Zeemanschap

De schijf van 5 veiligheden

12:00

Waar begint goed zeemanschap eigenlijk mee? Niet met veiligheidsitems en nieuwe snufjes voor aan boord, maar met ezelsbruggetjes. Slimme, korte regels die je als checklist uit je hoofd kent. Regels waarmee je jezelf, zowel vermoeid op zee als tijdens een middagje varen op een binnenwater, gemakkelijk kunt controleren op de vraag: vaar ik nog veilig zo?

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen 05/2016.
Tekst: Willem Plet

Er zijn een paar vragen om antwoord op deze vraag te geven. Maak je gebruik van de drie L’s van Log, Lood, Lookout? Zet je posities met regelmaat in de kaart? Gebruik je twee manieren om je positie te bepalen? Heb je de kaart met het meeste detail wel ingezien en staat je koerslijn in de kaart? Een korte opfrissing over het waarom.

Log, Lood, Lookout

Nog meer dan voor een aanvaring zijn we gehaaid op hoeveel water we onder de kiel hebben. Immers, een ondiepte raken voelt als een klap onder de gordel die je nooit verwacht. Een glimp op het lood geeft je meer en directere informatie dan het opzoeken van de diepte bij je positie op de kaart. Tevens biedt het je de kans om een mentaal diepteprofiel te maken van wat je hebt gevaren. Ken je de kaart, dan weet je waar een bepaalde stijging of daling van de zeebodem op uitloopt met je voorliggende koers. De lookout is er om geen klap in het gezicht te krijgen; om je te beschermen van gevaar dat je had kunnen zien aankomen. Zei het met het blote oog, dan wel met je verrekijker of op de radar en/of AIS.
Ten slotte geeft het log je een bewustzijn van het tijdstraject dat je hebt afgelegd. Ken je de afgelegde afstand, de verheid, dan is het vooruit plannen ook ineens een stuk inzichtelijker.
Kort samengevat is het motto: gebruik de zintuigen van zeiler en boot.

Positie in de kaart

De absolute back-up blijft de positie in de kaart, met daarbij de tijd genoteerd. Het zijn de ankers in de rotswand waar je op terug kunt vallen, de broodkruimels van je afgelegde wandeling. Een op betrouwbare wijze verkregen positie reset alle foutjes die je als mens bij elkaar hebt gesprokkeld, zoals verkeerde peilingen, aannames over posities van tonnen et cetera. Van daaruit is je gegist bestek weer op het goede pad.
Zet de positie met grote regelmaat in de kaart, maar schroom tussentijds niet gebruik te maken van een handig positioneringsmoment door middel van bijvoorbeeld peilbare objecten.

Twee manieren om je positie te bepalen

Op één been kun je niet staan. Dus gebruik niet alleen je plotter, maar controleer ook op boeien en landmarks. Maak eens een kruispeiling, controleer de diepte van de kaart eens met je lood, maak eens een kruispeiling om te zien hoe scherp je erin bent. Al zit je ernaast, het vergroot je vaardigheid als zeiler. Er is altijd gps, dacht je totdat al je elektronica kapot ging. Gebruik daarom een tweede, rampenvrije methode om je gps te controleren. Dit hoeft niet astronomisch te zijn, want de ‘platte’ zeevaartkunde is in de meeste gevallen toereikend.

Grootste schaalkaart

Dit geldt niet alleen voor papieren kaarten, waarbij het pakken van de hele papierwinkel nog meer moeite kost dan het even inzoomen op een digitale kaart. Toch lijkt het gebrek aan inzoomen en dus het missen van vaak essentiële informatie bij digitale kaarten vaker fout te gaan, met natuurlijk als absolute kanjer de stranding van Team Vestas tijdens de Volvo Ocean Race.
Ook bij het aanvaren van een haven is dit van essentieel belang. Niet om de kaart er de hele tijd bij te houden, maar om een mentale kaart te kunnen maken. Kijk ook naar de vorm en nummering van de tonnen en boeien. Een boei geeft licht, een ton niet. Ook de strepen vertellen je al iets over een boei of ton: horizontaal geeft gevaar aan, verticaal veilig vaarwater.

Koerslijn in de kaart

De koerslijn is meer dan enkel een lijn tussen twee posities. Een koerslijn die vooraf in de kaart is gezet forceert je na te denken over wat de invloed van stroming, wind en miswijzing op het kompas hebben op je grondkoers. Met andere woorden, het koers verbeteren – de vertaalslag van je kompaskoers naar je ware koers – geeft je een goed gevoel over wat de elementen met de ware koers van je boot doen. Een koerslijn tussen twee posities achteraf in de kaart zetten geeft je juist weer een inzicht in wat de invloeden van stroom, wind en miswijzing van het kompas hebben gehad op je koers. Je bent dus ergens anders uitgekomen dan je dacht; door de koerslijn in de kaart te zetten tussen de laatste twee posities, kun je je koers aanpassen om de gewenste grondkoers te verkrijgen.

Vijf korte regels vatten de koe van de veilige navigatie perfect bij z’n hoorns. Binnen elke regel is tot groot detail verder te werken, maar al herinner je je standaard maar één van deze basisregels, dan vaar je al meer op veiligheid dan veel schippers doen.

Tekst: Willem Plet

Tags: , , Last modified: 19 februari 2021
Sluiten