Hoe begin je met zeilen als je niet uit een zeilersnest komt? Meestal door eens op te stappen. Maar dat kan ook misgaan: plots bevind je je op een bewegend apparaat met touwen, katrollen, klemmen, nauwe looppaadjes en een schipper die van alles wil, doet, mompelt of zelfs schreeuwt. Als opstapper en schipper wat aandacht aan elkaar besteden, neemt de slagingskans van ‘operatie opstappen’ aanzienlijk toe.
Annemart en ik gingen jaren geleden op zeildate: stukje zeilen, anker uit, stukje zwemmen en weer terug. Dat heeft tot iets moois geleid, niet in de liefde, maar wel op zeilgebied. Ze heeft CWO
Kielboot I en II inmiddels op zak en wil de overstap naar kajuitjachten en zeezeilen maken. “Keertje opstappen?” Dat laat ze zich geen twee keer zeggen. Haar gloednieuwe zeiltas staat al ingepakt voordat ik heb opgehangen.
Wat wil je leren?
Met twee mokken thee op de kajuittafel maken we een plan. “Wat wil je eigenlijk leren dit weekend?” “Nou, opstappen,” antwoordt Annemart gevat. Zo had ik het nog niet bekeken. Een praktijkcursus opstappen, om ervaring op te doen. Dat betekent wel dat er naast alle gezelligheid werk aan de winkel is, voor beide partijen. Wat zijn realistische verwachtingen en hoe voldoe je daaraan, ook al heb je weinig ervaring? En wat kun je als schipperende gastheer of -dame bijdragen?
Als ik bij mezelf te rade ga, is veilig aan boord blijven het eerste criterium. Ik kan prima alleen varen, maar vind het onrustig als ik voortdurend moet opletten of mijn opstapper zich aan dek of in de plomp bevindt. Wel is het fijn als de opstapper helpt bij het afvaren en aanmeren, en bij het hijsen en opdoeken van de zeilen. Die manoeuvres zijn voor veel mensen een reden om niet solo te zeilen. Aangezien instructies op vol volume halverwege een spannende aanlegmanoeuvre de sfeer niet altijd ten goede komen, maken we vooraf wat afspraken. De belangrijkste: niet te veel ongewenst eigen initiatief ontplooien en graag de instructies opvolgen. Als de zeilen eenmaal staan is er meer tijd om de opstapper verder wegwijs te maken in de zeilkunst, als beide partijen daar zin in hebben. Goed instructies opvolgen vraagt wel basiskennis. Daarom beginnen we met een rondje dek.
Rondje dek
“Je kunt overal staan.” “Maar niet op de luiken?” Goede vraag. “Kan wel, maar ze worden glad als ze nat zijn, dus inderdaad beter van niet.” Ik doe vanzelf het gekke pasje waarmee ik over het nauwste deel van het gangboord stap. Voor Annemart is dat nog even wennen.
Dan volgt nog een rondje, met één hand voor het schip en één hand voor haarzelf, zodat ze weet waar ze zich vast kan houden als de boot beweegt. “Bij een monohull onder
zeil altijd over de hoge kant lopen.” Onderweg bekijken we de belangrijkste onderdelen. Weer in de kuip maken we een rondje schoten en vallen. Alle groene lijnen zijn van het grootzeil, en alle rode van de genua. “Aha, GRoen voor GRootzeil.” Annemart slaat alles vlot op.
Zeilen 02/2022
Ben je benieuwd naar de rest van hier verhaal? Hoe doet Annemart het verder als opstapper? En wat vindt zij er zelf van? Wat voelt als teamwork? En wil je tips lezen voor zowel opstappers als schippers? Je leest het allemaal in Zeilen02/2022. Koop het nummer hier online in de webshop of lees (het artikel in) Zeilen hier digitaal. De editie is ook tot en met woensdag 23 februari verkrijgbaar in de winkel. En wil je vanaf nu elke maand dit soort verhalen lezen? Word dan hier abonnee.
Omslagfoto en foto: Jasper Themans
Tekst: Jasper Themans