Zeemanschap

Hoger aan de wind varen voor 8 euro

“Hebben we nog een snapshackle?”

11:11

snapshackle

“Hij gaat hoger en loopt van ons weg.” “Dat zie ik, maar Zoef wil niet hoger.” “Tuurlijk wel.” Tien minuten later loopt Zoef even hard, maar wel 5 graden hoger. Wie wil nou niet z’n concurrenten aftroeven?

De meeste jachten zijn groter dan het onze. Maar wij zouden toch tamelijk hoog moeten kunnen lopen. “Als we de eerste boei al niet eens halen, gaat het een lange dag worden.” Dat moet toch anders kunnen. Zojuist zijn we vlak bij de Y-toren gestart in de Zeilen Markerwaddenrally 2018, van IJburg naar de Markerwadden en terug (volgende maand meer hierover). Met zijn drieën varen we redactieboot Zoef naar de overwinning. Hopen we. Want zo belabberd aan de wind varen is niet goed voor de hoogte… en niet voor het moreel.

Het probleem

We lopen de trim door. Knoop of 13 wind en de golfslag is kort en hoog, dus we zouden met veel profieldiepte moeten varen om door deze klotsbak te komen. Over het algemeen geldt: eerst snelheid, dan hoogte en vervolgens je koers actief onderhouden.
Dat wil zeggen: afvallen als je langzamer gaat en dan weer langzaam oploeven als je eenmaal snelheid hebt. Constant in beweging. We doen echter niet voor niets mee met een ‘prestatietocht’, dus gemiddeld hard en hoog voldoet ruimschoots.
Het voorzeil staat goed. Val niet te strak, profiel vrij diep (veel druk om door de golven te komen) en de telltales over de gehele linie recht naar achteren. Het grootzeil kan beter. Boven zitten de streamers (telltales aan het achterlijk) achter het zeil, terwijl ze onder perfect naar achteren stromen. Boven staat het zeil te strak, onder goed: er is te weinig twist. Als we de grootschoot verder vieren, gaat het zeil klapperen.
“Er zit maar één ding op. De giek moet verder naar binnen.”

Permanente noodoplossing

Veel broertjes en zusjes van Zoef zijn uitgerust met een overloop op de kuipbanken of op het achterdek (zie foto). Maar we hebben niet even een overloop in de gereedschapskist liggen. “Een takel om hem opzij te trekken?” Op beide boorden hebben we een keerblok voor de spischoot. We rommelen wat met een lijntje van en naar het keerblok, maar dat blijkt niet werkbaar. Dan zie ik het dekoog onder het keerblok. Eureka! “Hebben we nog een snapshackle?” Uit de doos met harpjes komt een echte snapsluiting, nog met wartel eraan ook. Terwijl één van ons de grootschootbundel goed vasthoudt, maak ik het grondblok los van de kuipvloer en maak de snapshackle eraan vast. Het grondblok van de grootschoot is nu naar wens verplaatsbaar. Klik, aan het dekoog aan loef. “Hij kan weer aan!” We trekken de giek nu tot de spruit van de achterstag; zo’n 30 centimeter verder naar binnen dan eerst. Niet helemaal in het midden, anders werkt het weer tegen. “De telltales staan perfect.” Vijf minuten later zeilen we even hard als voorheen, maar dan 5 graden hoger.

Praktisch of voordelig?

Voor deze oplossing moet je in de overstag de schoot van boord veranderen. Bij korte rakken en veel manoeuvres zal het verplaatsen van de schoot in de overstag waarschijnlijk evenveel voortgang kosten als de matige trim bij schoot-in-het-midden. Bij langere rakken levert het serieus voordeel op. Op een kleine boot als Zoef is deze oplossing zeker tot 20 knopen, ook solozeilend, goed hanteerbaar zonder dat de loshangende giek gevaarlijk wordt. Is je boot groter of wil je goed meekomen in het wedstrijdveld op de korte baan, dan kun je beter een echte overloop monteren. Zelf doen? Er komt véél kracht op de rail, dus zet hem goed vast.

Daarom wil je twist

Met een grootschootoverloop breng je het aangrijpingspunt van de grootschoot verder naar loef of lij. Vooral aan de wind heb je er veel baat bij. Bij veel wind verplaats je hem naar lij, bij minder wind naar loef. Zo trekt de schoot niet alleen verticaal, maar ook gedeeltelijk horizontaal. Trek je louter verticaal, dan trek je het achterlijk tot bovenaan dicht. Omdat de wind in de top meestal anders staat dan vlak boven dek, moet je je zeilvorm daarop aanpassen. Trek je gedeeltelijk horizontaal, dan staat er minder spanning op het achterlijk en kan er twist ontstaan. Heeft het topje van je zeil ook nog eens nut.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 08/2018

Omslagfoto: Marinus van Sijdenborgh de Jong

Tags: Last modified: 1 november 2023
Sluiten