Actueel, Reisverhalen

Ode aan Zuid-Bretagne

11:33

Marcel en Anne wonen sinds ruim anderhalf jaar aan boord van Zeezot, een aluminium Koopmans 40. Begin dit jaar stopten ze met werken en alles op de wal verkocht of weggegeven. In mei vertrokken ze voor onbepaalde tijd, met als symbolische bestemming Vancouver Island, maar met de reis als het eigenlijke doel. In tegenstelling tot de meeste vertrekkers, die gelijk de Biskaje oversteken, hebben ze een maand de tijd genomen om Zuid-Bretagne en Noord-Spanje te verkennen.

Bretons streepje

De heldere klanken van een door gitaar begeleide chanson bereiken ons over het water als we net onze laatste hap verse, lokale mosselen verorberd hebben. Nieuwsgierig besluiten we de muziek te volgen, met een glas, uiteraard Franse, wijn in de hand. Een steiger verderop speelt een oudere man een bekend deuntje. Op de boot naast de zijne, Penelope, zingt de jonge, geheel in stijl geklede crew mee. De gestreepte wollen trui is de traditionele Bretonse kledij. Staand op de steiger zingen we, eerst nog wat verlegen, mee en ook vanaf een andere boot wordt aarzelend ingezet. Het duurt niet lang of we worden uitgenodigd aan boord van Penelope om samen te proosten.

Zo hadden we het in ons hoofd toen we een maand eerder de lijnen losgooiden om voor onbepaalde tijd te vertrekken. Zwoele zomeravonden, lokale lekkernijen, wijntje, muziek, uiteenlopende mensen met interessante verhalen ontmoeten, léven! Toch hadden we niet verwacht dat we na het Zuid-Bretonse Camaret-sur-Mer zouden gaan eilandhoppen, en dat deden we nu wel.

Bloc Marine

Aan ‘de overkant’ was het echter nog helemaal geen zomer en eigenlijk hadden we nog tijd genoeg, zo half juni. Dus besloten we vanuit Camaret-sur-Mer oostwaarts te gaan en Zuid-Bretagne, naar verluidt nóg mooier dan het noordelijke deel, te gaan verkennen. Gewapend met niet meer dan de Bloc Marine, gevuld met informatie en luchtfoto’s van havens en ankerplaatsen langs de Atlantische kust van Frankrijk, en de Navily-app maakten we een plan: zoveel mogelijk eilandjes zien op weg naar La Rochelle, vanwaar we van plan waren alsnog de Biskaje over te steken naar Santander.

Île de Groix is het eerste Bretonse eiland dat we aandoen. Omdat het weer nog niet echt meewerkt, varen we naar het haventje Port-Tudy in plaats van te gaan ankeren. Wat een sfeer! Tussen de verder uitsluitend Franse vlaggen wappert trots onze Duitse vlag; Zeezot vaart onder de Duitse vlag omdat Marcel Duitser is. Zeezot en Anne zijn overigens van Nederlandse komaf. Ondanks het minder goede weer zitten de terrasjes gezellig vol en wordt overal muziek gemaakt of gespeeld door de zeilers.

Het eiland meet zesmaal tweeënhalve kilometer en wandel- en fietspaden lopen langs vrijwel de gehele kust en van en naar de verschillende dorpjes. Met de wijn van de vorige avond nog in de benen is een rondwandeling ons een beetje te gortig, maar wat we zien, is werkelijk prachtig! Een smal paadje kronkelt langs de hoge kust door het bos, ingesloten door varens en bloeiende braamstruiken. Om de paar honderd meter wijken de struiken en is het uitzicht anders. Verlaten strandjes omgeven door hoge rotsen, prachtig turquoise water.

Stroming en deining

Grappig hoe snel je je ergens thuis kunt voelen. Als we na twee dagen verder gaan, ben ik bijna een beetje verdrietig. Bijna, want onze nieuwe vrienden van Penelope zouden net als wij de twintig mijl naar Belle-Île-en-Mer varen, met dik twintig knopen wind van voren best een pittig tochtje. Door de gitaar spelende buurman waren we gewaarschuwd om vooral eerst de haven aan te doen voor we zouden gaan ankeren, vanwege de forse stroming rond dit ‘mooie eiland’.

Na een onrustig nachtje aan meerboeien in de voorhaven van Port de Le Palais, waar ieder half uur een grote veerpont langs komt varen en tussendoor de havenmeester in zijn rib de nieuwkomers helpt manoeuvreren, bedenken wij dat we liever op een rustigere plek door de deining in slaap gewiegd worden. Het is een schattig dorpje en de omgeving prachtig, maar de drommen toeristen die in en uit de veerpont worden geleid en het gepiep van vrachtwagens die de nieuwe voorraden in ontvangst nemen, maken het geheel toch iets minder idyllisch. Achteraf gezien hadden we beter door de sluis kunnen varen om in de eigenlijke haven te gaan liggen: een stuk rustiger, zowel qua water als geluidsniveau.

Alleen palmbomen ontbreken

Op de ankerplaats Port An-Dro, zo’n vijf mijl richting zuidoosten, liggen we alleen met een stuk of vijf andere zeilboten en wat lokale vissers. En daar, uit de hectiek van Le Plaisance, werd voor ons Belle-Île pas echt belle. Wauw! Met onze bijboot roeien we naar een prachtig strand waar her en der rotsblokken ‘neergestrooid’ liggen. Ze geven doorkijkjes naar een ander stukje strand en naar onze mooie Zeezot, dobberend in het blauw. Vanaf hier leidt een pad hoog over de kliffen. Het is steil en ruig, ruikt naar alpenweide.

Vanwege de onrustige deining besluiten we in de middag Belle-Île te verlaten en het kleine stukje naar Île d’Hoëdic te varen. Dit eilandje is een stuk kleiner en vooral lager dan Île-de-Groix en Belle-Île, waardoor ankeren met veel wind niet erg aangenaam zal zijn. Maar de lucht, die aanvankelijk wat grauw was, trekt open, de zon komt tevoorschijn en de wind is vrijwel weg: de perfecte omstandigheden voor een paar hele fijne dagen.
Het eilandje is zo klein, tweeënhalve bij één kilometer, dat je er in een paar uur omheen kunt lopen met altijd fantastisch uitzicht op witte stranden en het helderste water dat je je kunt voorstellen. Je waant je op een tropisch eiland. Alleen de palmbomen ontbreken; de begroeiing is laag en ruig, in de winter zal het er flink tekeer gaan. Er is één dorpje met alles om een paar dagen helemaal te onthaasten: cafeetjes, restaurantjes en zelfs een supermarkt.

Maar na twee heerlijke dagen krijgen we toch een beetje haast; er is slecht weer voorspeld. Maar wat hebben we genoten van dit paradijsje. Zo trekken we rustig verder. Uiteindelijk zouden we een maand de tijd nemen voor de tocht van Camaret-sur-Mer tot Les Sables d’Olonne, vanwaar we de oversteek maken naar de middeleeuwse havenstad Avilés aan de noordkust van Asturië. Eigenlijk is één maand niet eens genoeg om dit zeilgebied te verkennen!

De bemanning van Zeezot legt hun avonturen ook vast op YouTube. Onderstaande video maakten ze naar aanleiding van hun avonturen in Bretagne.

Tekst en foto’s: Anne van den Wilde

Tags: Last modified: 6 augustus 2021
Sluiten