Reisverhalen

Flessenpost Black Moon: Met de Franse slag

13:49

Nu we besloten hebben om het Franse eiland Martinique te verruilen voor het Nederlandse Curaçao kunnen wij, en Black Moon, eigenlijk niet meer wachten. Allicht is het weer ons nog niet goed gezind. Oefening in geduld, dus. Het wordt een week van de laatste keren: nog één keer flink inslaan bij de Leaderprice, nog één uitgebreid ontbijt met verse croissantjes van de dichtstbijzijnde boulangerie, gevolgd door nog één bourgondisch kaasplankje met alles erop en eraan. Verder is het vooral voorbereiden op de meerdaagse passage. En aangezien we al drie maanden niet fatsoenlijk gezeild hebben, start de trip iet wat met de Franse slag. “Aaahh, ik ben roestig!”, gil ik bij een zoveelste blunder.

Eilandhoppen. Het klinkt altijd zo romantisch en idyllisch. Echter, voordat je het ene eiland achter je kunt laten, is er een heleboel te doen. Eigenlijk te veel om op te noemen. Het maakt dus wezenlijk niet uit of je één nacht of wekenlang op zee verblijft, het betreft vrijwel altijd dezelfde voorbereidingen. We lichten er 10 uit:

1. Weer en route

Het weer is leidend dus daar beginnen we altijd mee. Pas als je een vertrekdag in zicht hebt, kun je namelijk de andere klussen gaan inplannen. De route en de wind samen bepalen hoelang de reis zal gaan duren en wat voor zeilopstelling je het beste kunt voeren. In dit geval verwachten we er vier dagen over te doen (490 nm), met een voor-de-winds-koers.

2. Rigging check

Het ‘staand want’ wordt van top tot teen gecontroleerd: verstagingen, splitpennen, ringetjes en zalingaanhechtingen. Dus zeg maar alles wat aan de mast en aan het dek zit. Hier en daar vervangen we een tapeje over scherpe oneffenheden, ter bescherming van de zeilen en de schoten. Ook het toplicht en de valdoorvoeren worden geïnspecteerd. Dit klusje doen we het liefst bij zo min mogelijk wind, want hiervoor moeten we 16 meter de hoogte in. De figuurlijke koeien waaien van de dijk, wanneer ik Niels omhoog lier.

3. Zeilen en vallen controleren

Het voorzeil wordt een aantal keer uitgerold. Als het stroef in- en uitloopt, sprayen we een beetje McLube in de trommel. Wonderspul! Werkt dat nog niet, dan moet de valspanning aangepast worden. Ook het grootzeil wordt een keer gehesen en we lopen de reeflijnen na. Verder nog de kraanlijn, de fokkenschoten, de grootschoot, de bulletalie, de spibomen, de ophouders, het lummelbeslag en last but not least de kotterfok. Oh, en niet te vergeten alle harpjes, sluitingen, …

4. Water en diesel tanken

Hoelang de trip ook duurt, we vullen altijd alle tanks nokkievol. De interne watertank bedraagt 240 liter, daarnaast vullen we nog losse tankjes van in totaal 80 liter. Als we zuinig aan doen, redden we het met 10 liter per dag voor alles: koken, drinken, afwassen en douchen (of nou ja, een kattenwasje dan). De interne dieseltank bedraagt 160 liter, daarnaast vullen we nog losse tankjes van 40 liter. We rekenen met 2 liter verbruik per uur, dus daarmee kunnen we de hele passage motoren. In theorie dan. Alles op zeil is niet alleen gratis, maar ook veel leuker!

5. Boodschappen

Tja, aangezien we drie maanden op een Frans eiland zijn verbleven, puilt onze bilge al uit van de lekkerste patés en cuisine-maaltijden. En aangezien Martinique een goed betaalbare – en alles verkrijgbare supermarkt heeft, wordt maantje helemaal volgepropt met blikjes, potjes en flesjes lekkers. Hierna wordt het namelijk alleen maar duurder of gewoonweg niet verkrijgbaar (zeggen we dit niet al vanaf de Canarische eilanden?). Op de laatste dag halen we nog wat vers, maar dat is ook nu weer verlept en in verhouding met blik erg duur. Ach, de eerste dagen op zee hebben we toch geen fut om te koken. Pasta uit blik: prima bootvoer.

6. Announcement of Arrival

Voordat we vertrekken melden we ons alvast aan bij de autoriteiten van Curaçao middels een account bij SailClear. Merendeel van de Caribische eilanden werken hier tegenwoordig mee en dat zorgt ervoor dat het daadwerkelijk inklaren bij aankomst heel vlot gebeurt. Ze hebben immers al onze gegevens al. Op de vraag hoeveel flessen drank er aan boord is, antwoorden we maar niet al te braaf. Martinique werkt overigens niet met SailClear, zij hebben een eigen systeem…

7. Uitklaren

Om aan te kunnen tonen dat we daadwerkelijk vanuit Martinique komen, hebben we een uitklaringsformulier nodig. Op dit eiland kun je blijkbaar al jaren zelfstandig in- en uitklaren, zonder dat er ook maar één autoriteit bij komt kijken; wat in deze tijd vrijwel ondenkbaar is. Maar het wordt nog gekker. Men neme een café. Geen internetcafé, want wifi verstrekken ze niet bij een bestelling. Nee, een hamburgertent met een kantoortje (lees: opslag) achter het terras, grenzend aan de keuken. Hier maak je voor slechts 3 euro gebruik van de computer uit jaar blok met daarop een check-in-check-out programma. Dus terwijl je hamburger wordt gebakken, voer je je gegevens in en print je deze uit. De café-uitbater zet er vervolgens een stempel op en wenst je Bon Apetit. “Met de Franse slag in- en uitgeklaard”, gniffelen we met de formulieren in de map.

8. Dinghy wegstouwen

Pas op de dag van vertrek, als we zeker weten dat we niet meer aan land hoeven, laten we ons bijbootje leeglopen. Een grote schoonmaak volgt, want er zit altijd van allerlei viezigheid onder het dekje. En al helemaal na onze mangrove operatie een paar weken terug. Vervolgens vouwen we het zo klein mogelijk op, verpakken we het in de zak en binden we het vast op het dek.

9. Alles zeevast maken

Niet alleen de dinghy moet goed zeevast zitten. Alles, werkelijk alles dat niet nagelvast zit, gaat hoe dan ook bewegen. Zelf houden we van een ‘schoon dek’, ofwel zo min mogelijk spullen op het dek. Ook binnen moet alles goed opgeborgen worden. Het zal niet de eerste keer zijn dat er een lampje of een zonnebril tegen de vlakte gaat. Ach, jullie kennen onze klaagzang door het gerammel in de minikastjes inmiddels wel.

10. Third man on the Moon

Ons derde bemanningslid, a.k.a. de Hydrovane, stapt op het allerlaatste moment aan boord. De ‘windvaanstuurinrichting’ (leuk galgje woord) is de officiële term voor alle types en installeren we altijd bij een meerdaagse tocht. We hebben ook een elektronische automatische piloot; deze zetten we alleen aan bij korte tripjes of bijzondere verrichtingen. De Hydrovane (dit is de merknaam) stuurt op de wind: gratis en geluidloos. De extra voordelen van dit type is dat het decentraal gemonteerd kan worden, zoals op Black Moon, en het kan als noodroer dienen. Enige nadeel is dat het roerblad niet omhoog geklapt kan worden, wat handig zou zijn als er bijvoorbeeld wier achter blijft hangen. En laat nu net de Atlantische Oceaan bezaaid zijn met velden Sargassowier. Maar verder zijn we er super tevreden over en hebben we er bijna geen omkijken naar. Kortom, we hebben onze handen vrij dankzij onze Third man on the Moon!

Anker op en zeilen uit

Pas na al deze stappen kan het anker op en de zeilen uit. Ik sta op de uitkijk om visboeitjes te ontwijken. Niels zit bij de iPad om de route en de ondieptes in de gaten te houden. Onze Third man on the Moon neemt al gauw het roer van ons over. Zodra de zeilen goed staan, gaat de motor uit en zijn we écht vertrokken. We kijken nog een keer achterom en zien de contouren van Martinique in de verte verdwijnen. Voor ons ligt ruim 400 mijl open water. Pas na vier dagen zullen we de eilanden van Venezuela en Bonaire passeren, daar voorbij ligt Curaçao. Tot dan leven we in ons eigen bubbel en is de reis dé bestemming.

 

Eind juli 2020 zijn dertigers Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Iedere drie weken ontvangt de redactie van Zeilen hun flessenpost, met daarin alle avonturen en uitdagingen.

Volg het stel via Facebook of Instagram

Klik hier om de vorige avonturen van Black Moon te lezen!

Tekst: Greetje Tops | Foto’s: Sailing Black Moon

Meer vertrekkersverhalen? Lees alles van Column Anna, Sailors for Sustainability en bekijk de vlogs van Yndeleau.

Tags: Last modified: 27 september 2021
Sluiten