De Noordzee ligt bezaaid met scheepswrakken; daar worden we als zeilers vaak aan herinnerd. Maar achter ieder wrak-symbool op de kaart schuilt een verhaal. Daarom onderzochten wetenschappers het afgelopen jaar 55 scheepswrakken die al meer dan 100 jaar op de Belgische zeebodem liggen. Uitgebreide onderzoeksrapporten, die later dit jaar openbaar zullen gemaakt worden, moeten ons meer vertellen over de geschiedenis, de conditie en de flora en fauna van de wrakken. Daardoor kan men de wrakker beter beschermen. De Belgische Minister van de Noordzee, Vincent Van Quickenborne, wil namelijk met een nieuwe wet alle wrakken ouder dan 100 jaar en met een cultureel, historisch of archeologisch karakter, automatisch als erfgoed erkennen.
Kraamkamers en zeemansgraven
Voor de kust van België liggen naar schatting een 280-tal scheepswrakken. Twee derde van deze wrakken dateert uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog en kan door de nieuwe wet ook makkelijker als erfgoed worden erkend. Een wraksite biedt een unieke historische momentopname en het zijn ook schuiloorden en kraamkamers voor fauna en flora die bijdragen tot de biodiversiteit van de Noordzee. Ook zijn het vaak de zeemansgraven van bemanningsleden die de schipbreuk niet overleefden.
Wat houdt de bescherming in?
Wanneer een wrak beschermd is, wordt het zo aangeduid op de officiële zeekaarten. Werkzaamheden zoals baggerwerken in de nabijheid van de wraksite, kunnen dan niet meer uitgevoerd worden zonder voorafgaande toestemming. Verder mogen er, zoals nu al het geval is voor alle wrakken – ook in Nederland, geen stukken worden bovengehaald door duikers. Sleepvissen of een anker uitgooien kan dan ook niet meer. De scheepvaartpolitie, de douane en defensie houden hierbij een oogje in het zeil. Het nieuwe beleid is afgestemd op de Unesco-conventie voor de bescherming van cultureel onderwatererfgoed, dat in 2014 werd omgezet in Belgische wetgeving. Nederland heeft in 2016 te kennen gegeven ook te willen toetreden tot het Unesco-verdrag, maar ratificatie is tot nu toe nog niet gebeurd.
Scheepswrakken geven geheimen prijs
Benieuwd naar welke verhalen er verscholen liggen achter de wrak-symbolen op de kaart? Begin van de zomer worden de onderzoeksrapporten online beschikbaar gemaakt en zullen we de wrakken digitaal kunnen ontdekken. U kunt dan tijdens een volgende zeiltocht langs de Belgische kust uw bemanning overladen met interessante weetjes. Duik alvast mee naar enkele iconische scheepswrakken in de Belgische Noordzee!
‘t Vliegend Hert
51°29’51” N/03°06′ 87″ O
‘t Vliegend Hert (ook wel ‘t Vliegent Hart) was een handelsschip uit 1729 van de Verenigde Oost-Indische Compagne, dat op 3 februari 1735 verging voor de kust van België. Samen met het zusterschip Anne Catharina was het nog maar net vertrokken uit de haven van Rammekens bij Vlissingen voor zijn tweede reis naar Batavia (Indonesië). Een loodsboot moest beiden schepen in een noordoosterstorm langst de zandbanken van Deurlo loodsen, maar de schepen kwamen in de problemen. De driemaster voer vast op een zandbank, raakte op drift, maakte water en zonk. Ook de Anne Catharina verging in de storm. In totaal kwamen meer dan 400 mensen om het leven.
In september 1981 werd het scheepswrak van ‘t Vliegend Hert ontdekt. Aan boord waren geldkisten met duizenden gouden dukaten en zilveren realen. Een bijzondere ontdekking waren loden containers waarin tabak, ansjovis en kaas waren ingeblikt. In het scheepswrak lagen ook flessen wijn. Zes daarvan zijn in 2013 in Antwerpen geveild voor 9700 euro. ‘t Vliegend hert kwam in 2018 in het nieuws toen duikers ontdekten dat delen van het wrak aangetast worden door paalwormen.
West-Hinder
51°22′ 87″ N/02°27’13″O
De West-Hinder was een lichtschip dat vanaf 1864 post vatte bij de West-Hinderbank, waar het decennialang omliggende schepen waarschuwde voor de zandbank. Op 13 december 1912 verging het schip nadat de lichter Minnie, die werd gesleept door het Duitse stoomschip Ekbatana, door de stroming tegen het lichtschip werd geduwd. De kapitein van de West-Hinder liet het anker nog lichten in de hoop om los te komen van Minnie, maar het mocht niet baten. Samen met zijn negenkoppige bemanning zonk het schip naar de bodem, waar het nog steeds ligt. Er zouden nog vele lichtschepen volgen, tot het in 1993 werd vervangen door een elektronisch automatisch lichtplatform op een paal.
MV Birkenfels
51°38’39” N/ 02°31’07” O
Een west-kardinaal markeert vandaag de positie van MV Birkenfels, een Duits vrachtschip dat op 7 april 1966 in dichte mist in aanvaring kwam met het Duitse schip Marie Louise Bolten. Het vrachtschip had een lading van 8750 ton ijzererts, kunstmest en andere goederen en was op weg van Bremen naar Khorramshar in de Perische Golf. Alle 43 bemanningsleden en zes passagiers werden gered door Marie Louise Bolten, dat hen overbracht naar Amsterdam. Vandaag is het een populaire wraksite voor duikers en vormt de Birkenfels-boei de noordelijkste markering in de SOLO100Mijl, een prestatietocht voor zeilers.
Lees ook het artikel Competitie tijdens corona; deze prestatietochten winnen populariteit voor meer info over twee uitdagende prestatietochten voor de Belgische kust; SOLO100Mijl en Charlie Solo.
Omslagfoto (c) Agentschap Onroerend Erfgoed
Tags: Noordzee, Scheepswrak, Unesco, Zeekaarten Last modified: 9 maart 2021
Wauw, ik wist niet dat er zoveel Belgische scheepswrakken op de bodem lagen. Altijd interessant als deze destijds niet geborgen zijn door middel van een scheepsberging. Als duiker zijn dit soort plekken goud waard. https://www.duikbedrijfvanbekkum.nl/diensten/scheepsberging