Ook zeilers blijven niet hun hele leven vijfendertig. Gelukkig zijn er genoeg slimme upgrades denkbaar om lekker door te blijven zeilen. Met een elektrische lier voor de genua, bijvoorbeeld. En die overstap is echt minder ingrijpend dan je zou denken.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met:
Lekker een stuk opkruisen met de zon in je rug – er is weinig lekkerder dan dat. Alleen: bij iedere overstag moet de genua even naar de andere kant. Aan het roer is dit een eenvoudige manoeuvre, maar het doorhalen van de genuaschoot en dan aanhalen vergt best wat inspanning, zeker als je een grotere boot zeilt. Met één voet in het gangboord draai je met de lierhendel – met al je kracht – de laatste centimeters schoot naar binnen. Zonde eigenlijk: juist nu je meer tijd hebt om er met de boot op uit te gaan, neemt je spierkracht af. Misschien is een elektrische lier voor de genua toch niet zo’n gek idee?
Drempels?
Een elektrische lier is voor veel zeilers geen vanzelfsprekende upgrade. De overstap wordt gezien als ingrijpend: er moet een gat in het dek, daaronder een motor geïnstalleerd. Om de bekabeling mooi weg te werken lijkt wat sloop- en breekwerk in het interieur onvermijdelijk. Genoeg drempels om de klus nog maar even uit te stellen.
Sinds dit jaar heeft Seldén, vooral bekend van zijn masten en Furlex-fokrollers, ook lieren in het assortiment: een S-serie (in zes maten) en een E-serie (in vijf maten). Het verschil zit ’m in de motor: de E-serie is hetzelfde als de S-serie, maar heeft een borstelloze elektromotor. Van de kleinste lier (de S30) is geen elektrische variant.
We mogen meekijken met een Contest 34 uit 1978. Dit jacht zeilt met een flinke genua, die hard aan zijn schoten trekt. Het plan is om de twee originele schootlieren te vervangen door twee nieuwe elektrische selftailende lieren van Seldén, de E40. Nu kunnen we met eigen ogen zien hoe ingrijpend de overstap naar elektrische lieren daadwerkelijk is.
Techniek uitgelegd
De Seldén-lieren uit de E-serie hebben borstelloze motoren. De motor is voorzien van een softstart, die bij het opstarten een spanningsval in het elektrische systeem voorkomt. De lieren worden aangestuurd door het SEL-Bus-systeem. Dit systeem regelt de bediening en stroomvoorziening van de verschillende onderdelen, en is door Seldén zelf ontwikkeld.
Belangrijk onderdeel van het Bus-systeem is de PSU, de power supply unit. Deze unit zet de boordspanning (12 of 24 volt) om naar 42 volt – hierdoor wordt het mogelijk de stroomvoorziening te doen met dunnere kabels, wat het inbouwen een stuk makkelijker maakt. Dat zit zo: de motoren van de lier hebben een vermogen van maximaal 1000 watt. Bij 12 volt betekent dit er bij volle belasting maximaal zo’n 100 ampère stroom loopt. Dit vereist kabels van 25 tot 35 mm2 dik, vergelijkbaar met de kabels van een startaccu. Deze kabels zijn dik, zwaar en stug, wat inbouwen bemoeilijkt. Bij 42 volt is de stroomsterkte daarentegen maximaal zo’n 30 ampère; dit staat bij hetzelfde vermogen veel dunnere kabels toe: 6 mm2 bij tot 9 meter lengte. Dat scheelt ook nog eens in de portemonnee, omdat alle lieren standaard met 9 meter 6 mm²-kabel geleverd worden.
Naast de PSU is er de MCU, de motor control unit. Die plaats je op een droge plaats in de buurt van de lier. Het hele systeem verbind je aan elkaar met de SEL-Bus-kabels; deze vormen de backbone van het systeem en zorgen ervor dat alles goed met elkaar communiceert. Ook de knoppen, waarmee je de lieren bedient, worden met een SEL-Bus-converter op dit netwerk aangesloten. Deze aanpak maakt het mogelijk om meerdere knoppen te monteren voor het bedienen van dezelfde lier, bijvoorbeeld eentje extra bij het stuurwiel. Ook kun je op deze manier de elektrische Furlex-fokroller op het systeem aansluiten.
Hoeveel extra accucapaciteit heb je nodig om deze lieren tijdens een dag zeilen van stroom te voorzien? In onze testboot, de Contest 34, staan twee AGM-serviceaccu’s van 105 ampère-uur. Dat blijkt in gebruik ruim voldoende. Zelfs na een flinke dag zeilen blijkt er voldoende stroom in de accu’s aanwezig om nog rustig een nachtje voor anker te gaan.
Installatie
Om de motor goed onder de lier te plaatsen is het van belang dat er onderdeks genoeg ruimte is. In het achterschip van ‘onze’ Contest 34 bevindt zich aan bakboord een tweepersoonshut. Doordat de lier op de kuiprand staat, zal de motor 14 centimeter naar binnen steken. Hiervoor is meer dan voldoende ruimte. Als we de bekleding van het plafond voor een deel verwijderen, wordt de motor goed bereikbaar. Aan stuurboord bevindt zich een éénpersoonshut, die vooralsnog vooral als bergruimte gebruikt wordt. Ook hier is dus ruimte genoeg.
Nadat de oude lieren verwijderd zijn, is het zaak eerst de oude gaten in het dek dicht te maken. Daarna nemen we de boormal erbij. Deze meegeleverde mal geeft precies aan waar de gaten voor de motor en de bouten moeten komen, en laat zien hoe de motor geplaatst moet worden zodat de trekrichting van de schoot optimaal is. Het is hierbij belangrijk is dat je de mal goed centreert, zodat het gat waar de motor doorheen moet, exact in het midden komt.
Als de motor geplaatst is, bepalen we aan de hand van de mal waar de boorgaten moeten komen. Gebruik bij voorkeur altijd stofafzuiging bij boren en zagen in polyester. Daarna zetten we de motor vast en worden de gaten gekit om lekkage te voorkomen. Het is tijd voor het leukste deel: de lier op de motor plaatsen. In de onderkant van de lier is ruimte voor het tandwiel dat op de motor zit. Je zet de lier vast op de plaat van de motor. Dat kan haast niet misgaan; precies op maat bevinden zich hier gaten met schroefdaad waarin je de lier vastzet. Tot slot monteer je de liertrommel.
Tijd om de waterdichte bedieningsknoppen te plaatsen. De afdekplaat voor de knoppen gebruiken we als mal voor de montage van de knoppen. Op de Contest kiezen we ervoor de knoppen vlakbij de lier te monteren; dit is handig bij de bediening. Met twee knoppen genereer je drie snelheden: één knop voor langzaam, één knop voor sneller, de twee samen voor maximale snelheid. Aan dek is nu alles gemonteerd.
Afwerking
Een tussenwand van de hutten biedt mooi ruimte voor het bedieningspaneel. Op dit paneel, dat buiten de boot is voorbereid, wordt alle benodigde apparatuur netjes aangesloten. In het geval van de Contest is dit de handigste oplossing: de gekozen tussenwand zit redelijk middenin het schip, zodat de meegeleverde kabels van 9 meter lang ruim voldoende zijn. Wat ook meetelt is dat de service-accu zich dicht bij het paneel bevindt, waardoor we maar 1 meter van de 12 volts 25 mm2-kabel nodig hebben om de accu aan te sluiten op de PSU. Alleen de knoppen, die je op het paneel aansluit met de Sel-Bus-converters, hebben verlengde kabels nodig naar de knoppen buiten bij de lier.
Je zou overigens ook de verschillende MCU’s in de buurt van de lier kunnen monteren, bijvoorbeeld in een kast die daar vlakbij zit. Dan lopen er vanuit de kast drie kabels naar de PSU en monteer je de SEL-Bus-converters vlak bij de MCU.
Al met al is de installatie flink meegevallen. De montage van de motoren met de lieren en knoppen in het dek is eigenlijk heel eenvoudig. Ook de installatie van alle SEL-Bus-onderdelen blijkt goed te doen omdat het systeem zo overzichtelijk is.
Als we niet veel later de Contest meenemen voor een tochtje, hoeven we niet meer uit te leggen wat de voordelen zijn van elektrische lieren. Met een druk op de knop wordt de zware genua getrimd – de tijd dat er hard gedraaid moest worden is voorgoed voorbij. Wij zijn overstag.
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Seldén. Meer informatie (en video’s) over hun elektrische lieren vind je op seldenmast.com/products/winches/.
Last modified: 22 november 2024