Reisverhalen

Vertrekkersblog: Saharazand en de Slangenmuil

13:00

Ons vertrek vanuit Bon Accord Bay, zuidelijk Tobago, is zoals de aankomst: spannend. Prachtige ankerbaai, paradijselijk zelfs, maar oei, wat is de drempel ondiep! We vertrekken tegen hoogwater, en toch tikt de dieptemeter even 1,7 meter aan. Krap aan voor onze 1,5 meter stekende Catherine! We zien de bodem onder ons door glijden. ‘We hebben het ondiepste gehad!’, roep ik tegen Karin, die uitkijkt vanaf de preekstoel. Dan varen we al snel tussen de buitenste Bucco Reefs door en zijn we op de Caribische Zee. Als alle werkjes zijn gedaan en Catherine zeilend en zelfsturend is, hebben we oog voor de bijzondere lucht. ‘Moet je zien, hoe heiig de atmosfeer is’, merkt Karin op.

De aangekondigde stofwolk uit de Sahara is gearriveerd. We hebben last van droge, geïrriteerde ogen. Oogdruppels helpen maar even. ‘Heb je geen last van je luchtwegen?‘, vraagt Karin bezorgd, vanwege mijn licht-astmatische klachten. ‘Hatsjoe!’ is mijn antwoord. Gelukkig blijft het bij één nies en een droge keel. Andere mensen hebben er meer last van. Het Trinidad and Tobago Weather Center waarschuwt ervoor en vermeldt dat nooit eerder zo’n sterke luchtvervuiling door Saharastof is geregistreerd. Weer een aan het klimaat gerelateerd record dat verbroken wordt. De wolk blijft een paar dagen hangen en trekt over de hele Caribische regio.

Saamhorigheid

De marifoon is vrijwel stil, geen scheepvaart in de buurt. Het is een tochtje van 60 mijl, typisch voor zeilen in de oostelijke Cariben. Je vertrekt van het ene eiland, terwijl je bestemming aan de horizon al zichtbaar is, mits er geen Saharastof in de lucht hangt. Een groep dolfijnen wenst ons een goede nacht. Het is nieuwe maan en het is al snel pikkedonker. Karin gaat ter kooi. Ik geniet in mijn eentje van de nacht. Mijn gedachten dwalen af naar de andere zeilboten van de vertrekkerslichting 2019. Vorig jaar troffen we elkaar tijdens de vertrekkersdag. Niemand had kunnen bedenken dat ons avontuur door corona een heel ander verloop zou krijgen. Zo’n veertig boten hebben de laatste maanden intensief contact gehad, vooral via facebook en whatsapp. Veel vertrekkers hebben we nog nooit ontmoet. Toch is er vooral tijdens de coronatijd een band ontstaan. Een gevoel van saamhorigheid. We hebben elkaar gesteund, geadviseerd, ervaringen uitgewisseld, informatie gedeeld. Een stuk of vijftien boten hebben hun bestemming gevonden op een van de ABC-eilanden. Een vergelijkbare groep is onderweg naar Nederland of daar al aangekomen. De latere terugzeilers hebben de mazzel dat ze op Horta, Azoren gelukkig weer van boord kunnen, nu de maatregelen daar zijn versoepeld. Ze kunnen als vanouds een biertje drinken en bijpraten in de roemruchte Peter’s Bar. Een enkeling heeft de boot laten verschepen. De overige boten hangen nog rond bij Martinique, Sint Maarten, Sint Vincent, of andere eilanden. Hun strategie tijdens het orkaanseizoen, dat officieel loopt van juni t/m november: het weer in de gaten houden en wegwezen als er heftig weer op komst is, richting Grenada of een ABC-eiland. Trinidad is dan geen optie, want de grens is hier nog gesloten, hoewel er al weken geen nieuwe coronabesmettingen zijn.

Keuzes

Uiteindelijk zijn wij de enigen van vertrekkerslichting 2019 die op Trinidad & Tobago, samen één land, terecht zijn gekomen. Geholpen door het toeval en een behoudende strategie (tijdens het orkaanseizoen en coronacrisis niet het orkaangebied inzeilen) zijn we uiteindelijk blij dat Trinidad & Tobago onze voorlopige eindbestemming is. Dat gevoel wordt versterkt als we in de vroege ochtend langs de schitterende, groene, kust van Trinidad varen. De zon komt op en werpt een schaduw van de windmolen op het grootzeil. Het is een woeste kustlijn zonder bebouwing. De drukte bevindt zich aan de andere kant van de landtong: de bruisende stad Port of Spain. Als de wind wegvalt zetten we de motor aan. We zien meer boten, allemaal sportvissers. Dan naderen we de toegang tot de Baai van Paria, met de zorgwekkende naam Boca del Dragon, ofwel Slangenmuil. Links Trinidad, rechts het eilandje Monos. Deze geografische namen zijn allemaal gegeven door Columbus, tijdens zijn derde reis in 1498. Ook hier woedt de discussie over historische figuren. Columbus staat nog op zijn sokkel in Port of Spain, maar hoe lang nog? De kranten staan vol met opinies.

Vaste land

Wij hebben in de Slangenmuil flinke stroom tegen. Met een magere twee knoopjes over de grond ploegen we door het water, dat met wervelingen, kolken, botsende stromingen, korte steile golfjes en aan beide kanten rotskust geen plek is om motorpech te krijgen. Dan varen we om de kaap heen, Chaguaramas ligt om het hoekje, een populaire, orkaanveilige klusplek onder wereldzeilers. We knopen vast aan de steiger. Eindelijk, na bijna vier maanden ankeren, een steiger! Hier gaan we klussen, grote en kleine problemen oplossen. We zijn nu een jaar onderweg. Toen we vertrokken waren we beginnende vertrekkers, nog wat onzeker en onwennig. Nu staan we vlak na aankomst op de kade met ervaren wereldzeilers stoere zeilverhalen uit te wisselen, biertje in de hand, met een glimlach van oor tot oor. Dit leven bevalt ons zo ongelofelijk goed, we zijn nog lang niet klaar.

Chaguaramas, Trinidad, juni 2020

Tags: Last modified: 19 maart 2021
Sluiten