“Jee, wat een drukte hier? Is dat met elke ledenvergadering zo?”
“Ja, het gaat nogal hè? Nee, normaal is nog geen tien procent van de leden aanwezig, maar nu? Ik denk wel de helft. Wordt een staande vergadering denk ik. Wonderlijk wel: waar waren al die andere mensen op de najaarsvergadering? Of de vorige voorjaars-? Jou zie ik normaal hier ook niet, ook gelokt door de tariefswijziging?”
“Hmn, nou ja, ik zou liegen als ik zou zeggen dat dat niet zo was. Het is nogal een ingrijpend voorstel wat ze doen; niet iedereen gewoon lid maar – hoe noemden ze dat, waar heb ik die uitnodiging, oh hier – ‘een gedifferentieerd tarief ingedeeld op betrokkenheid en inzet’. Ja, daar wil ik wel wat meer over weten.”
“Mooi ambtelijk proza hè? Ja, dat kan die Coen wel. Jaren op het stadhuis gewerkt.”
“Maar wat bedoelen ze er nou mee? Want ik krijg al visioenen dat ik mijn vaardagen moet gaan bijhouden, of dat ik er op afgerekend ga worden dat mijn clubvlaggetje aan de randjes gerafeld is. Of is het een verkapte manier om vrijwilligers te werven? Dat doen ze bij heel veel clubs; je mag alleen hellingen als je ook een paar dagen klust. Sta je dus op een zaterdag in maart met twintig man de deur van het clubhuis te schilderen. Ik was juist zo blij dat dat hier niet is!”
“Wat ik begrepen heb, is dat ze een verschil in tarief willen voor mensen met en mensen zonder boot.”
“Maar we zijn een watersportvereniging. Wat moet je hier zonder boot?”
“Kom zeg, even reëel blijven. Er zijn genoeg mensen die geen boot hebben, of niet meer hebben, en die nog wel lid zijn. Als jij straks oud en stram bent en niet meer kan varen, wil jij dan dat hier je de toegang wordt geweigerd? Jij zit hier toch ook graag op zondagmiddag voor je borreltje en een praatje?”
“Oh, dus het is weer eens tegen de barleden? Ze vergeten wel vaak dat het juist die barleden zijn die het verenigingsgevoel bewaren. Zij regelen de sprekers op clubavonden, doen de administratie, vullen het clubblad. Zonder barleden ben je nergens! Dan hou je alleen maar van die types over die op zaterdagochtend aankomen, de haven uit varen en op zondagavond weer afmeren. En dan in één keer naar huis, want aan de bar zit dan niemand.”
“Misschien is het juist wel vóór de barleden. Een bootlozen-tarief. Waarom zou je iemand die nooit vaart in feite laten meebetalen aan de steigers of de afvalcontainers? Die gebruiken ze toch niet? We hebben toch ook een apart tarief voor jeugdleden?”
“Ja, en dat heeft gewerkt. Ik was hier laatst op een middag dat het jeugdzeilen was. De hele club zat vol met kinderen aan de chocomel met slagroom.”
“Wil je dat niet zeggen zometeen? Ik voorzie al weer een volgende splitsing in tarieven en dan wordt het me te ingewikkeld hoor. Leden, barleden, jeugd. Punt.”
“Die begrijp ik niet?”
“Jeugdbarleden? Gaat te ver!”
Last modified: 18 april 2014
