“Volgens mij moeten we helemaal niet de Pacific op willen met onze boot,” zegt Niels. Met ongeloof kijk ik even op. De Stille Oceaan is onze droom. We zijn zo dichtbij. En nu wordt Panama ons eindstation? Ik draai me om in de zeekooi. Ik ben al voor de tweede dag zeeziek. Niels is zwaar vermoeid, omdat hij zowat solo zeilt. Black Moon wordt buiten in elkaar geslagen door de kruisgolven. Zelfs binnen krijgt ze het af en toe te verduren. Dit is werkelijk de meest rottige oversteek die we tot nu toe hebben meegemaakt. We naderen Panama, en daarmee het einde van de Atlantische Oceaan, met als gevolg kruisgolven. Denk aan een bad met water waar je je arm doorheen roeit om het warme kraanwater te verdelen, aan het einde van de badrand klotst het. Dat effect dus. En dan vier meter hoog. Dat breekt dingen. Althans bij ons…
Na de lange klussenlijst in Santa Marta voelen we ons klaar voor de volgende etappe: Panama. Een maand lang remote bij het archipel San Blas, dan in januari door hét Panamakanaal om aan de overkant uit te komen, oftewel de Pacific. Jeetje, wat gaat het ineens snel! We zien een prima weervenster die we niet willen laten schieten – ook al hebben we nog ruim twee weken haventegoed – voordat de befaamde Christmas winds op komen zetten. We nemen afscheid van cruiservrienden en melden ons af bij álle autoriteiten. Drie mijl uit de kust worden we ingehaald door de Coast Guard. Vanuit de dikke RIB roept een van de opvarenden dat we onze paspoorten moeten overhandigen. Ik kijk naar het golfslagbad om ons heen en zucht… “Hoe dan?”
Schade 1: zeereling kapot gebeukt
Dan gebeurt er waar ik al bang voor was. De RIB beukt tegen onze romp en glijdt over onze stootlijst tegen de zee-reling. Een scepter zegt krak. Ik voel een pijnscheut. De RIB houdt weer wat afstand totdat we een formulier ondertekend hebben. “Dit gaan we dus niet weer zo doen, toch?!”, bries ik. “Lief, je moet écht je gemak houden nu. Dit is de Coast Guard. In CO-LOM-BI-A! Wil je dan omdraaien voor wat papierwerk waar we toch niets mee opschieten?” Hij overtuigt me. Als de paspoorten eenmaal veilig en droog terug aan boord zijn, werpen we de verfrommelde papieren terug en kunnen we dan op ons gemakje de schade opmaken.
Het lijkt mee te vallen. Niels buigt de metalen stang terug in lijn van de reling. Het is gelukkig niet doorgebroken of van het dek gescheurd. “Nu alleen hopen dat deze 33 jaar oude kit het nog even houdt totdat we in Panama zijn,” zegt Niels. En we hebben nog meer geluk, want als de RIB een meter verder langszij lag dan had hij de verstaging geraakt. Dan hadden we sowieso om moeten draaien voor een mastinspectie. We pikken de wind op, rollen het voorzeil uit en zetten onze hydrovane aan het roer. Nu zijn we echt vertrokken. De drie dagen gaan nu van start. Regelmatig controleer ik het keukenkastje, waar de scepter op uitkomt, op mogelijke lekkage of waterschade. Vooralsnog blijft het droog!
Schade 2: hydrovane wiebelt
Niels hangt als een omgekeerd boegbeeld achter de boot. Handen aan de hekstoel, voeten op de zwemtrap. Hij inspecteert de hydrovane (windvaanstuurinrichting), of eigenlijk de bevestiging ervan tegen de spiegel van de romp. In Curaçao zagen we al wat haarscheurtjes in de lak, rondom de bevestigingsplaten. Op die plek komt veel kracht op het polyester te staan. Voor de zekerheid hebben we de spiegel van binnen verstevigd met vier lagen glasvezel en epoxy, en hebben we de plaat aan de binnenzijde aangepast. In Colombia hebben we zelfs nog een extra bracket naar de zwemtrap toegevoegd. “Het wiebelt nog steeds te veel,” roept Niels. “En binnen is het nog beter te zien, tussen iedere golf door voel je gewoon wat beweging”. Vanuit mijn zeekooi tel ik stilletjes de dagen van de eerstvolgende oversteek: 30-40 dagen lang op de Pacific…
Schade 3: keukenblok ontwricht
“Lief, je moet nu echt gaan slapen. Ik kan weer prima een wacht doen,” zeg ik. Niels hamert nog een extra spietje onder het keukenblok. “Eerst moet dit ellendig gekraak opgelost worden, ook voordat het hele interieur uit elkaar valt”. Het keukenblok beweegt ineens; niet zichtbaar veel, maar het maakt geluid en dan gaan er alarmbellen af. De houten plaat onder het keukenblok schuurt bij iedere golfslag tegen te balken op de vloer. Of andersom. Pff, het lijkt wel alsof dit onze eerste oversteek ever is en we allerlei kinderziektes ontdekken. Het is geen enorme ramp, maar inmiddels zijn we allebei vermoeid en gefrustreerd. “En nu ga je te kooi, dat is een bevel!”, knipoog ik. Het werkt.
Schade 4: zonnepaneel aan de tie-wraps
Na twee ellendige dagen begint het zowaar kalmer te worden. Onze gemoedstoestand wordt zichtbaar positief beïnvloed. De hengel gaat uit. Niels staat enthousiast op het achterdek de vislijn te begeleiden naast het zonnepaneel aan bakboord. Vanuit zijn ooghoek ziet hij iets ongewoons. “Niet waar!” Een van de twee bevestigingen van het paneel is afgebroken. Overboord. Gezonken. Foetsie. Tachtig dollar door de plee gespoeld. Ik haal een zakje met de stevigste tie-wraps die we hebben. Iedere tie-wrap wordt met een diepe zucht aangetrokken. Het zijn er zes. Het ziet er niet uit, maar de crisis is nu even afgewend.
Schade 5: “nieuw voorzeil”
Ik kan het de vissen en de dolfijnen niet kwalijk nemen. Ik zou ook lekker diep onder water blijven als ik hen was. Geheel volgens voorspelling kakt de wind in. We varen een deel van de nacht enkel op de motor. In de ochtend bij het zien van land – PANAMA! – en rollen we de nieuwe genua weer uit. Of nou ja nieuw, onderaan is het zeil al gebrandmerkt met zwarte vegen van de preekstoel. Aan het metaal is niets geks te zien, dus het komt gewoon door de wrijving en het schavielen. En dan zien we nog iets veel ergers: aan het onderlijk (de onderkant) ligt het zeil een paar centimeter open. Au!
Balans opmaak: Eindstation?
Dus ja, wat hebben we nu op de Pacific te zoeken met ons maantje? Is Panama letterlijk en figuurlijk het eindstation voor ons? We evalueren en filosoferen. Ligt het echt aan de boot of toch ook aan ons? Kunnen we onze mindset verbeteren; de vergankelijkheid accepteren, ons minder druk maken om het materialisme? Maar ja, het gaat ook om veiligheid. Wat en waar kunnen we Black Moon optimaliseren: de bovengenoemde schade, maar ook de watermaker moet nog aan de praat bijvoorbeeld. De klussenlijst wordt er niet kleiner op. Terwijl het budget hetzelfde blijft. Maar we zijn al zover gekomen, dat moet toch vertrouwen in onszelf en de boot geven?
We naderen land en dus service. Niels opent een spraakbericht van de vorige eigenaar van onze Taling. Ongemerkt geeft Koen ons dé peptalk die we op dat moment nodig hebben: “Jullie doen het gewoon. Blijf zeker weg van hier. Ga vooral door!” Het doet ons goed en nu we weer eenmaal stilliggen daalt de zeilersdementie alweer een beetje in. We liggen in Linton Bay om in te klaren en een cruiser permit aan te vragen, dus moeten we een paar dagen aan boord vertoeven. En net wanneer Niels wil gaan badderen, komt er een luiaard voorbijdrijven. Hij probeert het roerblad van de hydrovane te grijpen, maar mist. Snel gooien we onze dinghy te water en brengen het beestje naar een boom aan wal. Met een brede grijns kijken we elkaar aan: zo erg was onze oversteek dan ook weer niet.
Eind juli 2020 zijn dertigers Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Iedere drie weken ontvangt de redactie van Zeilen hun flessenpost, met daarin alle avonturen en uitdagingen.
Klik hier voor alle andere avonturen van Black Moon, en klik hieronder voor hun sociale media:
Wil je meer vertrekkersverhalen lezen? Ontdek de avonturen van Column Anna, Sailors for Sustainability en Yndeleau.
Foto’s en tekst zijn van Greetje Tops en Niels Eikelboom van Sailing Black Moon
Gewoon doorgaan met het avontuur en niet stoppen als het avontuurlijk wordt
Groetjes vanaf JIVE
Dank je! Hebben we gedaan 🙂