Het eerste voorjaarstochtje op het Wad. Lekker uitgewaaid en met een gezonde kleur op de wangen varen ze de sluis bij Lauwersoog in. Exact op hoog water. Beter konden ze niet profiteren van de stroom.
Ze meren af achter een Spirit. Meteen daarna gaan de sluisdeuren dicht. Erik legt de achterlijn losjes om de kikker en loopt naar binnen. Dat zou ik niet doen, hoort hij boven zich. Hij kijkt op en ziet een oudere man. Je zakt zo twee meter. Dat gaat best snel. Voor je het weet hang je in de touwen en moet je de boel kappen. Even denkt Erik in discussie te gaan, maar dan haalt hij zijn schouders op. Ik ga alleen even koffie pakken, antwoordt hij. Als hij weer uit de kajuit komt, hoort Erik de man tegen Marie praten. Over moderne schippers die niet kunnen varen, over het gebrek aan opleiding, kennis en passie. Bij hem is het zeilen met de paplepel ingegoten. Hij vaart altijd met opstappers, maar hij kent zijn pappenheimers en laat niets aan het toeval over. Zijn bemanning doet precies wat hij zegt. Als hij uitgepraat is, loopt hij naar de Spirit en steekt hetzelfde verhaal af. Van deze zeebonk kunnen ze nog wat leren, zo vertelt hij.
Even later klinkt er een gil door de sluis. Op hetzelfde moment komt de sluismeester over de kade aangesneld met een groot mes. Van wie is deze boot?, roept hij. Iedereen kijkt op. De lijnen van het eerste jacht staan strak, de romp hangt behoorlijk scheef. Twee mannen snellen de kajuit uit en proberen de landvasten los te maken. Dat hoef je niet te proberen, roept de sluismeester. Houd je vast, ik ga ze kappen. Gooi alvast twee lijnen naar de boot aan de overkant, zodat jullie daaraan kunnen vastmaken.
Dat is mijn bootî, piept de oude man. Met een rood hoofd daalt hij de trap af en stapt aan boord. Ondertussen zijn bemanning toeroepend hoe stom ze kunnen zijn. Hij zet de motor aan, net op het moment dat de sluismeester het achterlandvast kapt. Met een grote plons komt het achterschip in het water terecht. Als de sluismeester het andere landvast kapt, gooit de bemanning snel de landvasten over naar de boot naast hen.
Als de sluisdeuren open zijn, vaart de oude man als eerste de sluis uit. Hij kijkt niet meer om.
Last modified: 6 mei 2021