Niet elke zeiler krijgt de liefde voor deze watersport met de paplepel ingegoten. Sommigen leren pas zeilen op hun veertigste of vijftigste. Wat brengt deze laatbloeiers alsnog op het water en hoe vergaat het ze? Een ding is zonneklaar: het maakt niet uit op welke leeftijd je begint.
Tekst: Wieke van Oordt
“Het zat dus toch in mijn genen.” Zo verklaart Niek Boes het dat hij op zijn zesendertigste ging zeilen. Hij groeide in Twente waterloos op. “Maar mijn voorouders gingen mee met de VOC en ik stond als jongetje altijd al naar bootjes te kijken, dus er zit toch ergens piratenbloed, hè.” Tien jaar geleden stond hij met zijn gezin op een veerpont in Enkhuizen. Ze keken naar alle zeilboten die voorbijkwamen. Niek stootte zijn vrouw aan en zei: “Als al deze mensen het kunnen, dan kunnen wij dat toch ook?” Dezelfde avond belde hij een vriend op. “Ik wil gaan varen, maar wat voor boot zal ik kopen?” Een Puffin of Noordkaper, raadde de zeilvriend aan. Want daar zit een dekhuis op; dat is leuk voor de kinderen. Twee weken later had Niek een stalen tweemaster. “Dat moment op het veer heeft mijn leven veranderd.”
Moment
Het moment. Alle zeillaatbloeiers weten nog exact precies dit punt in hun leven naar voren te halen: van niet- naar wel-zeiler. Bij Alexandra Peek was het de dag dat haar vader bij hun vakantiehuisje in Friesland mompelde: “Misschien moeten we er een zeilbootje bij kopen. Leuk voor de verhuur.” “Nou, voor hij was uitgesproken, stond ik al bij IKEA om kussentjes en prulletjes uit te zoeken,” zegt Alexandra. “Blauw, overigens.” De boot kwam er, maar verhuren? “Nee, ik ben er zelf mee gaan leren en proberen.”
Jeroen Koninkx zat in een après-skibar met een vriend. “Ik was 35, net gescheiden en op skivakantie met een vriend die ook in een eh, tussenhuwelijkse periode zat, zal ik maar zeggen. We zaten te praten over wat we eens zouden kunnen gaan doen de volgende zomer. Weet je wat, zei ik, wij gaan een kajuitjachtje kopen.”
Plots booteigenaar worden
En ook Jan Bassa weet nog wanneer het allemaal begon. “Ik was halverwege de veertig. Een collega van mij verkocht haar bootje, want haar nieuwe vriend werd zeeziek. Ik dacht, zeven en een halve meter, dat lijkt mij wel leuk. Schoonmaken, een verfje aan de binnenkant en varen maar. Dat was de gedachte. Ik zei tegen haar: ‘Ik koop ’m van je over.’ En toen had ik opeens een boot.”
Zo ongeveer, zo plots booteigenaar worden, verging het ook René de Ruiter.
Zeilen 07/2019
Ben je benieuwd hoe René ook plotseling booteigenaar werd? En wil je de rest van het verhaal over de laatbloeiers lezen? Je vindt hun inspirerende en persoonlijke verhalen in Zeilen 07/2019! Koop het nummer hier online in de webshop. De editie is ook tot en met woensdag 24 juli verkrijgbaar in de winkel.
Omslagfoto: Devy Masselink – iStock
Tekst: Wieke van Oordt
Tags: Laaibloeiers, Teaser, zeilen Last modified: 22 juli 2019
Zeer leuk artikel. Ik ben zelf 6 jaar geleden begonnen met zeilen. Nu ben ik 53 en zeil met passie. Mijn eerste boot was een polyvalk. Nu heb ik een Beneteau First 20 (zelfde boot als de redactie boot). In de afgelopen jaren ook diverse andere boten gehuurd om uit te proberen. Tot nu toe alleen binnenwateren en IJsselmeer. In de nabije toekomst hoop ik om ervaring op zee op te doen.
Als men ervaring op Zee wil op doen, kan dat ook met een echte Klassieker, type Halcyon 27 -S Spant- Langkieler, als klassieker ook erkend door de Vereniging Klassieke Scherpe Jachten Club, 8 meter Bootje, die vanaf de 70er jaren nog steeds populair is op de Engelse Kustwateren, In Nederland zijn er nu nog maar 2 of 3 te koop. Vervolgens te renoveren om te voldoen aan de normen van de Nederlandse Kustzeilers Vereniging voor Zeewaardigheid.