Nieuws

Deel II: Vaartest tweedehands zeiljachten

Dehler 34 en Friendship 35

11:38

DCIM100MEDIADJI_0046.JPG

Een gebruikt jacht leer je kennen door ermee te varen. Dus trok de redactie naar Zeeland om daar vier gewilde tweedehands jachten te testen. Boten van 21 tot 32 jaar oud, in het populaire segment van 9 tot 11 meter. Hoe vaart dat nu, zo’n zeiljacht met historie? Vorige week las je meer over de Winner 9.50 en een Etap 32i. Deze week komen een Dehler 34 en een Friendship 35 aan bod.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen 11/2018
Tekst: Hans Buitelaar

Klik hier om deel I te lezen.

Dehler 34

De Dehler 34 is geboren met sportief DNA. Het jacht is gebaseerd op de DB1, een wedstrijdjacht in de 3/4 ton klasse. De toerversie heette eerst Optima 101, vervolgens Optima 106, om na wat aanpassingen aan de dekmal door het leven te gaan als 34 – de gebruikelijke benaming naar het aantal voeten romplengte. Trots meldt ontwerper Cees van Tongeren dat van dit type (Optima 101, 106 en Dehler 34 samen; het is hetzelfde ontwerp uit dezelfde mal) ruim 1200 exemplaren zijn gebouwd. In de jaren 80 en 90 veroverde de boot een reputatie op de wedstrijdvelden. Er zijn upside down oftewel scheelkieluitvoeringen (de eerdere bouwjaren) en bulbkiel-uitvoeringen met dezelfde diepgang.
Het voorstag grijpt aan op 7/8e van de hoogte van de mast, die relatief dun is voor extra buiging, zodat sportieve zeilers met het achterstag het zeil meer of minder bolling kunnen geven. De enkele zalingen zijn niet gepijld, maar dwars geplaatst. De kuip is klein voor een jacht dat met een bemanning van vijf of zes personen wedstrijden vaart. De overloop van de grootschoot zit voor het stuurwiel, binnen handbereik van de stuurman. Naast de overloop staan lieren op de kuiprand; bij solo varen kan de stuurman overal bij vanachter het roer als hier de fokkenschoten worden belegd. Bij wedstrijdzeilen zijn dit de spinnakerlieren, naar voren op de kuiprand staan nog twee lieren. De buiskap is nooit een standaard accessoire van de werf. Op het gezeilde exemplaar bestond deze uit een canvas gedeelte dat met drukknopen over een buizenframe werd geklikt, langs een plexiglas raam dat kan blijven staan als het canvas wordt weggehaald. Zo ontstaat ruimte om de lieren op het kajuitdak met inzet te bedienen en blijft toch een spatscherm staan.
Eigenaardig is de klep die de spiegel afsluit. Die kan niet open omdat het achterstag er achterlangs loopt. Onder de klep zitten de roerkoning en de gasbun, die iets makkelijker bereikbaar zijn als de klep wordt opgetild. Van Tongeren zegt hierover: “Eigenlijk had ik een open spiegel bedoeld, maar dat werd in die tijd nog niet mooi gevonden. Daarom bedachten we een deksel dat zo licht mogelijk is. Het is niet bedoeld als openklappende spiegel.”
De instap naar de kajuit gaat in twee stappen; de eerste is een fors deksel van de motorruimte. Bemanning die de vallenklemmen bedient tijdens wedstrijden, kan hier goed staan. Een trede aan het schot van de motorkist is de tweede stap. De kajuit van het getest exemplaar bestaat uit veel teak. Dat is bij een minderheid van de Dehlers uit deze bouwjaren het geval: de gangbare uitvoeringen waren de Nova met wit gelakt interieur of de zonder die typeaanduiding, met een mahoniehouten interieur.

Iitgebreide frutti di mare

De instap naar de toiletruimte is vrij gehouden door een opklappend zitje aan de kaartentafel, dat in de lengterichting is geplaatst. In het toilet is de binnenschaal in twee kleuren: een grijze binnenschaal over de bodem en wit voor de kasten en wanden. De grijze bodemschaal is ook te zien onder de kaartentafel en kombuis, en in de instap van de achterhut aan bakboord. De kasten boven de kajuitbanken hebben schuifdeuren, een serie latjes die wegdraaien bij openschuiven. De sleuf waardoor ze wegschuiven, wordt gedeeld door de kasten voor en achter, zodat maar een van de twee tegelijk open kan. Het onderste deel van de deur naar de voorpiek kan los van de bovenste driekwart openzwaaien. Hiermee is vanuit de salon een kastje onder het legstuk van het bed in de voorpiek bereikbaar.
Ondanks de forse zichtbare aangroei op de waterlijn – een uitgebreide frutti di mare – houdt de Dehler onder zeil de Winner en Friendship goed bij. Bij de roerstand klapt de kajuitbank aan weerszijden op, dan wordt een schuin gedeelte van de kuipvloer bereikbaar om op te staan onder helling. Gangboorden lopen naar voren toe breed uit, het voordek is lang en spits. Opmerkingen van de testzeilers: “Onder zeil ergonomisch, maar vlak varend wat onhandig.” “Giek moet hoger.” “Weinig hoofdruimte op de salonbanken.” “Tijdloos.”

Specificaties Dehler 34

Lengte x breedte: 10,10 x 3,43 m
Diepgang: 1,74 m
Waterverplaatsing: 4,0 m3 (leeg af werf)
Zeiloppervlak geteste boot
– grootzeil: 24,3 m2
– genua: 25,7 m2

Stahoogte bij de ingang: 1,80m
Stahoogte bij het hoofdschot: 1,60m
Afmetingen bed voorpiek: 2,45 m lang; geen voetschot; 1,80 m aan hoofdeind*
Afmetingen bed achterhut: 1,95 m lang; voetschot 95 cm; 1,60 m aan hoofdeind
Salonbank bakboord/stuurboord: 1,95 m lang

* Doordat het bed in een punt loopt, is de effectieve lengte een stuk korter.

1. De lage buiskap kan gedeeltelijk weg, waarbij het plexiglas spatscherm blijft staan. 
2. Klassieke in­ deling; het teakhout is een uitzondering op Dehlers van deze bouwjaren.
3. Het opklappende krukje bij de navigatietafel biedt rugsteun en zijdelingse steun bij kaartlezen op golven. 
4. Een lang en spits voordek met een relatief lage roltrommel.

Friendship 35

Jac. (Koos) de Ridder tekende deze ruime, zeegaande 35-voeter met een toptuigage en twee kielvarianten van 1,60 en 1,90 meter diep. De werf van Meijer, die de jachten bouwde, was gevestigd in Balk aan de ondiepe Friese meren. De werfbaas paste wat veranderingen toe op verzoek van klanten die ook dit vaarbied in wilden.
Het resultaat was een kielmidzwaard jacht met een diepgang van 1,20 meter met het zwaard op en 2,20 meter met het zwaard neer. “Dat was geen verbetering van de zeileigenschappen,” verzucht De Ridder. “De bouwkwaliteit van Meijer was goed; die was zo mogelijk nog beter na de overname van de productie door Langbroek.” Een staalkabel grijpt aan op de achterkant van het zware geprofileerde midzwaard. De kabel loopt omhoog langs het schot, via een katrol op het kajuitdak naar een blokje, waardoor een lijn loopt die op de kajuitdaklier aangrijpt om het zwaard op te trekken. Ook de fractionele tuigage is een aanpassing die Meijer bedacht.
De romp van de Friendship 35 heeft tijdloze lijnen, een slanke spiegel, lage kajuitopbouw en brede gangboorden. Naast de kuiprand is een plateau waarop de genualieren staan. De schoten kunnen vanaf het lijoog direct naar de lier of via een keerblok. Het grootzeil heeft een flinke hijs (14,5 meter) en een korte giek: een echt high aspect grootzeil. De fractionele genua is een stuk minder slank, het onderlijk komt tot ruim halverwege de giek. Dit is het enige jacht in de test met een teakdek. Het hout is wat versleten, maar de kitnaden zijn recent opnieuw gerubberd.

Alternatief voor de limbodans

De Friendship 35 serie 2, zoals gebouwd na 1989 bij Langbroek, is zoals De Ridder die bedoelde: masttoptuigage, dubbele zalingen, niet alleen het dek maar ook de romp boven de waterlijn in sandwichconstructie. De instap van de kajuit is niet erg steil: in vier stappen kom je ver naar voren en moet je achterover hangend aan de buiskap of aan de randen van het schuifluik naar binnen. Achteruit naar binnen is het alternatief voor deze limbodans. Naast de instap aan stuurboord is een vouwende deur naar de achterhut, waar een twijfelaar de klassiekere vorm van het jacht bevestigt: geen brede spiegel met dito achterhut maar een slank achterschip. Toilet en wasbak zijn dan ook tussen hoofdschot en voorpiek. De binnenschaal met wasbak en kastje maakt de ruimte praktisch en hygiënisch. In de kombuis zijn twee diepe koelvakken aanwezig.
Met het slanke grootzeil – en ondanks de flink overlappende genua – vaart de Friendship hoog aan de wind. Het profiel van het diepstekende zwaard zal hieraan bijdragen. De kuip is wat krap; de banken zijn kort voor de uitsparing die het mogelijk maakt om het grote stuurwiel heen te stappen. Achter het stuurwiel is een golvende bank, waarop de stuurman onder verschillende maten van boothelling rechtop kan zitten.
Opmerkingen van de testzeilers: “Hutten en bedden lijken erg krap.” “Goede boot voor lange reizen.” “Veel binnenruimte.”

Specificaties Friendship 35

Lengte x breedte: 10,80 x 3,50 m
Diepgang: 1,30 m
Waterverplaatsing: 6,0 m3 leeg af werf
Zeiloppervlak
– grootzeil: 27,3m2
– genua: 44,4 m2

Stahoogte bij de ingang: 1,88m
Stahoogte bij het hoofdschot: 1,85 m
Afmetingen bed in voorpiek: 1,98 m lang; voetschot 30 cm; 1,80 m aan hoofdeind*
Afmetingen bed achterhut: 1,87 m lang; voetschot 100 cm,;1,30 m aan hoofdeind
Salonbank bakboord/stuurboord: 2,00 m. lang

*Doordat het bed in een punt loopt, is de effectieve lengte een stuk korter.

1. De 35 voeter vaart verrassend hoog aan de wind met het geprofileerde midzwaard. 
2. Klassieke betimme­ ring in de Friendship met een vouwdeur naar de achterhut. 
3. Op het gewelfde bankje achter het stuur­ wiel zit de schipper onder helling rechtop. 
4. Het vast­ zittende midzwaard moest voor de test losgemaakt worden door het jacht in de kraan te hijsen en de kiel af te spuiten. 
5. Langs het hoofdschot loopt de stalen zwaardval door een buisje naar het kajuitdak.

Algemeen

Drie van de vier geteste jachten hebben een dek met antislipbekleding (TBS). Dat wordt door gebruik glad en na jaren in de zon wordt het geel. Op de hoeken laat het regelmatig los. Gasinstallaties van jachten van 20 à 25 jaar oud voldoen vrijwel nooit aan de normen van het keurmerk ‘Gasveilig’. Osmose komt regelmatig voor bij jachten van eind jaren 80 en begin jaren 90. De polyesterharsen die toen werden gebruikt, zijn minder goed bestand tegen osmose dan de verbeterde harsen van tegenwoordig.

Winner 9.50

Aandachtspunt bij aankoop van een Winner 9.50 is de mogelijke delaminatie van het kajuitdak achter de mast; hier is de sandwichconstructie niet altijd goed waterdicht gebleven. Een kwaal die eigenlijk alle Winner 9.50’s hebben, is opgezwollen roerlagers. De werf gebruikte kunststof lagers die na verloop van tijd in het water uitzetten. Daardoor klemmen de lagers hard om de roerkoning en gaat het sturen erg zwaar. Op veel boten zijn daarom de lagers al een keer vervangen, maar dit moet wel worden gecontroleerd. Opvallend is dat de werf nooit standaard elektrische bilgepompen heeft ingebouwd. Sommige eigenaren hebben die later geïnstalleerd, andere niet. De slangen die van toilet en spoelbak naar de afsluiters lopen, zijn standaard niet van een staaldraad wapening voorzien. Dat voldoet niet, zo zijn de slangen die aansluiten op onderwater afsluiters te gevoelig voor beschadigingen. Vaak zijn de slangen al vervangen door sterkere, gewapende slangen, soms ook niet. Nog een aandachtspunt is het onderwaterschip. Af werf werd dit niet voorzien van een laag primer. Daardoor hecht antifouling slecht en ontbreekt een beschermlaag van de romp. Een heel specifiek probleem is dat de boten met een donkerblauwe romp – mede door het ontbreken van primer – onderwater blaasjes krijgen in de gelcoat. Dit is geen echte osmose, want de blaasjes zijn oppervlakkiger. Toch moet dit probleem worden aangepakt, anders kan echte osmose ontstaan. De remedie is bijna even ingrijpend als een osmosebehandeling: schuren tot de blaasjes weg zijn en dan nieuwe lagen gelshield, primer en antifouling aanbrengen. Alleen de hotvac behandeling kan achterwege blijven.

Etap 32i


Het meest kenmerkende aan Etap-jachten is dat ze, dankzij een dubbele schaal waartussen schuim is gesproten, onzinkbaar zijn. Door het gebruik van glas- en polyester laminaat, dat nooit helemaal waterdicht is, kan zeker bij oudere jachten vocht tussen de schalen komen en ook tussen de polyester huid en het schuim. Dat vergroot de kans op osmose. Het laminaat wordt tenslotte van twee kanten door water belaagd in die situatie. Als het schuim los komt van de constructie, vermindert dit de stijfheid van de boot. Een ander probleem dat zich bij dit type voordoet, is de bevestiging van de kiel aan de romp. Niet bij alle exemplaren, maar toch opvallend vaak heeft deze aan sterkte ingeboet met de loop der jaren. Etap Vertical Steering is iets waaraan zeilers erg moeten wennen. Wel moet gezegd dat de constructie hiervan erg degelijk is, met forse tandwielen.

Dehler 34

De casco’s van Dehler 34’s zijn heel sterk gebouwd. Het dek is sandwich gebouwd. Dit wil nog wel eens ingewaterd zijn. Het is verstandig voor aankoop het dek te bekloppen en een vochtmeting te doen om te controleren of het kernmateriaal van de sandwich nog intact is. Het bekende zwakke punt van deze jachten is het roer. Dit is gemaakt uit schuim en bekleed met een te dunne laag glas-polyesterlaminaat. Met de leeftijd die dit type inmiddels heeft bereikt, dringt water door de dunne bekleding en ontstaat delaminatie van het roer. Een ander probleem dat zich voordoet, is het losraken van de kielbouten. De constructie van de kielophanging is zo sterk en stijf dat de beweging die in de loop van decennia toch ontstaat, kan leiden tot het lostrillen van de moeren op de kielbouten.

Friendship 35

Veel exemplaren van dit type zijn uitgevoerd met een vaste kiel. Het midzwaard – zoals op het gevaren jacht – is altijd het zwakke punt op een jacht van meer dan 20 jaar oud. De staalkabel slijt en corrodeert, ook als die van roestvrijstaal is. De zwaardbout heeft ook veel te lijden want die zit onder de waterspiegel en een metalen plaat scharniert er jarenlang omheen. Bij aanschaf van een midzwaard boot is het zaak de zwaardval en de zwaardbout goed te onderzoeken. Probeer, terwijl de boot in de kraan hangt, met een sterke zaklamp in de kielkast te schijnen om zoveel mogelijk over de constructie en de staat van de materialen te weten te komen. Wat verder opvalt, is dat de Friendships een dunwandige stalen pijp als maststeun hebben. Als er ooit een poosje water in de boot heeft gestaan, kan de onderkant van de maststeun verroest zijn. Dan kan de ondersteuning wegvallen en het kajuitdak inzakken.

Wat zegt de expert?

Koos Blonk is gecertificeerd jachtexpert en doet veel aankoopkeuringen voor zeiljachten. Hij schreef hierover in 2013 het boek De Keuring van een Polyester Zeiljacht. In zijn praktijk heeft hij alle vier de geteste jachttypes aan inspecties onderworpen. Vanuit zijn ervaring kan hij direct het een en ander vertellen over de sterke kanten van de verschillende boten, maar ook over aandachtspunten en veel voorkomende problemen. Let wel: de geteste jachten zijn niet door Blonk gekeurd; hij vertelt over zijn bevindingen bij zusterschepen.

Klik op de afbeelding om deze groter te bekijken.

Nog veel meer vaartesten

Ben je op zoek naar nog meer vaartesten? Neem dan hier een kijkje in onze webshop waar je talloze vaartesten vindt. Klik hier om deel I van dit artikel te lezen.

Omslagfoto en foto’s: © Klaas Wiersma en Ben Rutte
Tekst: Hans Buitelaar
Tekeningen: Ontwerpers en Merkenclubs
Met dank aan: Ad Geelhoed, Schepenkring Kortgene





Last modified: 22 december 2024
Sluiten