“Hier rechts lijkt wel een kreekje.” Niels peddelt ons recht in de dichtbegroeide vegetatie. Ik vouw mezelf op in de kano. Doorns krassen langs blote armen en benen, grijpen het kleine beetje zwemstof dat we aanhebben, en dan zijn we ineens omringd door jungle. Vleermuizen scheren langs ons af ter bevestiging dat dit hun domein is, en dat er heel veel insecten zijn. Vooral dat, bedenk ik me even later. Loom peddelen we door de kreek. En nog één. En de dag erop weer één. Dit terwijl we nog geen week geleden zo snel mogelijk naar het blauw wilden. Maar we zijn instant verslaafd geraakt aan de jungle. Met onze nieuwe Amerikaanse cruiservrienden van Sailing Yacht Victoria besluiten we een Jungle XL Expeditie op te tuigen. We gaan nog één keer de rivier op, maar dit keer dan echt de jungle in…
De rivier wordt steeds smaller. De dikke, hoekige wortels van de heksenbomen worden bij hoog water onzichtbaar. De takken domineren op dat moment en het lijkt dat er op ieder uiteinde een slang kronkelt. Zodra het donker is, schijnen we met onze zaklampen. Op zoek naar oogjes. Dan ineens flikkert er een geeloranje briljant tussen al dat groen. Een boa constrictor op slechts enkele meters afstand van onze boten. Bij laag water komen de brede wortels van de heksenbomen tevoorschijn. Ernaast kan zomaar een kaaiman roerloos zitten.
Urenlang hopen we op twee oranje ogen, maar helaas. In onze dinghy’s laten we ons stroomopwaarts terug naar de schepen drijven. We zakken onderuit en genieten van de nachtshow. De stroming zorgt af en toe voor een kanteling, waardoor het tweepersoonsbootje 180 graden draait. “Het lijkt de Efteling wel”, grapt Niels. “En bedankt. Nu heb ik de tune van de Fata Morgana in mijn hoofd.”
Spinnenweb
Hoe magisch. Een bewegende jungle rondom ons onder een volle maan. De rivier is nu zo smal dat onze schepen niet meer kunnen draaien zonder in de heksentakken terecht te komen. Black Moon ligt langszij Victoria aan haar anker. En nog eens vier lijnen naar die griezelige takken. Zo vormen we een reusachtig spinnenweb. Hopelijk trappen er niet te veel insecten en andere ongewenste bezoekers in onze val. Of omgekeerd…
Gevangen in de jungle
“Deze kreek lijkt in een loep te lopen.” We bestuderen de waterkaarten. Niels en Phil hebben er hun missie van gemaakt om ‘m te ronden. In onze eigen dinghy’s. Emma en ik gaan er blind in mee. Bijna letterlijk, vanwege de zwarte muskietennetten om onze hoofden. Al snel blijken deze life-savers te zijn. Of nou ja, zónder waren we wellicht eerder omgedraaid. Werd de machete eerder nog gebruikt voor kinderspel, begint nu het echte werk wanneer de kreek zich transformeert in een ware mangrove. Waar we eerder nog net met een hupsje over de horizontale boomstammen kwamen, zullen we de bootjes er nu overheen moeten tillen, trekken, sjorren als we terugkeren. ALS we terugkeren. We besluiten door te zetten met de overtuiging dat we het laagste punt nu toch bijna hebben bereikt en dat het dan weer dieper wordt en we de uitgang hebben bereikt. Tot het moment komt dat we ons realiseren: we zitten gevangen in de jungle.
Ondanks dat de jungle ons zes uur lang heeft gegijzeld willen de mannen de volgende dag de loep vanaf de andere zijde benaderen. Gegijzeld is een apart woord. Je kunt namelijk ofwel het slachtoffer ofwel de dader zijn. We zijn beide, bedenk ik me terwijl ik nog voor zonsopkomst in de dinghy stap. Dit keer zijn we nog beter voorbereid, lees: naast twee machetes ook een bijl en een zaag, laarzen en – jawel – dit keer gaan er ook snackjes mee. Jammer genoeg ben ik nu wel extra motivatie vergeten in te pakken. Dit realiseer ik me wanneer we na een half uur het eerste obstakel in zicht krijgen. De dinghy was gisteren na een flinke poetsbeurt wonderbaarlijke schoon geworden en ik heb geen zin in nog zo’n afterparty.
Drie grote klauwpartijen verder belanden we op bijna hetzelfde punt als gisteren, met wederom de meest dichtbegroeide mangrove die je maar voor kunt stellen. Zodra we omdraaien en de andere kant op peddelen, wrikken en leuren, ben ik opnieuw verbaasd hoe we in hier in hemelsnaam doorheen gekomen zijn.
Slaven in de jungle
“Kijk, hier is andere vegetatie”, zegt Niels en wijst naar stuurboord. “Bamboe. Waarschijnlijk hier geplant door Javanen.” Een teken van de slavernij of de latere contractarbeiders. Als we later aan boord van Victoria de satellietbeelden boven ons bekijken zien we ook daadwerkelijk lijnen lopen. De woeste jungle keurig verdeeld in vakjes. Signalementen van oude plantages. Wat moet het toch ongelooflijk afzien zijn geweest om in deze zelfde omgeving op plantages te werken. De hitte, de muskieten, de lijfstraffen.
Het onbewoonde stukje Suriname waar we ons nu in bevinden lijkt ongerept, maar het is juist terug verwilderd. Als graven waarin de slaven en contractarbeiders ten rusten zijn gelegd en nu overwoekerd zijn door de oorspronkelijke flora en fauna, waardoor niemand er meer kan komen of durft te komen. En gelukkig niet meer móet komen. En waarom willen wij hier een week lang verblijven? We zijn verslaafd geraakt aan de jungle. Aan het ongerepte, het verwilderde, het zelfvoorzienende: aan de vrijheid. Een contradictie van de slavernij.
Vondst
Ondanks dat Phil en Emma al ruim vijf jaar reizen, hebben ze nog nooit zoiets als dit ervaren, nog nooit zo’n unieke plek bevaren, zeggen ze. We genieten van ieder moment met hen in de jungle, ook al ben ik soms bang dat onze spullen kapotgaan of dat we een enge infectie oplopen. En ik blijf hopen dat we nog meer zoogdieren zien, zoals otters (check!) en een lamantijn (een soort zeekoe, maar helaas).
Tenslotte belanden we, na al dat geploeter, ineens in een scene van Indiana Jones, als we op het juiste moment en op de juiste plek een zijkreekje in peddelen. Daarginder lijkt wel een stenen muurtje… Ik herhaal: midden in de jungle vinden we een stenen muurtje. Oftewel: Nederlandse stenen! Onze eerste zichtbare resten van een oude suikerrietplantage, gestart in 1702 met duizenden akkers en honderden slaven. Er is hier in hele lange tijd niemand geweest, en daarmee sluiten we ons verblijf in Suriname op het hoogtepunt af.
Eind juli 2020 zijn Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Hun eerlijke columns gaan over dromen, avonturen en confrontaties. Reis je mee?
Volg het stel via Facebook of Instagram
Klik hier om de vorige avonturen van Black Moon te lezen!
Tekst: Greetje Tops | Foto’s: Sailing Black Moon & SY Victoria
Tags: Flessenpost Black Moon Last modified: 27 september 2021