Bestemmingen

Zeilend langs de D-Day stranden

Een week zeilen vanuit Nederland

19:00

Genoeg mooie bestemmingen die niet ver weg van Nederland zijn. Zo zit je binnen een week varen in Normandië, Londen of Helgoland. De aankomende tijd vertellen we wekelijks meer over één van deze drie pareltjes. Deze week: Normandië.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 07/2017
Tekst: Jasper Themans

Verstilde baaitjes, sfeervolle havens en verrassende vergezichten – je hoeft niet ver te zeilen om op mooie plekken te komen. Deze vaarwijzer is speciaal bedoeld voor wie eens verder wil dan eigen land, maar niet alle tijd van de wereld heeft. Normandië biedt ruige natuur met cultuur en een indrukwekkende geschiedenis.
Normandië heeft 320 mijl kustlijn, van Le Treport aan het Kanaal, langs het schiereiland met Cherbourg, tot en met de Mont Saint Michel in de baai van Saint Malo. Dat is anderhalf keer de lengte van onze Nederlandse kust. Een weekje naar Normandië betekent dus keuzes maken. We kiezen in deze vaarwijzer voor de Seinebaai.

De bestemming

De Seinebaai wordt aan de oostkant begrensd door Le Havre, de tweede haven van Frankrijk. Na de Tweede Wereldoorlog is de stad in beton herbouwd. Het bijbehorende gebrek aan charme wordt goedgemaakt doordat de haven met elk getij en vrijwel elke wind veilig is aan te lopen. Zo’n 50 mijl naar westen eindigt de baai bij Barfleur, een piepklein dorp met juist heel veel charme en weinig water; je valt er 2,5 meter droog. In de baai tussen Le Havre en Barfleur vind je tien havenplaatsen, die op vrijwel elk gebied tussen deze twee uitersten vallen. Wat de meeste gemeen hebben is het karakter van oude havenstadjes, gevormd door handel en visserij, met lokale markten en een ruime keus aan kleinschalige eet- en drinkgelegenheden. Op het gebied van eten laten de Fransen zelf zich niet foppen, en er zijn te weinig buitenlandse toeristen om een slecht restaurant draaiende te houden. Kortom, een aanrader voor de zeilende smulpaap.
En voor iedereen met enige interesse in een lange geschiedenis van kastelen, forten, zee- en veldslagen. De meest recente daarvan is operation Overlord die in de Tweede Wereldoorlog met D-day begon. Op de kaart zie je achtereenvolgens Utah Beach, Omaha Beach, Gold Beach, Juno Beach en Sword Beach. De landing van de geallieerden op deze kust heeft indrukwekkende sporen nagelaten. In verschillende musea worden deze met veel respect verlevendigd en toegelicht.

Richting Normandië

Vanaf IJmuiden is het 150 zeemijlen richting westzuidwest tot aan Cap Gris Nez. Dan volgt er nog zo’n 100 mijl zuidwest tot aan Le Havre, vanaf waar de Seinebaai begint. Dat is best een eind. In lange dagtochten onder gunstige omstandigheden is het al snel een ruime halve week heen varen en weer een halve week terug. En met een pittige zuidwestelijke wind kan de heenweg nog best wat langer duren. Tel er nog één of twee reservedagen bij op en de week is voorbij. Dat wordt hem dus niet. Maar als de omstandigheden gunstig zijn en je het geen probleem vindt om ’s nachts door te zeilen, ligt dit gebied opeens nog maar twee dagen varen vanaf Nederland. Dan is het een mooie tocht naar een bestemming die de moeite meer dan waard is.
Die omstandigheden zijn de grote onbekende als je thuis met pilot en kaart voor je neus een tocht voorbereidt. Dat vraagt om de nodige flexibiliteit bij het plannen en het uitvoeren. Als je in dit geval de Seinebaai een mogelijke bestemming maakt in plaats van een heilig doel, dan vergroot je de kans op een aangename tocht aanmerkelijk. Zelfs met Frankrijk als vakantiewens kom ik liever met een bezeilde koers in Brighton aan, dan na lang en onaangenaam opkruisen met sluimerende muiterij aan boord uiteindelijk verwaaid te liggen in Calais. En als Frankrijk dan nog steeds de voorkeur heeft en het weer een beetje meezit kun je vervolgens de 80 mijl oversteken naar Normandië. Of blijf je genieten van de Engelse kust en laat je Normandië op de verlanglijst staan voor een volgende gelegenheid.

De tocht

Varend vanaf IJmuiden naar het zuiden zijn de eerste 30 mijl een overzichtelijke warming up. Tien mijl uit de kust draait het Luchterduinen windpark groene stroom. Er is kans op een enkel schip dat Scheveningen in of uit vaart en schepen die in het ankerbied wat verder op zee stilliggen. Net voorbij Kijkduin doet de zandmotor zijn werk en worden nieuwe duinen en strand gevormd. Deze uitstulping van de kust is duidelijk bebakend met een aantal kardinaalboeien. Dichter bij Hoek van Holland is er wat meer te beleven. Op afstand zie je al grote zeeschepen in de Maasgeul varen. AIS of een peilkompas komen van pas om te zien of ze op aanvaringskoers liggen. En daarnaast zal de verkeerscentrale je aanwijzingen geven als dat nodig is. Je bent verplicht op te roepen (‘Sector Maasmond’ op kanaal 3) bij het begin van de aanbevolen oversteekroute die op de kaart staat aangegeven. Deze route voert je dicht langs de ingang van de Nieuwe Waterweg en de tweede Maasvlakte, waardoor er een sterkere stoom kan staan.

De volgende etappe wordt gekenmerkt door zandbanken en door mondingen van afgesloten zeearmen, de half afgesloten Oosterschelde en de Westerschelde. Daar is opnieuw grote scheepvaart en kan ook een dwarsstroom staan. Je maakt het jezelf het gemakkelijkst als je een mijl of vijf uit de kust blijft. Op die koers blijf je ook ruim vrij van het Thorntonbank windpark voor Zeebrugge en is het verkeer in en uit deze grote haven overzichtelijk. Dan volgt een lastiger stuk tot voorbij Duinkerken, waarin de zandbanken niet meer zo mooi paral- lel aan de kust liggen. Je kunt verder uit de kust tussen de banken doorvaren, of de route langs de kust nemen. Buiten de banken om varen is geen optie, omdat daar de shipping lane ligt. Bij de kustroute kun je je met goed zicht op de (verlichte) boeien oriënteren om buiten de ondieptes langs de kust te blijven. Tussen Nieuwpoort en Duinkerken steek je de Trappegeer zandbank over, waarna je 25 mijl lang een betonde geul kunt volgen tot aan het einde van de zandbanken. In het eerste deel liggen de rode en groene boeien niet netjes tegenover elkaar, dus let er op dat je hier rood aan stuurboord houdt en groen aan bakboord. Vlak buiten de geul valt het op sommige plaatsen droog! Het is een drukke boel hier, tot aan Boulogne; behalve visserij, kustvaart en grote zeeschepen moet je ook rekening houden met de verschillende veerdiensten naar Engeland.

De grijze neus

Op naar Cap Gris Nez (de grijze neus, naar de kleur van de krijtrotsen waaruit de kaap bestaat). Tot dicht bij de kaap vind je ondieptes en wrakken tot twee mijl uit de kust. Zoals bij veel kapen trekt ook hier de stroom een sprintje. In dit geval met een maximum snelheid van vier knoop bij springtij. Met stroom tegen kun je dus lang van het uitzicht op de kaap genieten. Met stroom tegen en pittige wind valt hier weinig te genieten. En de wind is hier door de vernauwing van het Kanaal vaak wat harder dan de weerkaart doet vermoeden. Door de shipping lane kun je niet veel meer dan twee mijl uit de kust varen om rustiger water op te zoeken. Kort samengevat: hier wil je de sterkste tegenstroom vermijden en afhankelijk van de omstandigheden liefst stroom mee hebben, of juist met de kentering langs de kaap varen.

Na Boulogne wordt het rekenen met de Reeds – of maak gebruik van het gemak van navigatiesoftware – om te bepa- len wanneer je welke haven in kunt. Gebruik van de getij- denkrommen voor primary en secondary ports wordt voor in de Reeds goed uitgelegd en is wat mij betreft leuker dan een sudoku. Van de zes havens die volgen tot aan Le Havre is alleen Dieppe met elk tij toegankelijk. De navigatie langs de kust is verder heel overzichtelijk. Weinig obstakels, wei- nig boeien, hier en daar een vuurtoren zodat je dag en nacht gemakkelijk op zichtnavigatie kunt varen. De afstand tussen de kust en de schipping lane neemt hier toe, dus er is zo nodig genoeg ruimte om met lange slagen op te kruisen. Tien mijl voor Le Havre kruis je de geul naar Port d’Antifier, een haven voor supertankers. Meld je op kanaal 22 en steek de geul net als een shipping lane haaks over. De aanloop naar Le Havre zelf heeft net als de Maasmond een gebruiksaanwijzing. Je moet buiten de geul blijven als je naar de haven toe vaart, en er is een aanbevolen oversteekroute. Met de grote zeeschepen in zicht neem je die aanwijzingen vanzelf serieus. En mocht je dat niet doen, dan heb je kans dat een loodsboot je erop wijst.

Mooiste plekken

Voor deze vakantieweek in de Seinebaai staan er drie havens op ons verlanglijstje: Honfleur, Port-en-Bessin-Huppain, Saint- Vaast-la-Hougue. En een bijzon- dere tussenstop om te ankeren: Port Winston. Deze drie havens zijn door het getij beperkt toe- gankelijk, net als alle andere havens in de baai.
Honfleur is de eerste bestemming, vanuit het oosten gezien. Als je aankomsttijd niet gunstig uitpakt voor de stroom in de Seinemonding en voor de sluis bij Honfleur, dan kun je een tij-stop maken in Le Havre. Vanaf daar is het maar tien mijl varen naar Honfleur, waarbij je net buiten de betonde geul moet blijven. Naast de sluis staat een radartoren in de vorm van een mini-Euromast, hier voorbij kun je met een beetje geluk in de oude haven terecht. Dan heb je vanaf je eigen drijvende terras uitzicht op de meest sfeervolle haven van dit gebied met prachtige oude gebouwen rondom. Wil je juist uitzicht op je boot hebben, dan zijn er genoeg terrasjes aan de kant te vinden. Het kan zijn dat je goed moet zoeken naar een plek met uitzicht op je boot, want de haven kan behoorlijk vol liggen. Met een koffie en een paar croissants is dit een perfect begin van je dag. Met rondslenteren door de oude stad, winkels en galeries vul je zonder problemen de rest van de dag.

Port Winston

Port Winston ligt 30 mijl verderop, aan de kust bij het dorpje Arromanches-Les-Bains. De haven is genoemd naar Winston Churchill, de opdrachtgever voor dit bouwwerk. Als je even vóór hoogwater uit Honfleur vertrekt kun je met afgaand tij en stroom mee hier naartoe varen. Deze haven is direct na D-day
in recordtempo aangelegd, opgebouwd uit enorme betonnen caissons die vanaf de Engelse kust hier naartoe gesleept zijn. De overblijfselen van die caissons geven aan hoe groots deze operatie is aangepakt. Indrukwekkend, zeker als je bedenkt onder welke omstandigheden het werk is uitgevoerd. Let bij het aanvaren op de gedeeltelijk droogvallende wrakken die op de kaart vermeld zijn. Binnen de ‘havenmuren’ is de bodem bezaaid met oorlogsmaterieel
en ander puin, maar het ankertje op de kaart geeft aan waar je wél kunt ankeren. Een neuringlijn met ankerboeitje is aan te raden voor als het anker toch ergens achter blijft hangen. Na je eigen vreedzame landing op deze kust kun je kiezen uit een prachtig zandstrand, een winkelstraat met souvenirs en leuke winkeltjes, of het kleine Musée du Débarquement. Als je een halve dag de tijd hebt kun je ze alle drie meepikken.

Port-en-Bessin-Huppain. © FG – OT Bayeux Intercom

Port-en-Bessin-Huppain ligt nog eens 5 mijl verder, dus dat komt goed uit om na Port Winston te overnachten. Het is een actieve vissershaven met een kleine steiger voor passanten midden in het stadje. Zelfs midden in het seizoen heb je goede kans dat je daar alleen ligt, terwijl er toch heel wat toeristen over de kade wandelen. Vanaf de 17e-eeuwse Vauban-toren bij de ingang van de haven wordt in juli en augustus op vrijdag een uitgebreid vuurwerk afgestoken. Op het strand onder aan die toren vind je duizenden (lege) Sint Jacobsschelpen. Op zondag is er een markt met de nodige rommel, maar gelukkig ook met genoeg lokale producten. Naar het oosten kun je een mooie wandeling maken over de lage krijtrotsen. Behalve zeemeeuwen vliegen hier ook veel parasailers, soms verrassend laag op zoek naar thermiek om weer te stijgen. Tien kilometer naar het westen ligt de Amerikaanse begraafplaats bij Colleville-sur-Mer. Daar staan ruim 9000 witte kruisen strak in het gelid, voor evenveel gesneuvelde Amerikanen. Op een gedenkmuur bij het monument staan de namen van nog eens 1500 vermiste soldaten. Als je kijkt naar de eindeloze rijen kruizen wordt je wel even stil. En dankbaar. Of zoals onze dochter Puck haar gevoel beschreef: dan voel je je héél erg klein. Naast de begraafplaats is het Overlord museum waar met veel origineel materieel straat- en strijdscènes uit 1944 zijn opgezet. Een aanrader.

Maison Gosselin
Saint-Vaast-La- Hougue is de laatste wensbestemming, op 25 mijl vanaf Port- en-Bessin. Dit betekent dat je zo vroeg mogelijk voor hoogwater (HW-2) uit Port-en-Bessin moet vertrekken om de Saint Vaast aan te kunnen lopen voordat de sluisdeur sluit (HW+3). Het meer ontspannen alternatief is een tij-stop voor anker tussen de twee eilandjes van Iles Saint-Marcouf. De gestippelde gebieden met ‘Conchyliculture’ rondom Saint Vaast geven al een hint wat hier de locale specialiteit is; deze plaats is het oester-walhalla van de regio. Verder vind je hier Maison Gosselin, een prachtige winkel die het midden houdt tussen een warenhuis en een kruidenier-de-luxe, met een uitstraling van honderd jaar geleden. Een antieke bestelwagen die wellicht de eerste automobiel
van wijlen meneer of mevrouw Gosselin senior is geweest, staat nog voor de deur. Voor het winkel- minded deel van mijn bemanning staat deze zaak met stip op nummer een.
Een iets avontuurlijker bezienswaardigheid is het eilandje Tatihou. Je kunt hier met een amfibievoertuig naar toe, varend met hoogwater, bij eb rijdend tussen de oesterbanken. Op het kleine eilandje vind je een maritiem museum met onder andere veel stukken afkomstig uit de twaalf Franse oorlogsschepen die zijn vergaan bij de slag om La Hougue in 1692. Die slag heeft een mooie collectie opgeleverd. Elk nadeel heb zijn voordeel, op zijn Cruijffiaans gezegd. Verder zijn er op het eiland een 17e-eeuws fort en botanische tuinen. Perfect voor een wandeling of een picknick. In het seizoen kun je het best van tevoren een kaartje kopen, want het maximum aantal bezoekers per dag is beperkt en dat is geen hard-to-get spel van het museum.

Als je tegen het einde van de vakantie het weer goed in de gaten houdt, kun je al aardig inschatten hoeveel dagen je voor de terugreis nodig hebt. Met de wind meestal tussen zuid en west heb je goede kans dat de tocht voor het lapje gaat en je met een grote genua of een gennaker, terugkijkend op een mooie vakantieweek, lui naar huis kunt varen. Bon voyage!

Volgende week: Naar Londen over de Thames

Omslagfoto en foto’s: Jasper Themans, Henk Zautsen, FG – OT Bayeux Intercom en CB – OT Bayeux Intercom
Tekst: Jasper Themans

Tags: Last modified: 14 april 2023
Sluiten