfde kant op. Nederlanders, schat ik. En ja hoor: al snel zijn we in gesprek met Emile en Angeline. Hun boot NeXus ligt aan de andere kant van de stad. Het gesprek staat bol van enthousiasme over alles wat Noorwegen tot nu toe geboden heeft. “En morgen?” “Zweden!”

Frederikstad, Noorwegen, juli 2025

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Advertentie
Tags: , Last modified: 30 July 2025
Sluiten