Aan boord

Doe-het-zelf fok

09:27

Eric Mulder wilde een nieuwe fok voor zijn Waarschip 660. Om de ­zeilmaker precies te kunnen vertellen wat voor zeil het moest worden, besloot hij zich grondig in te lezen. Hij vond gratis software, raakte enthousiast en ­besloot: ik maak die fok gewoon zelf. Of het nu een mooi zeil wordt of niet, als het klaar is weet ik van wanten. 
 
Mijn 25 jaar oude fok was duidelijk aan vervanging toe. De bolling was hopeloos naar achteren verschoven en dat heeft een dramatisch effect op de voorwaartse krachtcomponent die ervoor moet zorgen dat het geheel van zeil, mast en boot in de gewenste richting gaat. Hoog tijd dus om de zeilgarderobe te vernieuwen. 

Het lag voor de hand om een aantal zeilmakers af te gaan en een setje 660-zeilen te bestellen. Het onbevredigende gevoel bekroop me echter dat het moeilijk is om te definiëren wat je wilt hebben als je een minimaal begrip hebt van de materie. Het voelde alsof ik een nieuwe pc ging kopen zonder te weten wat processorsnelheid of RAM is. De verkoper zou ongetwijfeld beweren dat het een goed product zou zijn, maar ik zou dat niet kunnen controleren. Ik besloot dat het een goed idee was als ik me vooraf wat meer zou verdiepen in het onderwerp.

PICT2382Pragmaticus

Een aantal jaren geleden maakte ik op een cursus zeilmaken een gunterzeiltje voor een zelfgebouwd jolletje. De technische vaardigheden die je daarvoor nodig hebt, zijn voor een redelijk handig individu best te overzien. Al snel werd me duidelijk dat het bepalen van de juiste vorm van het zeil het meest cruciaal is. Zeilontwerpen werd helaas niet behandeld tijdens de tweedaagse cursus.
Ik ging op zoek naar een boek over zeilmaken dat me in staat zou stellen om de ‘taal’ te spreken en de belangrijkste factoren te snappen. De zeilmaker die toentertijd de cursus gaf, gebruikte een nogal oud handboekje met daarin een aantal vuistregels die leidden tot een bepaald profiel. Het was al jaren niet meer in druk en leek me speciaal geschikt voor gaffeltuigen en andere bruine boten. In de verwachting dat inzichten en technieken inmiddels verbeterd zijn, kwam ik op internet twee bronnen veelvuldig tegen, The Sailmakers Apprentice van Marino en Sail Performance van Marchaj.

Ik bestelde het eerste aangezien dit boek ook vaardigheden van het zeilmaken behandelt. De fundamentele principes van de werking van zeilen worden echter veel beter toegelicht in het werk van Marchaj, maar daar kwam ik pas later achter. De stijl van Marino is zeer pragmatisch en getuigt van een aansprekende can-do mentaliteit. Pragmaticus als ik ben, ontstond al snel het plan om zelf een zeil te maken. Wat zou me nu dieper in de materie kunnen invoeren? In het beste geval hield ik er een goed zeil aan over, met de mogelijkheid om een complete garderobe te maken. In het slechtste geval had ik een vod van een zeil, veel kosten gemaakt, een illusie minder te koesteren, maar wel precies het hogere kennisniveau dat ik voor ogen had.

Gratis software

Op basis van het stappenplan zoals dat in mijn goudmijntje van Marino werd aangereikt, ben ik begonnen. Allereerst moet bepaald worden wat de dimensies van het zeil moeten worden. Een fok van 10 m2 heeft het voordeel dat de afmetingen en materiaalkosten te overzien zijn. De hele onderneming moest op de zolderkamer plaats vinden, bij gebrek aan een grote open vloer. Ik nam de maten van de lijken over van de zeilplantekeningen van het Waarschip en controleerde ze met de afmetingen van de bestaande fok. Dat kwam goed overeen.

De volgende stap was het kiezen van een profiel en het aanbrengen ervan in het zeilmateriaal. De bolling in een zeil wordt verkregen door panelen aan elkaar te bevestigen waarvan de zijden niet recht zijn. Hoewel de afwijking van de rechte lijn erg gering is, geeft dit een aanzienlijke bolling aan het zeil. De locatie van de bolling wordt bepaald door de curve langs de zijden van de panelen.

Nu zijn er grofweg twee manieren om het profiel te bepalen. De handmatige methode komt neer op het gebruiken van tabellen en vuistregels waarbij de rondingen van de panelen gespecificeerd worden. Het voordeel is dat je er alleen een A4-tje voor nodig hebt, het nadeel dat je vooraf geen beeld krijgt van wat je aan het fabriceren bent. Typisch een methode die mij minder geschikt leek voor een eerste probeersel. Veel eleganter is het als je vooraf al een visualisatie hebt van hoe het zeil eruit gaat zien. Nu was ik jaren geleden op het internet al het gratis softwarepakket Sailcut tegengekomen. Een goed alternatief voor commerciële pakketten waar ik voor dit experiment geen trek in had. Het moet wel leuk blijven.

Sailcut is echt een juweel

Je kan er alle groot- en voorzeilen mee ontwerpen en er is zelfs een aparte versie voor spinnakers. De programmatuur is uitermate simpel en vereist geen andere input dan de waarden die je ook bij een handmatig ontwerp nodig hebt. Het mooie van het pakket is verder de mogelijkheid om op het scherm een zeil te ontwerpen en pas als het bevalt een vertaling te maken naar het platte vlak. Door de uitslagen over te nemen op het Dracon en de panelen vervolgens aan elkaar te bevestigen krijg je het totale zeil. Details zoals stagbuiging, zoomwijdte en lijkkromming zijn allemaal in te voeren en komen ook terug in het uiteindelijke zeil. Ook als men geen ambities heeft om daadwerkelijk een zeil te maken, is het een leuke exercitie om eens met het programma te stoeien en te zien hoe de vorm van een zeil verandert door andere invoerparameters te kiezen.

PICT2664Compromis

De software is dan wel mooi, je moet zelf de profieldiepte- en vorm bepalen. Hierbij liet Marino me in de steek, want dit onderwerp werd niet uitvoerig behandeld. Ik besloot de waarden die wel genoemd staan en de standaardwaarden in Sailcut als uitgangspunt te kiezen: 8% bolling op het diepste punt.

Later leerde ik dat de zoektocht naar de ideale profielkeuze een mission impossible is. De ideale profieldiepte, de plaats van die diepte en de twist zijn volledig afhankelijk van factoren als windsterkte en golfgedrag. Voor optimale prestaties van een boot zijn meerdere zeilen nodig. Mijn conclusie was dat de keuze voor één zeil dus per definitie een compromis is. Dit is de verklaring voor de uitgebreide zeilgarderobe van wedstrijdschepen zoals op de Volvo Ocean Race. Hoewel voor velen waarschijnlijk bekend, was dit voor mij echt een eye-opener. Ik ging er altijd van uit dat de bolling te variëren is door middel van trim, maar dit heeft zijn limieten.
De keuze voor het profiel van mijn eerste zeil was dus een eerste stap in het trial and error proces. Een proces dat ongetwijfeld bij de professionele zeilmaker een traject is geweest van jaren en misschien wel generaties. Hoe zou mijn eerste zeil enigszins acceptabel kunnen worden? Een blik op mijn uitgezeilde fok gaf me echter het vertrouwen dat erger niet mogelijk zou zijn. Daarbij meent meneer Marino dat het bepalen van de vorm van een zeil een kunstvorm is en dan wordt het pielen met het lijnenspel in Sailcut ineens veel minder eng. Een schilderij is ook nooit af en zeker nooit perfect.

Kringloopwinkel

Na het invullen van de afmetingen, twist (18°), profieldiepte (6% in de top; 8% in het midden; 3% aan de onderzijde) en de curven van de lijken, rolt er direct een ontwerp uit. Je hebt daarbij de keuze uit verschillende snits van de banen. Bij cross cut staan de banen doek haaks op het achterlijk. Bij een triradiaal ontwerp is de verdeling van de krachten in de meest optimale richting. Mede vanwege de kleinere en handzamere panelen heb ik voor het laatste gekozen. Of was het nu omdat een triradiaal zeil er gewoon heel erg profi uitziet?

DSC_0097Om geen tijd te verliezen aan het rondbellen naar een zeilmaker die de panelen kon plotten, heb ik de afmetingen vanuit Sailcut met een liniaal uitgezet op polyethyleenfolie om mallen te maken voor de Dacron-panelen. Het werd een zeer tijdrovende klus en duurde zo ’n twintig tot dertig minuten per paneel. Met 27 panelen werd dat vijftien uur plotten. Het kwam mijn neus uit. Een volgende keer zou ik de boel toch door een zeilmaker laten plotten. Het Sailcut pakket creëert namelijk data die door zo ’n plotter gelezen kan worden.

De veelal driehoekige panelen uit een triradiaal design moeten precies in de richting van de inslag liggen om rek van het doek te voorkomen. Ik nam de mallen met potlood over op Dacron en sneed de panelen uit met een hotknife, zo’n soldeerbout die men in de watersportwinkel gebruikt om een stuk lijn af te snijden. Dat geeft een mooie afwerking aan de rand. Als dit niet gebeurt, zoals met mijn eerste zeiltje tijdens de cursus, gaat de rand rafelen, ook als je er met het naaien overheen stikt.
Daarna zette ik de panelen aan elkaar met basting tape. Hierdoor werd het naaien een peulenschil. Ik koos een donker garen uit pure ijdelheid. Ik wilde graag het triradiale design duidelijk uit laten komen. Dat is gelukt, maar helaas komen ook de fouten in de stiksels duidelijker naar voren. Deze fouten ontstonden doordat de naaimachine – een onverwoestbare Pfaff 130 uit de jaren dertig – niet in de tafel verlaagd was. Het opgerolde doek trok zijwaarts, met bochten in het stiksel tot gevolg.

De naaimachine had duidelijk nadelen, maar het grote voordeel zat ’m in de prijs: 50 euro voor de machine en 12,50 euro voor een ander motortje bij de kringloopwinkel. Af en toe een beetje olie en de belichaming van Duitse gründlichheit stampte probleemloos door zeven lagen Dacron en twee lagen webbing.

Bouwmarkt

Na het aan elkaar naaien van de panelen leek de diepte in het zeil wel erg gering. Als het gehesen is, zorgt de doorhang van het voorstag echter voor compensatie. In Sailcut is de doorhang daarom een invoerparameter. Met foto’s van mijn oude fok, schatte ik die op 40 mm. Dat kwam overeen met de vuistregel: 8 mm per meter voorstaglengte.

Restte nog de afwerking: het aanbrengen van de hoekverstevigingen, het omzomen van de lijken en het aanbrengen van het voorlijktouw. In de hoekverstevigingen kun je veel creativiteit kwijt. Ik heb een aantal stroken in dezelfde richting als de radiale banen genomen om ook hier de trekrichting te volgen. Het aanbrengen van het voorlijktouw is volgens mijn handboek een van de meest kritische stappen. In het voorlijk heb ik een 8 mm 3 strengs polyester touw aangebracht in een omgerolde zoom. Het is belangrijk om het zeil niet te strak te spannen alvorens het voorlijktouw en het zeil permanent aan elkaar te zetten. Daarmee haal je de bolling uit het zeil en krijg je een sterke vervorming van het doek.
Ik deed een vuistregel op van een behulpzame zeilmaker op internet: het voorlijktouw moet 1/72 deel korter zijn dan het voorlijk van het zeil. Tot mijn verbazing bleek dat ik met mijn voorlijk van 7,48 m op precies 10 cm verschil uitkwam. Direct heb ik de zaak vastgezet en met een biertje in de hand gekeken naar het product van mijn inspanningen dat er wel erg goed uit begon te zien.

Aan de halshoek en tophoek heb ik O-ringen met webbing aangebracht, voor de schoothoek heb ik een D-ring gebruikt. Daarna de leuvers. Ik heb koperen stagleuvers genomen van de bouwmarkt. Met een paar klappen van de hamer zaten ze zo vast.

DSC_0101Witte motor

Op een schitterende zeildag met windkracht 4 en zon heb ik de eerste proefvaart gemaakt. Al met al een spannende aangelegenheid. Had ik een zonnetent of een echte fok gemaakt? Het pakte verrassend uit. Het was alsof ik onder zeil de motor nog had lopen! De schoothoekpositie is niet helemaal ideaal en de wagen van de rail moet in de voorste positie staan om de fok goed dicht te trekken, maar het nieuwe zeil is alleszins acceptabel en creëert veel meer lift dan de oude fok. Ook de roerbalans is enorm verbeterd en ik voel veel minder druk op het roer. Wel had er iets minder twist in gekund. Ook zouden er latten in het achterlijk kunnen, maar dat is niet echt nodig.
Ik ben ongeveer een volle week met de fok bezig geweest, waarvan een groot gedeelte met het plotten van de panelen. Ik krijg daarmee sterk de indruk dat de druk om werkzaamheden naar lagelonenlanden te verplaatsen voor Nederlandse zeilmakers erg groot moet zijn. Ik heb het idee dat de prijzen die gelden voor een dergelijk arbeidsintensief product zeer redelijk zijn. Ondanks dat een prof het geheel veel sneller zal uitvoeren en waarschijnlijk een plotter gebruikt, vraag ik me af hoe dat uit kan? Ik heb nu meer waardering voor een smetteloos nieuw zeil en ik zal er veel zuiniger mee zijn dan in het verleden. Er zit veel werk in.

Na een woensdagavondwedstrijd sprak ik met concurrent Rob, een J/22 zeiler die ooit zeilmaker was. We spraken over de profieldiepte en andere aspecten van zeilontwerpen. Het was aardig om te merken dat ik op een heel ander niveau over zeilen en de eigenschappen ervan kon praten. Daarmee is het experiment voor mij in ieder geval geslaagd. Hij tipte me om het boek van Marchaj te kopen. Inmiddels ben ik daarin ver gevorderd en dit is een echte aanrader voor elke zeiler die graag de werking van zeilen wil begrijpen. Zeilmaken als hobby zal voor velen te ver gaan, maar als manier om te leren over de ‘witte motor’ is het een absolute aanrader. Ik heb nu voor minder geld een deugdelijk voorzeil en veel geleerd. Het volgende project is een gennaker, die ligt al op de tekentafel.

 

Tags: , , Last modified: 18 maart 2021
Sluiten