Reisverhalen

Blog Black Moon – Atlantische oversteek voor de boeg

14:00

“Dit is waanzin,” toeteren we via onze snorkels naar elkaar. Uitgeput hangen we aan de lijn langs de boeg van het schip. Het waait 25 knopen en er staan zelfs schuimkoppen in de baai. Black Moon slingert van links naar rechts. Al een aantal nachten ligt ze aan het anker te ‘snukken’ met gebroken nachten als gevolg. Maar het onderwaterschip ziet net zo groen als Santo Antão en dat betekent minder snelheid tijdens de grote oversteek. Santo Antão was werkelijk fantastisch. Nóg mooier dan verwacht. Alleen mijn eigen conditie viel een beetje tegen. Het motto “straks zitten we drie weken op zee” heeft me op de been gehouden. De laatste dagen voor De Grote Atlantische Oversteek zijn nu aangebroken!

Veredeld boomhutje

We nemen de vroegste ferry naar het eiland tegenover ons. Het is slechts een uurtje over een vlakke zee. Hoe simpel kan het ineens zijn. Niels en Jeroen grappen om ook een ferry te kopen en daar onze jachtjes op te vervoeren. De taxichauffeur seint ons met een bordje van de B&B en mijn naam erop. Opgelucht kunnen we de andere opdringerige ondernemers negeren. Al slalommend tussen ezels en geiten door brengt hij ons naar de B&B.

De twee gereserveerde kamers hebben uitzicht op zee. Jeroen en Vera krijgen automatisch een “normale” kamer vanwege hun hondje Bruno. Wij krijgen een “avontuurlijke” kamer: een veredeld boomhutje van twee etages, te bereiken via laddertjes. De eerste ladder leidt door een luik in het plafond, waar de douche en het toilet zich bevindt. Het ziet er erg leuk en netjes uit. Al juichend klim ik op een nog smaller laddertje om op het slaapvertrek te komen. Niels ploft direct op het pootloze bedje. “Oh, dat bed is wel erg klein,” zeur ik met mijn 1 meter 65. “Ach, doe maar alsof we op de boot zijn.” Ik twijfel net zo hard als het twijfelaartje onder me. “Ja dat is precies mijn punt. Daar is het comfortabeler. Zelfs ik heb hier geen stahoogte.” Vijf minuten later zitten we voor hetzelfde geld in de grootste kamer. SUITE!

‘In de wolken’

In de wolken

Vervolgens worden we naar de top van Santo Antão gebracht. Op zo’n 2.000 meter zitten we letterlijk in de wolken. Hier begint onze afdaling over de rotsen, door plantages en via steegjes langs bewoners. Al kletsend verraden we onze aanwezigheid voortdurend, want nog voordat we erg in hebben worden we vanuit willekeurige ramen begroet. “Bom dia, goedendag.” De locals vinden het net zo interessant als wij. Dat blijkt ‘s avonds des te meer wanneer we op het stoepje voor de B&B zitten, welke grenst aan het drukbezette voetbalveldje door kinderen en honden. Wij aaien één van de straathondjes, een erg lief en rustig beestje dat naar aandacht smacht. We noemen ‘m Henk en overwegen zelfs even om hem te adopteren. Veel te impulsief natuurlijk zo vlak voor de oversteek, dus we laten Henk achter.

De locals zijn niet per se onaardig tegen honden, maar ze schenken er ook niet veel aandacht aan. Het zijn wíj die worden geaaid door de kindjes. De lange, blonde haren van Vera en mij zijn erg populair, maar ook de kaalgeschoren bol van Niels wordt niet overgeslagen. Elkaar verstaan doen we niet, toch lachen we allemaal om hetzelfde grapje.

De daaropvolgende wandeling is nog mooier en kan eigenlijk niet overtroffen worden. “Mijn kantoorknieën kunnen niet meer,” piep en kraak ik tijdens de zoveelste afdaling. Omhoogklimmen lukt nog prima, maar daarboven zijn geen wegen. We moeten dus wel blijven afdalen willen we voor het donker in het dal zijn. Regelmatig worden we ingehaald door bepakte ezels en tachtigjarige locals met bossen takken op hun hoofden. Hoe is het mogelijk. Ik beloof mezelf plechtig dat ik nooit meer een fulltime kantoorbaan neem.

Achter het anker

Na ons intermezzo is het dus weer tijd voor het echte werk. De grote Atlantische oversteek ligt voor de boeg en eist al onze aandacht op. Net als onze mede-cruisers zijn ook wij niet klaar met klussen. Dat gaat gewoon door. Klussen als in onderhoud, reparaties en verbeteringen. De 50 liter water in het motorruim blijft een mysterie, maar waarschijnlijk kwam het via de schroefas naar binnen vanwege de aangroei. Pokjes, schelpjes en plantjes groeien aan de boot waar je bij staat, dus om de paar dagen tuinieren we, bewapend met snorkels, ijskrabbers en borstels, het onderwaterschip. Wat een pokkenwerk. Maar zonder aangroei kunnen we een halve knoop sneller zeilen, wat op 1.900 mijl zomaar een paar dagen kan schelen. Dus dat is het zeker waard.

Zelfs onder de dinghy zat een moestuintje. “Ik doe de dinghy nog,” toeter ik naar Niels. “En dan klaar!” Met de ene hand aan het touw en de andere los om te kunnen borstelen leek dit meer op een foute-ondersteboven-onderwater-rodeo-ride. Het beest stampt op het water en ik lig hem eronder met ingehouden adem te aaien en te borstelen… Niels stapt lachend aan boord voor een kuipdouche om alles te ontzouten en de garnaaltjes uit zijn baard te spoelen.

Ook de mast, het tuig en de verstagingen worden gecontroleerd én ontdaan van de rode, plakkerige stoflaag. Vanwege dat laatste worden we een beetje geplaagd door onze buren, met ons gepoets. Verder is de toiletpomp vervangen, nog een gat gezaagd om onbereikbare schroeven vanaf het dek aan te kunnen draaien, de dieselmotor gecheckt, de hydrovane gesteld, een afsluiter in de romp vervangen en nog veel meer klussen die altijd meer tijd kosten dan je denkt. En wie ‘s avonds nog puf over heeft, doet nog gezellig een drankje en een spelletje met één van de buren. De baai ligt inmiddels bezaaid met acht Nederlandse boten, waarvan merendeel direct naar de Carieb gaat. In Suriname liggen al drie Nederlandse boten, waar we geregeld contact mee hebben. Wel zo fijn, want de regels veranderen voortdurend. Voor vertrek doen we onze aanvragen om het land in te mogen. Want wat als er tijdens die weken op zee weer iets veranderd…

Op de markt

Onverwacht zijn er op Mindelo veel westerse producten te vinden: Frikandellen, Zaanse mayo, Maggie kruiden, Hollandse kaas, etc. Vanuit Suriname krijgen we de tip om hier blokken kaas, houdbare yoghurt, houdbare melk, bier en wijn in te slaan. De afgelopen weken hebben we verse aankopen op de markt getest. Boodschappen doen op een markt zonder aangegeven prijzen, zonder begrijpbare taal en zonder vertrouwde munteenheid is best moeilijk. Aanvankelijk bedenk ik om niet alles bij één kraampje te kopen en steeds een klein briefje escudo’s en muntjes in de zak te houden, zodat niet alle flappen uit de portemonnee steken. Maar aan het eind van de rit heb ik het gevoel dat ik niet één keer maar wel tien keer afgezet ben.

Terwijl ik het zoveelste plastic zakje met een paar veggies erin uitpak, grijp ik in een snotterige komkommer. Zucht. Het vrouwtje keek me zó zielig aan dat ik overstag ging. Waar is de prijs-kwaliteit het best voor wekenlang op zee, is de vraag. Groene bananen en harde avocado’s kopen we in delen, zodat niet alles in een keer rijpt.

Laatste uitdaging

Eieren blijken de grootste uitdaging. Ze zijn schaars op het eiland en vrijwel nergens in de supermarktjes te verkrijgen, dus ik vraag er bij iedere kraam naar. Dat gaat als volgt. Ik trek een vragend gezicht, beweeg mijn armen als kippenvleugels en tover een onzichtbaar ei tussen duim en wijsvinger. Dit tot groot vermaak van de locals. Maar steeds schudden ze nee. Bij een volgend kraampje heb ik eindelijk geluk, wanneer ik een royale hoeveelheid stevige groenten en fruit koop. “Psst,” hoor ik vanachter het kraampje en ze toont me een doosje eieren. Stiekem stopt ze het boven in mijn boodschappentas. Geen flauw idee wat ik ervoor betaald heb, maar nu kunnen we wel onderweg een eitje tikken.

Eind juli 2020 zijn Niels en Greetje uit Nederland vertrokken met hun Black Moon, een Taling 33, voor een wereldreis. Hun eerlijke columns gaan over dromen, avonturen en confrontaties. Reis je mee?

Volg het stel via Facebook of Instagram

Tekst: Greetje Tops | Foto’s: Persoonlijk archief

Alle andere blogs van het stel vind je hier!

Tags: Last modified: 27 september 2021
Sluiten