Reisverhalen

Flessenpost Black Moon: de pisang

Black Moon heeft te kampen met een ‘Ship Crime Investigation’

09:57

Een Zeilen vlaggetje als visitekaartje, Indonesië is dol op oranje.

“Jullie hebben een heel groot probleem” zegt de Indonesische havenmeester in Ambon. Nou ja zeg, hij grijnst er gewoon bij denk ik in mezelf. Concentratie Greetje, in oplossingen blijven denken. Ik probeer het nogmaals. “Maar andere cruisers die bij aankomst ook zo’n ‘Port Clearance’ zijn vergeten, hebben het alsnog in de volgende stad gekregen.” Ik toon hem een bericht als zijnde bewijs. Het slotpleidooi. Hij belt nogmaals met de desbetreffende havenmeester in Biak. “Dat kunnen we niet doen. Jullie moet echt terug naar Biak.” We protesteren dat het te ver is om binnen onze visa-tijd op en neer te varen. “Dan is er nog een alternatieve optie,” vervolgt hij en leunt ontspannen achterover in zijn leren bank. “Indonesië verlaten…”

Verslagen lopen we naar buiten. “Gaan we zes dagen op en neer varen voor een formuliertje, nee toch zeker?” De havenmeester komt ons achterna om de andere documenten van Customs, Immigration en Quarantine te kopiëren. Hoopvol overhandig ik hem ons heilige mapje en loop mee terug naar binnen, wellicht dat hij alsnog een oplossing heeft. Vervolgens legt hij het mapje in het midden op de salontafel en ploft weer op zijn bank. “We houden dit nog even hier” grijnst hij weer. Als een kat in het nauw bereken ik of ik het mapje snel genoeg kan pakken en via welke route ik het beste weg kan rennen. Hij ziet het me denken. En ik zie hem denken: “Zo kunnen jullie niet stiekem wegvaren.” Nu zijn we écht de pisang!

Pingpongen

We dachten even een weekendje Ambon te doen. Om de Molukse cultuur te snuiven, de Nederlandse geschiedenis te voelen en een Pisang Ambon of twee te drinken. Ambon is ook een hele goede stad om dingen te regelen en om de boot te bevoorraden na twee weken off-grid in Raja Ampat en de vele mijlen naar Lombok die nog voor de boeg liggen. Voor dit alles hadden we uiteindelijk ruimschoots de tijd. Tien dagen om precies te zijn. Tien keer naar het havenkantoor slenteren, wachtend op enige progressie. Terwijl het merendeel van het personeel tijdens kantooruren buiten staat te pingpongen. 

Nieuwe Nederlandse vlag laten naaien

Achteraf gezien lijkt zes dagen op en neer varen een snellere optie. Maar geen betere. Iedere mijl die we afleggen gaat gepaard met risico. Met name de nachten varend te midden van ontelbare visboten en drijvende vlotten, al dan wel – of niet verlicht. Maar ook windstiltes, gecombineerd met beperkte diesel en een inmiddels lekkende waterpomp in het motorruim. Toch staan we iedere dag op het punt om uit te klaren, puur uit frustratie, met als bijkomend voordeel dat we in ieder geval bij terugkomst een nieuw visum kunnen aanvragen om Indonesië minder haastig te doorkruisen. En zo pingpongen onze gedachten dagenlang op en neer. “Wellicht kunnen we een wedstrijdje pingpong met ze aangaan” grapt Niels. “Als wij winnen, krijgen we het formulier. En als we verliezen, klaren we per direct uit.”

Bidden

Terug naar Biak varen is in ieder geval echt geen optie. Voordat we tot uitklaren overgaan besluiten om eerst een excuusbrief naar de desbetreffende havenmeester te sturen. Via andere cruisers weten we dat hij zich op zijn pisang getrapt voelde, omdat we hem niet hadden bezocht. Vervolgens kwamen we pas te weten dat Azië als enig continent een vierde document vereist, de ‘Port Clearance’. Vandaar dat we ons nu hier in de eerstvolgende officiële ‘Port of Entry’ melden. 

Dagenlang bidden we dat de excuusbrief een opening biedt om een dialoog aan te gaan om tot een alternatieve oplossing te komen. Onze lokale vriend Madjerd bidt met ons mee, zo zegt hij de volgende dag als hij ons weer op komt halen. Hij studeert toerisme en werkt als gids, maar helaas hebben we geen tijd en energie om de toerist uit te hangen. Al vanaf de eerste dag is hij met ons meegegaan als tolk. Als dank en voorpret geven we hem wat eurobiljetten. Volgend jaar, zodra hij afgestudeerd is, gaat hij namelijk voor de eerste keer naar Nederland om familie te bezoeken. Ik krijg instant heimwee.

Met Madjerd op de foto

Tussen de bedrijven door trakteren we hem steevast op lunch. Hij weet de beste lokale eettentjes met de lekkerste pindasaus. Uren praten we; de Nederlandse geschiedenis, de Molukse cultuur en de verschillende religies die vredig naast elkaar leven. Madjerd is Christelijk, maar de meerderheid in Indonesië is Moslim. “Eén keer per jaar bezoeken we elkaars heilige tempel”, begint hij aan een mooie anekdote. “Aan het einde van de Ramadan bezoeken wij Christenen de moskee en koken we voor de Moslims om het Suikerfeest in te luiden. En op kerstdag bezoeken de Moslims de kerk en maken ze muziek voor ons.” Ambon wordt namelijk de ‘City of Music’ genoemd. En dat hebben we gemerkt… Al vanaf de eerste nacht bid ik of zowel de moskee als de kerk een toontje lager kan zingen. Heel eerlijk: het vormt niet bepaald een succesvol duet. 

Ship Crime Investigation 

Het is niet geheel toevallig dat we Madjerd hebben ontmoet. Hij is een neefje van Jefri, de eigenaar van het drijvende visrestaurant waar we met Black Moon aan mogen liggen. Ankeren in Ambon is niet makkelijk, vanwege de enorme dieptes en sterke stromingen in de baai. Jefri ziet cruisers graag komen en ondanks dat hij geen woord Engels spreekt begrijpt hij onze behoeftes. Toen hij ons verwelkomde zei hij zo dankbaar te zijn dat wij bij hem “uit willen komen rusten”. Hoe lief! Hij helpt cruisers met van alles en nog wat. In ons geval gaat zijn hulp iets verder dan het bieden van een veilige haven, het regelen van diesel en serveren van verse vis. Bijvoorbeeld wanneer de Havenpolitie tot twee keer toe langskomt om ons te ondervragen… Jefri kent alle autoriteiten en probeert iedereen tevreden te houden met koffie en, hoe ironisch dan ook, Pisang Goreng. Madjerd schuift weer aan als tolk en vertaalt naar ons dat ze ‘Ship Crime Investigation’ gestart zijn dat aan het hoofdkantoor in Jakarta voorgelegd wordt. Ik verslik me bijna in mijn gebakken banaan. 

Drijvend visrestaurant

Een etmaal later worden we terug naar het havenkantoor geroepen om het uitgewerkte verslag te ondertekenen. Werkelijk niets klopt van de tijdlijn en de reden dat we geen ‘Port Clearance’ hebben. We corrigeren wat in de zijlijn en zetten uiteindelijk met tegenzin een krabbel, zodat het nog op tijd naar het hoofdkantoor kan. Met knikkende knieën trekken we ons terug op Black Moon. “Het wordt nu hoog tijd dat we de Nederlandse Ambassade gaan inlichten”, besluit Niels. We gaan aan de slag met een juiste tijdlijn vanaf de dag van inklaren in Biak tot en met het heden in Ambon. We documenteren zoveel mogelijk bewijsmateriaal in de vorm van foto’s, formulieren en online berichten. Mocht het echt escaleren dan kunnen we met één druk op de knop de documentatie naar de ambassade sturen. We mailen alvast een notificatie en besluiten nog één dag af te wachten… 

Pisang Ambon

Wanneer er op dag negen nog steeds geen besluit in Jakarta voor het verlenen van het formuliertje genomen is, al dan niet met een boete van ontelbare nullen, staan we op het punt om alsnog uit te klaren. Jefri hoort ons klaagzang, trekt zijn parttime legeruniform aan en marcheert op het havenkantoor af. Het door hem dreigen van een compleet leger en het inlichten van de ambassade blijken de toverwoorden te zijn. De volgende dag krijgen we groen licht. Zo groen als Pisang Ambon

Tags: , Last modified: 29 januari 2024
Sluiten