Het olympische water van Rio de Janeiro is nog steeds niet schoon genoeg voor de Spelen van 2016. Volgens de gouverneur van Rio is er meer tijd nodig om het water helemaal schoon te krijgen. In het vervuilde water drijven veel dode vissen, plastic, olie en ander afval. In de rivier die naar het wedstrijdwater stroomt, werd in december ook al een resistente KPC-bacterie gevonden.
De belofte om de zwaar vervuilde Guanabara Bay schoon te maken was aanvankelijk onderdeel van het voorstel dat Rio de Janeiro deed om de Olympische Spelen in 2016 te mogen organiseren. In juni 2014 trok de burgemeester de belofte echter weer in en sprak van maximaal 50 procent dat gezuiverd zou kunnen worden. “Eind 2018 is het meer pas helemaal schoon. Nu zitten we op 49 procent en ik denk dat het volgend jaar maximaal 60 procent schoon zal zijn. Maar dat hangt af van hoeveel geld we krijgen.”
Schaamte
De gouverneur lijkt vrij luchtig te reageren op het vuilprobleem: “Uit testen blijkt dat er niemand ziek is geraakt van het water. En als je het vergelijkt met de luchtvervuiling van Peking, dat in 2008 de Olympische Spelen organiseerde, vallen de problemen hier wel mee. Inwoners van Rio lijken zich het meer aan te trekken en schamen zich voor de vervuiling. “We weten al ruim acht jaar dat we de Spelen hier organiseren, maar dat het niet gelukt is, is opnieuw een schande voor Brazilië.”
Internationale onderzoekers, die in 2014 het vervuilde water onderzochten, denken anders over de uitspraak van de gouverneur. De mensen die met het water in aanraking komen, kunnen volgens hen bacterie infecties aan maag-darmkanaal, longinfecties of urineweginfecties krijgen. Volgens de onderzoekers is een ziekenhuisopname na besmetting ook zeer waarschijnlijk.
Last modified: 18 april 2015
