Reisverhalen

Zoete dromen, zoute werkelijkheid

10:11

Vroeger zeilden Vivian Oskam en Bram Stevens voor de lol. Zomaar een rondje over de Oosterschelde. In hun zoetste dromen waren oceaanoversteken een aaneenschakeling van deze pleziertochtjes. De zoute werkelijkheid blijkt anders te zijn.

Splashhhh…”, bruist een golf over de kuiprand. Druipend zit ik achter het roer. Bram lacht vrolijk. “Nou zeg,” pruttel ik chagrijnig, “net onderweg en nu al een zoute douche!” Mopperend op mijn eigen naïviteit ga ik me omkleden. Ik had het kunnen weten met die stevige noordenwind. Maar ik ben er ook blij mee. Eindelijk een stabiele passaat na een maand motoren langs de Portugese kust. Het is immers al oktober en de hoogste tijd om het Europese vasteland achter ons te laten. Met een groep van zes boten zijn we zojuist vertrokken uit de Portugese haven Cascais op weg naar Madeira. Dit wordt voor ons allemaal de eerste overtocht op de Atlantische oceaan.

The Little Long Keel Class

Omdat de drie kleinste boten erg op elkaar lijken, is er voor de grap een ‘little long keel class’ in het leven geroepen, die met een voorsprong op de grotere boten over de startlijn ging. Via marifoon en radio houden we elkaar op de hoogte van de vorderingen. Het helpt om mijn gedachten te verzetten van de op hol geslagen kermisattractie waarin we ons bevinden. Met uitgeboomde kluiver over de ene en gereefd grootzeil over de andere kant bruist Duende over de golvende vlakte. Drie etmalen achtereen sluit ze strak af met een recordbrekende honderdveertig mijl op de teller. De windvaan stuurt feilloos. Wij kunnen niet veel meer doen dan proberen zo min mogelijk blauwe plekken op te lopen, terwijl we door het interieur worden gesmeten. Zou dit normaal zijn? “Evaluatieborrel om vijf uur op de Walrus!”, gonst het over de steiger zodra de laatste boot is gearriveerd. Sommigen zijn geschrokken van de uitputtende ervaring. We praten over de drastische keuze van medevertrekkers die op honderd mijl onderweg naar Madeira zijn omgekeerd en hun plannen hebben bijgesteld naar de Middellandse Zee. Nieuwe trends, zoals vrouw en kinderen over laten vliegen of de boot verschepen, winnen aan populariteit. Steeds meer dromen worden bijgebogen. Ik heb het gevoel dat ik er nog niet veel over kan zeggen na een kleine vier dagen oceaan. “Het wordt vast beter op de langere oversteken, als je de tijd hebt om in je ritme te komen”, besluiten we gezamenlijk. Hopen we tenminste.

Zoute werkelijkheid - foto01Grenspost Canaries

“Wanneer gaan jullie?”, is de belangrijkste vraag op de steigers van San Sebastian. Via Tenerife zijn we inmiddels op het Canarische eiland La Gomera terecht gekomen. In deze allerlaatste marina van Europa bereikt de spanning een hoogtepunt. Boodschappenkarren vol voorraden worden over de steigers gereden en alle watersportwinkels worden systematisch afgestroopt. Familie en vrienden komen langs nu we vanuit Nederland nog gemakkelijk te bereiken zijn. We misbruiken ze als persoonlijke importeurs voor alles wat we in onze hamsterwoede niet kunnen vinden. Met het bezoek komt ook het gevoel dat we hier echt afscheid gaan nemen. Tot nu toe leek onze reis nog veilig dichtbij huis. Met de volgende etappes via Gambia naar Brazilië gaan we het onbekende tegemoet, met lange oversteken naar andere werelddelen. De moed om de lijnen los te gooien en de oceaan te trotseren, blijkt hier niet bij iedereen groot genoeg. Hier en daar staan wasmachines en bloembakken permanent op de steigers geparkeerd en eens zeewaardige jachten veranderen in drijvende caravans. Bordjes aan de reling geven aan dat de bemanning inmiddels een nieuwe carrière ambieert: kapper, zeilmaker of klusjesman. “Maybe we go next year…”, wordt er om ons heen verzucht, maar op dit laatste station raken dromen zoek. Hoogste tijd om de laatste boodschappen te doen en dit verleidelijke oord achter ons te laten. We sluiten het oude jaar af met een swingend dorpsfeest. Daarna is het zover. De stijf geworden landvasten gaan los. Met het nieuwe jaar begint de reis naar een nieuwe wereld: Afrika.

Zeezeilersdementie

‘”Waarom wilde ik dit ook alweer?”, vraag ik mezelf af, terwijl ik achter het slingerzeiltje op de bank lig, uitge blust door zeeziekte en vermoeidheid. Na een paar dagen mooi weer is de wind aangetrokken en, zoals altijd, veel harder dan de gribfiles voorspelden. Onder oorlogstuig (kotterfok en bezaan) dendert onze kleine onderzeeër vrolijk verder. Ik voel me daarentegen steeds ellendiger en zo dom als een middeleeuwse matroos, die dronkengevoerd een kruisje zette en er weer ingetuind is. De brekers in de kuip houden ons binnen en de deurtjes stijf dicht. Er zijn geen andere zeilers om ons heen, dus de enige afleiding van de dreigende wereld daarbuiten vinden we in eten, slapen en misdaadromans. “Oh, nee hè”, Bram vliegt naar buiten maar het is al te laat. Door de flinke schuiver is een zonnepaneel vernield. Mijn zoete dromen lijken in een nachtmerrie veranderd. De zevende nacht, wanneer de wind eindelijk is geluwd, ruik ik houtvuurtjes. Land… Afrika! Het bizarre idee dat we helemaal naar Gambia zijn gezeild, dringt langzaam tot me door. “Wauw!” Mijn humeur gaat met sprongen vooruit en er ontwikkelt zich een spontane zeezeilersdementie. Was het nou echt zo erg? En moet je na een zware tocht meteen conclusies gaan trekken? “Ja, wij hadden het ook moeilijk”, horen we medevertrekkers twijfelend zeggen. “Na de volgende oversteek kijken we wel of het nog bevalt.” Ook aan de andere kant van de oceaan staan plannen op de helling. We krijgen mailtjes van zeilers die fluitend de oceaan zijn overgestoken, maar voor sommigen is één keer genoeg. “Ik heb bewezen dat ik het kan, dus terug hoeft voor mij nu niet meer,” horen we van een collega-vertrekker.

De eerste echte

“Wil je nog wel verder, twee keer zo lang de oceaan over?”, informeert Bram voorzichtig. “Natuurlijk,” antwoord ik zonder aarzelen, “na al die jaren hard werken en voorbereiden wil ik nu echt naar die overkant.” Koppig veeg ik zo al mijn zeeziekte en angsten in een donker hokje van mijn hoofd waar de deur van op slot gaat. Drie weken later verlaten we Gambia voor onze eerste echte oceaanoversteek, naar Brazilië. Het grootste deel van de maand februari zullen we op zee doorbrengen. De oceaan geeft me de kans mijn zenuwen te temmen door zich voorbeeldig te gedragen. We bruisen zachtjes over haar gladde oppervlak en dolfijnen zorgen voor vermaak. “Zo houd ik het nog wel even vol”, denk ik voorzichtig.

Zoute werkelijkheid - foto02Eindeloosheid

De wind verdwijnt en laat een benauwde hitte achter. Bloemkoolwolken torenen hoog boven de uitgestorven vlakte uit. Dit zijn de Doldrums, berucht om plotselinge onweersbuien met windstoten. Maar het blijft rustig. Het is zelfs gewoon saai. Ook nu komt er van mijn gedroomde hobbyuurtjes niets terecht. De moordende hitte staat geen andere activiteit toe dan het pakken van een nieuw boek. Schoorvoetend geef ik mezelf over aan de eindeloosheid. Na vijf dagen motoren wakkert de wind weer aan. De windvaan wordt verlost van zijn automatische hulpje en stuurt onverstoorbaar verder op de comfortabele halvewindse koers. Met een hoop kussens, koekjes en boeken nestelen we ons in de kuip. “Goh, je zou bijna denken dat we eindelijk lekker zeilen!”, zegt Bram genietend. De laatste dagen vliegen zo voorbij.

Zoute ontberingen

Na achttien dagen eenzame oceaan komen we aan in Salvador de Bahia, dat in al zijn kleur, beweging en herrie over ons heen dendert. Op de steiger ontkurken we champagne. “Gefeliciteerd met je eerste oversteek!” “Nee, jij gefeliciteerd!” We barsten van trots dat we hier helemaal zelf zijn gekomen en dat het zo goed is gegaan. Misschien niet altijd zo leuk als ik me ooit had voorgesteld. Voor de lol zeilen is een curiositeit geworden onder de zeilers die ons omringen. Je zeilboot is immers je mobiele thuis en geen vrijetijdsartikel meer. Dat maakt het zeilen minder voor de lol, maar meer om heelhuids ergens te komen. En dat is ook bijzonder. Zeker na een oceaanoversteek is de aankomst een zoete overwinning, die alle zoute ontberingen onmiddellijk doen vergeten. Alle boten in de citaten zijn vergelijkbaar met Duende: zware, kleine (semi)langkielers.

Last modified: 13 mei 2014
Sluiten