Actueel

Nu in Zeilen: De perfecte bijboot (alternatieve dinghy’s)

09:00

De Marker Wadden in coronatijd. Het bord aan de haveningang laat er geen twijfel over bestaan. Drie grote kapitalen: VOL. Het wordt ankeren dit keer. Als de avond valt, tellen we veel mede-ankeraars. Bijbootjes varen af en aan naar de havenkom. Ankeren wordt het nieuwe normaal. Maar… welke bijboot past hier het beste bij?

Onze rubberboot ligt doorgaans diep weggeborgen in de bakskist en komt er zelden uit. Pas als we hem echt nodig hebben, bijvoorbeeld op zeiltochten naar Engeland en de Kanaaleilanden, diepen we hem op uit zijn slaapplaats en blazen we hem nieuw leven in. Vanwege ons tuigage met babystag kunnen we de rubberboot niet kwijt op het voordek. Eenmaal opgepompt moet de bijboot dus worden gesleept, maar dat zeilt niet lekker – een extra reden dat de bijboot vaker in de tas blijft dan dat-ie zich nuttig mag maken. Naast het volumineuze bijbootpakket in de bakskist hangt een buitenboordmotor aan de hekstoel. Als dit voorjaar deze 2 pk-herrieschopper de geest geeft, is dat voor ons hét startsein op zoek te gaan naar een bijboot die wél bij ons past, zonder elektrische of fossiele hulpbronnen, maar iets dat goed vooruitkomt op hand- of windkracht.

Duizendpoot

De ideale tender krijgt al snel de mythische proporties van een eenhoorn. Hij is opvouw- of inklapbaar en neemt zo weinig mogelijk plaats in aan boord, is met de minste inspanning zo snel mogelijk gereed voor gebruik en beweegt zich heel efficiënt voort – met of zonder motor, en het liefst is-ie óók nog heel schappelijk geprijsd. Voor veel jachtschippers is de rubberboot een acceptabel compromis. Negen van de tien hebben zo’n boot in gebruik als tender.
De voordelen van een opblaasboot liggen voor de hand: hij is ruim voorhanden en relatief betaalbaar. In de tas is hij op de meeste jachten wel weg te stouwen. Opgeblazen is hij stabiel en zal hij het jacht niet beschadigen. Je kunt er aardig wat mee vervoeren en met een buitenboordmotortje kom je er goed mee vooruit. Maar een rubberboot heeft even zoveel nadelen.
Hij kan lek gaan en is dus kwetsbaar, en roeien met een rubberboot gaat niet vlot. Daarom zie je meestal aan de spiegel van de rubberboot een buitenboordmotor hangen die op zijn beurt regelmatig onderhoud nodig heeft, gevoelig is voor diefstal, herrie maakt en stinkt. Het oppompen en weer leeg laten lopen en wegbergen is vaak tijdrovend. Daarom sjorren veel jachtschippers de boot vaak opgeblazen aan dek of slepen ze hem achter zich aan. Aan dek is het vaak een sta-in-de-weg en het slepen van een rubberboot is niet altijd een feest.

Zeilen 08/2020

Ben je benieuwd naar de rest van het verhaal? Kaja’s, trapkano’s, packrafts? Een zeilend bijbootje? Of zelf eentje bouwen? Wat is nou dé perfecte bijboot? Je leest het allemaal in Zeilen 08/2020! Koop het nummer hier online in de webshop of lees (het artikel in) Zeilen hier digitaal. De editie is ook tot en met woensdag 26 augustus verkrijgbaar in de winkel.

Omslagfoto: Sailbird.de

Tags: , , , , , , Last modified: 4 augustus 2020
Sluiten