Reisverhalen

Blog Black Moon – Op zoek naar ‘libi’

09:30

“They are stealing the eggs.” Een visser raast langs ons voorbij, terwijl we net bij de buurboot aan de koffie zitten. Drie Nederlandse zeilboten liggen achter het anker bij Braamspunt vlak voor de Surinaamse rivier. Black Moon is terug van weggeweest, maar nu met een werkende motor! Het ziet er overdag in alle rust ook heel anders uit dan toen ‘s nachts in alle stress. We zien een strandje, ruiken de zee en voelen ons weer wat vrijer na een maand in Marina Waterland gelegen te hebben.

De dag ervoor waren we meteen met de dinghy’s het strand opgegaan. We spraken wat locals die zich bezigden met een schoonmaakactie: afval ruimen en boomstammen versjouwen. Op hun T-shirt staat het logo van Probios (Protect Biodiversity Suriname). Ze zetten zich in voor de zeeschildpadden en motiveren ons om mee te helpen. We vragen of we de schildpadden mogen ‘storen’ tijdens het nestelen. Dat mag vlak voor zonsopkomst, want ze moeten dan toch terug de zee in voordat het te heet wordt.

Achtervolging

Niels pakt de verrekijker en ziet dezelfde mannen die zich vanochtend erg verdacht gedroegen over het strand lopen met vuilniszakken. Op de plek waar wij het vuil al op hebben geruimd, dus er zal iets anders in de zakken zitten. Omdat de visser ons alarmeerde besluiten we polshoogte te nemen. Met de drie dinghy’s racen we naar het strand en lopen richting de mannen. Al snel zetten ze op het rennen, waarbij ze één van de zakken laten vallen. In een hutje verderop zitten ze te chillen, ofwel ons op te wachten. Niels begroet ze en vraagt op de man af: “Zijn jullie eieren aan het rapen?” Ze zijn aan het vissen, zeggen ze, en tonen een bakje met een gedroogde vis erin. Vervolgens wijzen ze naar een kampement, naar een man met een hondje en een vuilniszak in de verte. “Hij raapt eieren”, zegt de woordvoerder. We laten de mannen in hun sop gaarkoken, nadat we stiekem een foto van ze hebben genomen.

Alarmering

Als eerste leggen we de gevonden eieren terug in de nesten. We hebben geen idee of het nog nut heeft, maar het voelt het juiste om te doen. Al overleeft één van de 127 het, dan is het de kleine moeite meer dan waard. De kansberekening is sowieso 1:100, want na het uitkomen moeten ze zich uit het nest graven, over het strand kruipen, boomstammen trotseren, fregatvogels ontvluchten en vissersnetten ontwijken. Vervolgens verwittigen we Probios – en op hun beurt de politie. Wanneer we richting Frederiksdorp varen komt de politieboot langszij voor meer informatie. Ze maken een proces verbaal op en bedanken ons. Ondertussen bedenken we wat nog meer kunnen doen. De gedachten dat we misschien maar één schildpadje gered hebben voelt te nihil, te vluchtig. We besluiten de lokale media te informeren en onze ervaring op sociale media te delen. Ook dit gaat in overleg met Probios. Maar zijn wij eigenlijk wel de aangewezen personen hiervoor?

Bemoeiende bakra’s?

Een paar dagen later bekijken we alle publiciteit en reacties. Vrijwel alle Surinaamse kranten, radio- en tv-zenders hebben er aandacht aan geschonken. Daar zijn we natuurlijk blij mee. En het gros van het volk vindt dat we goed gehandeld hebben en overladen ons met complimenten!

Maar net als op nu.nl en op diverse fora zijn de meningen vaak verdeeld. En dat mag. Naast persvrijheid is er namelijk ook vrijheid van meningsuiting. Alleen is dat laatste niet altijd een dialoog te noemen, om het maar netjes te verwoorden. De één vindt ons bemoeiende bakra´s (Surinaams voor kaaskoppen), de ander vindt ons arrogant vanwege de kolonisatie. Oef, dat zit nog diep. Hoe wij überhaupt vanaf zee het land binnengevallen zijn, wordt er afgevraagd. En we zullen waarschijnlijk ook Covid meegenomen hebben. En…

We begrijpen dat mensen het hier economisch moeilijk hebben, dat mensen een inkomen nodig hebben en dat ze daardoor wellicht verleid worden tot illegale handelingen. Inclusief sommige strandopzichters blijkt later in het nieuws. “Iedereen zoekt zijn libi. Moeilijk”, verklaart een van de vrijwilligers van Probios. Ik vraag haar om dat uit te leggen. “Libi betekent leven, levensonderhoud”, zegt ze. Voor sommige Surinamers blijkt het moeilijk te zijn om rond te komen. Voor ons Westersen is libi wellicht een breder begrip.

Ook begrijpen we dat er tradities zijn om schildpadeieren te eten of te gebruiken bij rituelen. Maar ja, als ze zo doorgaan zijn er over een paar jaar helemaal geen schildpadden meer. En dus ook geen eieren voor al die tradities. Er is dus naast conversatie ook educatie en sociaaleconomische ontwikkeling nodig. Een bewustwording en basis waar we in Nederland al veel verder in zijn. En die kennis nemen we mee op reis. Vandaar dat we ons verhaal hebben gedeeld. Puur onze ervaring op dat moment. Niets meer, niets minder. Door er aandacht aan te schenken hopen we dat het effect heeft op gebieden die er nog meer invloed op hebben en ernaar kunnen handelen. Dus bemoeiende bakra’s? Nee, eerder een goede daad als zijnde wereldburgers.

Bitterzoete suikerfabriek

We gaan anker op en varen voorbij Nieuw Amsterdam zo’n 10 mijl de andere riviermonding op. Dolfijnen met roze buikjes zwemmen voor onze boeg.

Vanuit het nieuwe ankerplekje op de Commewijne bezoeken we twee plantages: Frederiksdorp en Mariënburg. De eerst is omgetoverd tot een hip resort. Erg mooi, maar weinig educatie over de oude plantage. Het lijkt wel of de geschiedenis in een doofpot gestopt is. De pot zelf was zo’n beetje het enige dat bewaard is gebleven. In Mariënburg bezoeken we de oude suikerfabriek. Een oude meneer komt ons op straat al tegemoet lopen en biedt spontaan aan om ons rond te leiden. Ja, zes bakra’s op straat valt nogal op, zeker wanneer er al maandenlang geen toeristen zijn geweest. De beste man vertelt twee uur lang bevlogen over de suikerfabriek. Witte suiker hier, bruine suiker daar. De opslag, de spoorlijn van Amsterdam, de lopende band die al snel stuk ging, de vergane glorie. Met name het snijden van de rietsuiker was heel zwaar werk. De machines werden minstens zo hard afgeschreven als de lijven. Hij werkte 25 jaar lang op kantoor tot het moment dat alles en iedereen op was.

Moderne slavernij

“Is er nog oud zeer vanwege de kolonisatie?”, vraag ik voorzichtig. Ook deze local erkent dat de etnisch gemengde bevolking van Suriname eigenlijk helemaal geen wrok oefent jegens Nederlanders. Maar in Nederland is dat wel voelbaar, deel ik met hem. Vorig jaar nog bezocht ik een hele indrukwekkende tentoonstelling in het Tropenmuseum. Diverse Surinamers lieten hun stem gelden. Hij verklaart dat het kan komen omdat ze daar in de minderheid zijn en wellicht ook de geëvolueerde cultuur van Suriname missen. De trots. Aan de andere kant leven de etnische groepen geheel langs elkaar af. Vrijwel alles is gescheiden. Behalve dan de supermarkt; dat wordt zelfs dé Chinees genoemd. En de eigenaar van de winkel wordt door iedereen ‘oom’ genoemd. Op politiek gebied is de huidige economie op zijn dieptepunt geraakt. Het volk heeft het moeilijk. Sommige mensen verdienen maar een paar euro per dag. Daarbij zijn de winkelprijzen flink gestegen, terwijl de lonen hetzelfde zijn gebleven. En dan zegt deze gepensioneerde man ineens wat we al een lange tijd denken: “Het is gewoon moderne slavernij.”

Onze libi

Een van de journalisten die ik leerde kennen, vroeg of we ook mee willen werken aan een artikel over onze zeilreis. Dit ter inspiratie voor jongeren. Natuurlijk wil ik dat! Het artikel gaat over onze reis, de aangename tijd in Suriname, het avontuur met de schildpadden en eindigt of je rijk wordt van zo’n wereldreis. Dat antwoord is tweeledig. Nee, je wordt er juist arm van als je denkt in geld. Ja, je wordt er stinkrijk van als je denkt in levenservaring. Het is onze libi.

Eind juli 2020 zijn Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Hun eerlijke columns gaan over dromen, avonturen en confrontaties. Reis je mee?

Volg het stel via Facebook of Instagram

Benieuwd wat het stel in het afgelopen half jaar al heeft beleefd? Je leest het hier!

Tekst en foto’s: Greetje Tops

Tags: Last modified: 27 september 2021
Sluiten