Dit voorjaar verraste Vendée Globe-zeiler Alex Thomson de zeilwereld met een nieuwe stunt. Na de ‘Keelwalk’ in 2012 was deze keer de mast aan de beurt. Zonder klimtuig, gehuld in een wateraftotend pak van zijn hoofdsponsor Hugo Boss rende hij over het voorlijk van zijn grootzeil naar de top van de sterk hellende mast. Na een kortstondig fotomoment waagt hij de sprong. Hoe kwam hij erbij om deze stunt te doen en hoe ging het in zijn werk?
Chinese Gijp
“Ik kwam eigenlijk al een paar jaar geleden op het idee om eens naar de top van mijn mast te lopen. Tijdens de Vendée Globe ging ik tijdens een Chinese gijp helemaal plat. Toen dacht ik al, ‘als je een stunt met je mast wilt doen, dan is dit het moment”, vertelt Thomson aan de Amerikaanse zeilwebsite Sailing Anarchy. “Het is echt het meest gevaarlijke moment dat ik ooit heb ervaren aan boord van mijn boot. Die ‘Keelwalk’ doe ik zo nog eens, maar dit nooit weer”. De Britse solozeiler vertelt dat hij en zijn team ruim drie maanden hebben moeten wachten tot de juiste weerstomstandigheden zich presenteerden op Tenerife. Op de dag zelf telde het stuntteam uit maar liefst dertig mensen. “Je zal het niet geloven dat er zoveel kostuumstylisten, visagisten, stunt coordinatoren en zeilers nodig zijn voor slechts één stunt. Na twee sprongen waren we alweer klaar!”
Oprichtend vermogen
De IMOCA 60 is een uiterst stabiele boot met rechtop een oprichtend vermogen van maximaal 32 ton/meter. Het kost dus veel energie om de boot te doen laten hellen. Daarnaast mag de boot – zonder zeil – volgens de klasse-regels maximaal 10° hellen met de waterballast en kantelkiel beide naar dezelfde kant gericht. De hoek van de verdwijnende stabiliteit – het moment waarop de boot echt doorkantelt – ligt in theorie zelfs op 127°. Voor deze stunt bleef de kiel echter aan de loefzijde om deze in een noodgeval alsnog te kunnen laten zakken en zo de helling op dat moment te bevorderen opdat de waaghals niet op het dek zou vallen. Om de boot met deze voorwaarden op 60° helling en niet verder dan dat krijgen – tuigage in het water kan schade veroorzaken en doet bovendien af aan de stuntwaarde – zonder dat deze zich weer opricht, vereist zonder meer een team van zeer ervaren zeilers en bovendien de perfecte omstandigheden. “We hadden écht die stabiele wind van 18-20 knopen nodig waar we drie maanden op hebben gewacht. Met minder wind lukt het gewoon niet en met meer wind wordt het te ruw voor mij om de mast op te rennen”, aldus Thomson.
Uit het roer
Om de helling in te zetten vulde het team de waterballast aan één zijde en voeren een grote masttopgenua om het zeilpunt (het aangrijpingspunt van de wind op de tuigage) omhoog te brengen. Door de schoten op een aandewindse koers strak aan te halen en de zeilen bol te trimmen ontstaat er een grote hellende kracht. Hoe meer de boot helt, des te meer het tuig als een omgekeerde vliegtuigvleugel fungeert waardoor de helling nog groter wordt. Het gevaar van zo schuin gaan is alleen dat het loevend koppel, – de loefgierigheid – steeds groter wordt en het roer uit het water kan raken. “De stuurman moet hierop reageren door extra roer tegen te geven, door te blijven afvallen als het ware. Echter, als de stuurman te veel afvalt richt de boot zich weer op. Anderzijds mocht de bootsnelheid niet onder de 10 knopen komen, want dan is de kans dat de boot uit het roer loopt weer groot.”
De oefening in het vinden van deze balans blijkt lastig. Tijdens de eerste poging gaat het mis. De snelheid loopt terug en de boot loopt door de loefgierigheid uit z’n roer. Binnen een paar seconden ligt de boot weer rechtop en kan Thomson zich ternauwernood vastklampen aan een zaling. “De uitdaging was dus om met voldoende snelheid de boot schuin en stabiel te krijgen zodat ik er met een hellingshoek van 60° op kon rennen en de sprong van 12 meter wel moest wagen. Het is eerlijk gezegd het meest idiote dat ik ooit heb gedaan.”
Logistiek
3 maanden werd er gewacht op juiste weersomstandigheden op Tenerife
18-20 knopen moest het precies waaien
2 keer moest de mastwalk worden opgenomen
30 mensen waren betrokken bij de stunt
30.000 euro kostte de hele stunt
Minitransat Mastwalk
De Franse Minitransat zeiler Aymeric Chappellier bewandelde in 2011 ook al de mast van zijn Mini Proto in 2011. De Nederlandse solozeiler Ysbrandt Endt zegt er het volgende over. “Over Aymeric, hij is nooit naar het eind gelopen. Toen hij zover was als deze foto -zoals je ziet is er bijna geen wind-, helde zijn mini langzaam over. Hij stopte op het moment dat de Mini door ging kantelen. In tegenstelling tot Alex Thomson, lag zijn mini behoorlijk rechtop bij het begin van de stunt. Alleen zie je dat niet op een foto. De mini moet bij de toelatingstest voor de wedstrijd een oprichtend vermogen van 45 kg hebben bij een hellingshoek van 90°. Zou hij met zijn 75 kg dus verder hebben gelopen dan op de foto, dan zou de mini kenteren. 75 kg op de positie waar hij staat is dus ongeveer gelijk aan 50 kg aan het eind van de mast door de kortere hefboom. Als hij zijn kantelkiel nog naar loef had kunnen zetten, dan had hij nog iets verder kunnen lopen. Maar dat gaat nogal lastig als je als solozeiler in je mast zit!”
Achter de schermen op video