Onderhoud & klussen

Het probleem met osmose zit meestal tussen de oren

Hoe ernstig is osmose nou eigenlijk?

09:27

Hoe ernstig zijn ze nu echt, de ‘bobbeltjes’ op het onderwaterschip? Meestal blijkt na onderzoek dat de fysische en/of chemische processen in zo’n scheepshuid met beperkt of groter onderhoud goed zijn aan te pakken; vergelijkbaar met een kleine of grote beurt voor een schip van hout of staal. Het echte probleem is vooral dat bijna niemand dit van polyester verwacht en accepteert.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 02/2019
Tekst: Rob Bijnsdorp

Op de Hiswa, ergens in de vroege jaren zestig, was iets nieuws te zien: een boot van ‘plastic’. Het begrip ‘polyester’ was nog niet ingeburgerd. Die boot, een kale romp zonder dek of schotten, was het middelpunt van een permanent oploopje van nieuwsgierige, soms ook misprijzende beursbezoekers. Menigeen stond argwanend tegenover het idee dat je een boot kon bouwen met ‘spul uit een potje’.

De standhouder had zich erop voorbereid dat hij met woorden alleen geen vertrouwen zou winnen. Hij stond naast de boot met een houten hamer van het kaliber dat een boer gebruikt om palen van een afrastering de grond in te rammen. “Probeer het maar,” daagde hij zijn omstanders uit, “sla hem maar stuk, als je kan.” Een boom van een kerel greep de hamer, zette zich schrap en gaf de boot een dreun die tientallen meters in de omtrek iedereen deed opschrikken. De romp bleef heel.

Alle toeschouwers verdrongen zich rond de plek waar de hamer verwoesting had moeten aanrichten, maar niemand kon ook maar het kleinste scheurtje of deukje vinden. Een kritische toeschouwer vroeg aan de standhouder: “Mag ik dat ook eens proberen als de schotten erin zitten en het dek erop?” “U hebt het door,” was het antwoord, “maar …,” en hij begon aan een lofzang op de bijzondere kwaliteiten van polyester. De kritische toeschouwer had echter al genoeg gehoord. “Kom, we gaan verder,” zei hij tegen de anderen in zijn gezelschap. “Dit is rommel. Als die romp is afgebouwd en niet meer meeveert, sla je er wél een scheur in.” Ze slenterden verder, langs hout en staal.

osmoseplekken
© Koos Blonk

Zorgenvrij

Dit voorval illustreert het omslagpunt in de enorme verandering die de jachtbouw, inclusief de bouwmaterialen, eind vorige eeuw doormaakte. Zo vertrouwd als zeilers vroeger waren met hout en staal, zo verknocht zijn ze nu aan kunststof. Polyester bleek geen ‘rommel’.

Die romp op de Hiswa was van de Pionier, de eerste in Nederland gebouwde polyester serieboot. Herman Janssen zeilde met zo’n boot de wereld rond. Tot in de uithoeken van de aarde varen nog steeds Pioniers van meer dan vijftig jaar oud. In de jaren na de demonstratie met de hamer werd polyester ook in ons land erkend en omarmd als het meest ideale bouwmateriaal dat je voor een boot kunt wensen. Tussen 1960 en 1990 voltrok zich die revolutie. In die periode vertienvoudigde in Nederland het aantal recreatievaartuigen.

Het overgrote deel van die aanwas is gebouwd van polyester en het merendeel van de kopers verwachtte van zo’n kunststofboot geen onderhoud; een emmertje sop in het voorjaar zou volstaan. Die verwachting paste naadloos bij de gestaag voortschrijdende overgang naar een consumentencultuur. Binnen enkele decennia raakten we gewend aan een welvaartsstaat, waarin je iets koopt om het te hebben en zonder zorgen te gebruiken. Onderhouden was ongewenst en repareren werd ondenkbaar. De booteigenaar die het heel normaal vindt dat een substantieel deel van het zeilplezier zit in de zorg voor het schip, hoort inmiddels tot een minderheid. Dat velen bepaalde eigenschappen van polyester nu als probleem ervaren, kun je dan ook niet los zien van de huidige tijdgeest en cultuur.

Geen wondermateriaal

Terwijl de recreatievloot explosief groeide, klonken geleidelijk ook steeds meer dissonanten over polyester. Het emmertje sop ging al gauw vergezeld van een hele reeks recover-, polijst- en poetsmiddelen voor de gelcoat. Het verschijnsel ‘haarscheurtjes’ in gelcoat en laminaat zorgden voor ongemak. De eerste berichten over ‘osmose’ leidden tot serieuze schrik. Osmose in polyester klonk als een ongeneeslijke ziekte; het voelde voor velen als het begin van de ondergang van hun boot.

Zonder begeleidende betrouwbare informatie over wat osmose is, hoe het komt, hoe erg het is en wat je er aan kunt doen, verspreidde het schrikvirus zich in no time binnen de watersportwereld en nestelde zich in het bewustzijn van elke bootbezitter. In dat bewustzijn is maar weinig plek voor de acceptatie van het idee dat ook onderhoud aan de scheepshuid van een polyesterboot wel eens verder en dieper moet gaan dan glimmend poetsen en een nieuwe lik antifouling in het voorjaar.

Het grootste probleem van een boot met zogenaamde osmoseverschijnselen is dan ook niet van technische, maar van mentale aard. Het wordt daardoor ook en vooral een commercieel probleem. Een boot met een blaasje in de gelcoat behoudt honderd procent van zijn gebruikswaarde, maar verliest zijn handelswaarde. Roestplekken op een stalen boot en een slecht stuk multiplex of plank in een houten boot waren nooit reden tot ontreddering en zijn dat nog steeds niet. Ze zijn vooral aanleiding om in actie te komen voor reparatie; het zeiljacht verliest er niet zoveel waarde door.

Een polyesterboot met het stempel ‘osmose’ daarentegen is bijna onverkoopbaar. Niet doordat de boot niet meer presteert, maar doordat tussen de oren van vele watersporters van nu het idee huist dat zo’n boot besmet is. Tussen diezelfde oren klinkt noodzakelijke aandacht voor onderhoud en reparatie als een storende valse toon.

osmosebehandeling

Het kennisdoolhof

Veel zeilers die onzeker zijn over osmose in hun boot raadplegen internet. Niets mis mee, maar kijk wel uit. Op dat medium kun je voor een pijntje in je lijf nog wel onderscheid maken tussen deskundige artsen of een chatbox waarin lotgenoten hun klachten etaleren; bij bootproblemen werkt dat niet zo. Websites met technische informatie schetsen hoe de osmosewolf ‘uw kostbare jacht’ bedreigt en gaan vervolgens over in een reclameboodschap.

De vele fora, van het algemene Zeilersforum tot en met de communities van eigenaren van eenzelfde bootmerk of boottype, zijn één grote vergaarbak van zowel zinvolle informatie als pure nonsens. Zoals dat met fora gaat, ontaardt een simpele vraag al gauw in een lawine van tegengestelde standpunten. In dit geval over hoe erg het is, wat je het best kunt ondernemen, wat het mag kosten, wat de zin of onzin is van dure behandelmethoden zoals hotvac, en wat je zelf best kunt aanpakken. De echte experts doen er zelden aan mee. Om het kaf van het koren te kunnen scheiden, moet je al redelijk deskundig zijn.

Wie dat niet is, loopt het risico om voor waar aan te nemen wat het best uitkomt. Zo verzamelen zich op de internetfora, naast een aantal mensen die het écht weten, vooral gelovigen. De ene ‘kerk’ preekt angst voor elk pukkeltje op het onderwaterschip, de andere stelt zijn gelovigen gerust met de stelling ‘dat er nog nooit een boot door osmose is gezonken’. Zo’n uitspraak klinkt bemoedigend. Menigeen spreekt hem na, maar niemand controleert of hij waar is. Tussen de twee uitersten vind je tal van middengroepen die hun nuanceringen putten uit beperkte eigen ervaringen. Lees het allemaal gerust, maar trek er geen definitieve conclusies uit voor je eigen situatie.

Hoe ernstig is osmose echt: Wat experts zeggen

Wil je op internet een goed verhaal lezen over osmose, bezoek dan de site van de in november 2018 overleden Amerikaanse yacht surveyor David Pascoe (www.yachtsurvey.com) en klik op ‘Hull blisters’. De ervaring die hij opdeed bij het onderzoek aan meer dan vijfduizend jachten heeft hij verwerkt in een aantal goed gedocumenteerde en vooral nuchtere, met-beide-benen-op-de-grondartikelen. Dichter bij huis kunnen we te rade gaan bij twee experts van naam en faam: Koos Blonk en Leen Schaap. Blonk keurt en taxeert als onafhankelijk expert jachten, Schaap runt een Loyd-gecertificeerd jachtservicebedrijf. Beiden waarschuwen voor de risico’s die zijn verbonden aan het trekken van conclusies op basis van summiere gegevens.

Blonk: “Het werk van een expert komt in feite neer op het verzamelen én interpreteren van zoveel mogelijk gegevens en die vervolgens verwerken in een volledige beschrijving van de toestand van een jacht. Als je niet destructief te werk gaat, dus niet het polyesterlaminaat zelf openmaakt, moet je het doen met wat je aan de buitenkant met je zintuigen en met je meetapparatuur kunt waarnemen. De uiterlijke tekenen van osmose, zoals blaasjes in de gelcoat, moet je kunnen ‘lezen’. Ze vertellen iets, maar nooit het hele verhaal. Vochtmetingen maken het verhaal completer, maar ook daarin kunnen nog onzekerheidsmarges zitten.”

Kloppen is weten

“Zie ik hier en daar een blaasje maar is de romp overwegend redelijk droog, dan is er weinig aan de hand. Dan ben je klaar als je die paar plekken onderhanden neemt. Zie ik kleine blaasjes en blijkt het laminaat op veel plaatsen een duidelijk hoger vochtgehalte dan de veilige grenswaarde te hebben, dan kom je nog iets meer te weten door het onderwaterschip met een klein fiberhamertje minutieus te bekloppen. Je hoort het als de scheepshuid ergens begint te delamineren. Overigens adviseer ik in dit soort situaties een diepergaand onderzoek, voorafgaand aan een behandeling.”

“Het kan ook zijn dat de vochtmeter een hoog vochtgehalte aangeeft, terwijl de gelcoat nog volkomen gaaf is. Dan kun je vooralsnog geen osmose vaststellen, maar je wilt wél weten wat de oorzaak is van die hoge waarde. Heeft de romp een sandwichconstructie? Is er carbon in het laminaat verwerkt? Je moet dit onderzoeken want elke boot is uniek. Daarom is voor het meten en interpreteren veel ervaring vereist. Ik maak het regelmatig mee dat iemand alarm slaat nadat hij zelf aan de gang is geweest met een vochtmeter die in de bouw voor hout of beton wordt gebruikt.”

“Dan kom ik kijken en dan blijkt er niets aan de hand te zijn. Ook komt het soms voor dat een reparatiewerf hoge vochtwaarden meet en een behandelplan voorstelt, dat achteraf gezien helemaal niet nodig was geweest. Dan is de boot gemeten kort nadat hij uit het water kwam of de meter reageerde niet op vocht maar op een watertank of andere metalen voorwerpen aan de binnenzijde van de romp. Of er stond water in de bilge.”

osmose

Goed is alleen als het goed is

Leen Schaap heeft de afgelopen decennia honderden boten met osmose of te nat laminaat onder handen gehad. Hij typeert zichzelf als ‘streng’. Zijn uitgangspunt is dat in polyesterlaminaat helemáál geen water hoort te zitten, ook al is er nog geen sprake van osmose. Schaap: “Wetenschappelijk is aangetoond dat laminaat afneemt in sterkte en stijfheid naarmate het natter is. Bovendien geven wij klanten garantie op de kwaliteit van een osmosebehandeling. Dat kunnen we alleen doen als we de lat heel hoog leggen.

Dit uitgangspunt wordt ons wel eens verweten. Dan hoor je zeggen dat wij met overdreven eisen osmosevrees aanwakkeren en dat dit deel uitmaakt van ons verdienmodel. Ik stel dat het juist andersom is. Er zijn jachtmakelaars die precies weten welke keuringsexperts ze aan hun klanten moeten adviseren om te voorkomen dat de verkoop afketst op een te natte romp of een beginnend osmoseprobleem. In onze watersportbranche is de kwaliteitsnormering nog steeds niet goed vastgelegd.”

Destructief onderzoek

Waar een keuringsexpert met zijn rapportage stopt, begint het werk van een servicebedrijf. Schaap: “Mensen hebben dan zo’n rapport in de hand en willen weten wat het gaat kosten. Dat kunnen we ze pas vertellen als we eerst zelf de boot hebben gezien. We maken dan het liefst een vierkante meter kaal op de meest natte plek. De gelcoat gaat eraf, dus dat is destructief onderzoek. Soms zie je dan al meteen dat het vocht aan de oppervlakte zit en niet in het laminaat. Het kan ook zijn dat je, als de coating weg is, nog steeds te veel vocht meet.

Dan willen we weten hoe de huid is opgebouwd. Van een aantal merken en types weten we dat inmiddels wel, maar vaak is het onbekend. Hebben we het over een volglas romp van minimaal twee centimeter dik of over een sandwichhuid van een paar millimeter polyester, een centimeter schuim of hout en dan weer een paar millimeter laminaat? Het kan nodig zijn om een materiaalmonster uit de romp te boren om echt van binnen te kunnen kijken.

Vooral rompen die zijn gebouwd met een kernlaag tussen twee polyesterlagen kunnen voor verrassingen zorgen. Water kan zich hier op talloze manieren verspreiden: lekkage bij een huiddoorvoer, de afvoer van de ankerbak, een niet goed afgewerkt kluisgat, lekkende boutjes of popnagels van de stootlijst. In zo’n boot meet je een maximum aan water, terwijl het polyester nog volkomen gaaf kan zijn. Maar dat water moet er wel uit! We hadden hier pas nog een boot waarvan de kernlaag zich helemaal had volgezogen, daar kwam honderd (!) liter uit.

Nieuwe lagen aanbrengen

Op een gegeven moment hebben we dus een beeld van de vochtigheid van het laminaat, maar dan willen we ook weten hoeveel zuur daarin zit en hoe diep dat zit. Zuur moet worden uitgespoeld. Doe je dat niet, dan blijft het steeds opnieuw vocht aantrekken en los je het probleem niet op. Ook kan uit het onderzoek van de huid blijken dat de glasbewapening deel is van het probleem, bijvoorbeeld doordat er plekken zijn die bij de bouw niet goed met hars zijn doordrenkt.

Het kan nodig zijn om een deel van het laminaat te verwijderen en een paar nieuwe lagen aan te brengen. In alle gevallen brengen we pas een nieuwe coating aan als het laminaat volkomen gaaf en droog is. Drogen kan langzaam in de buitenlucht of snel met infrarood licht of de hotvac-methode. Over al die zaken willen we de klant een eerlijk verhaal vertellen, inclusief de verschillende opties waaruit hij kan kiezen. Pas dan is er iets te zeggen over de kosten.”

‘Preventief’ behandeld

Zowel Blonk als Schaap maken regelmatig mee dat jachten na een eerdere behandeling (vaak ‘preventief’ genoemd) alweer osmose hebben. Blonk: “Dan volg je het spoor terug en dan blijkt dat zo’n boot, voordat hij in de verkoop ging, gauw even van een nieuwe laag epoxy is voorzien. Hij lijkt dan weer helemaal spic en span, maar als die boot niet eerst goed is gedroogd, krijg je onder die mooie gladde laag een enorme drukopbouw en na twee jaar weet je niet wat je ziet als zo’n boot weer uit het water komt. Dan heeft de nieuwe eigenaar een groter probleem dan wanneer de boot niet was behandeld. Als je niet de vochtwaarden aanhoudt die de epoxyfabrikant heeft opgegeven, is een osmosebehandeling weggegooid geld en versnel je bovendien het degeneratieproces in het laminaat.”

Ook Schaap moet soms een booteigenaar teleurstellen. “Meestal gaat het dan om een misstap bij een eerdere beoordeling of behandeling. Dan wil iemand zijn pas aangekochte schip weer helemaal netjes hebben en die hoort dan van ons dat het niet gaat, omdat de romp veel te nat is. Zoiets komt hard binnen bij iemand die bezig is zijn droom te verwezenlijken. Zijn boot was immers gekeurd. Het keuringsrapport had uiteraard een forse disclaimer en daar sta je dan. Ik hamer er daarom altijd op dat je iedereen en elk bedrijf aan wie je een oordeel vraagt of behandeling uitbesteedt, goed onderzoekt op aanpak, referenties, werkruimte, certificaten, garanties en andere leveringscondities. Vraag bij twijfel altijd een second opinion.”

Beschadigde glasvezellaag

Prioriteiten

Het is Koos Blonk in de loop der jaren opgevallen dat zeilers gemiddeld veel meer weten over de technische aspecten van hun boot dan motorbooteigenaren. Maar waar het volgens hem vaak aan schort is een realistische kijk op de exploitatiekosten van de boot. “Veel mensen die een boot kopen, doen dat op dezelfde manier als het aanschaffen van een auto. Veel aandacht voor uiterlijk en prestaties, weinig aandacht voor te verwachten onderhoud. Terwijl in de autobranche de garagekosten tegenwoordig veelal voor elke klus per kwartier zijn genormeerd, is het bij het bootonderhoud telkens weer afwachten voor welke verrassingen je komt te staan. Het wordt altijd meer en nooit minder en dat komt vooral door veel te optimistische verwachtingen, vooral over polyesterschepen.”

In de meeste gevallen zullen de kosten van onverwacht onderhoud dus als tegenvallers worden ervaren. En wie onverwachte kosten niet kan of wil dragen, laat noodzakelijk onderhoud liggen of neemt zijn toevlucht tot lapmiddelen. Dat geldt ook voor wie de klus zelf aanpakt. Goed onderhoud vraagt veel tijd en de materialen zijn aan de prijs. Problemen met vocht of blaasjes in de romp van de boot – of beide – zijn dan ook een goede reden voor enig zelfonderzoek. Was je al wel van plan om nieuwe zeilen aan te schaffen? Of om te investeren in de nieuwste elektronica of welke andere uitgave dan ook die niet strikt noodzakelijk is? Hou dan voor ogen dat álles aan een boot is te vervangen, behalve de boot zelf.

Osmose, de belangrijkste feiten op een rijtje

Het laminaat in romp en dek van polyester boten bevat een zeker gehalte aan water. Het dringt binnen door de gelcoat van het onderwaterschip en soms ook van binnenuit, bijvoorbeeld als een boot langere tijd een natte of vochtige bilge heeft. Tot zover is er niets aan de hand.

Het vocht kan ook weer uitdampen, vooral als de boot in de winter op het droge staat.
Als echter op het grensvlak van gelcoat en polyester­ laminaat, of binnen het laminaat zelf, tijdens de bouw kleine holtes zijn geslopen, of als delen van de glas­ bewapening niet goed met hars zijn doordrenkt, vullen die ruimtes zich met vocht. Dat water kan een chemische ontbinding veroorzaken van het polyester (hydrolyse).

Er ontstaat dan glycol en een zuur. Water kan ook een chemische verbinding aangaan met minuscule deeltjes van het polyesterhars, die bij de bouw niet volledig zijn uitgereageerd. Zuren en andere in water opgeloste stoffen trekken uit hun omgeving méér water naar zich toe. Dat is een natuurkundig ver­ schijnsel. Doordat dit ook door de gelcoat heen gebeurt, zijn ongeveer álle degeneratieverschijnselen van polyester in het algemeen spraakgebruik ‘osmose’ gaan heten. De verschillende processen in een polyester scheepshuid zijn in werkelijkheid complexer en bij elke boot weer anders. Om het niet te ingewik­keld te maken, houden we de containerterm ‘osmose’ aan.

Vergelijkbaar met een plantencel

Vergelijk osmose met wat er gebeurt in een planten­cel waarin de in water opgeloste stoffen door de doorlaatbare celwand heen méér water naar zich toetrekken. Dat water zorgt voor een zekere druk in de cel, maar hoopt zich niet op. Het stroomt verder naar een aangrenzende cel met een iets hogere stoffenconcentratie. Zo kan het vanaf de wortels de bovenste bladeren bereiken. In een afgesloten holte binnen de scheepshuid kan het water niet weg. Het komt daardoor wél onder steeds hogere druk te staan en perst plaatselijk de gelcoat los van het laminaat. In een verdergaande staat van degeneratie kan de osmosedruk ook afzonderlijke bewapeningslagen in het laminaat uit elkaar drukken.

De zichtbare osmoseverschijnselen kunnen variëren van minuscule kleine blaasjes tot grote blaren van enkele centimeters en alles daartussen in. Als je dat ziet, weet je dat je boot osmose heeft, maar méér conclusies kun je dan nog niet trekken. Wel is actie vereist, te beginnen met grondig onderzoek.

Hoe ernstig is osmose echt

10 adviezen

  1. Neem voor elk van de onderstaande stappen de tijd. Beter een heel of half seizoen overslaan dan tijd en geld verspillen aan haastige maatregelen die al kort daarna niet afdoende blijken.
  2. Laat je geen vrees aanjagen of ontmoedigen. Accepteer dat ook polyester niet het eeuwige leven heeft. Af en toe uitgebreider onderhoud kan er nu eenmaal bijhoren en in de meeste gevallen valt het best mee.
  3. Los een tegenvaller zelf op en wentel een nog ver­ borgen gebrek niet af op een medezeiler. Dat is onze sport onwaardig.
  4. Laat je uitgebreid informeren en sta ook open voor informatie die niet welkom is.
  5. Neem contact op met meerdere surveyors die werke­lijk onafhankelijk zijn. Vergelijk ze op visie, scholing en opleiding, aanpak, ervaring, referenties en vooral op wijze van rapporteren.
  6. Kom je samen met de expert tot de conclusie dat actie is geboden, ben je een redelijk handige klusser of kun je een handige hulp regelen, doe dan zoveel mogelijk zelf.
  7. Als je zelf aan de slag gaat, zorg dan voor optimale werkomstandigheden. Het enige dat in het winter­ seizoen goed in de openlucht kan gebeuren is het kaal halen, regelmatig spoelen en laten drogen van (delen van) het onderwaterschip. Voor het aanbrengen van een nieuwe coating is een stabiele temperatuur nodig boven de 10 graden Celsius en een relatieve lucht­ vochtigheidsgraad die gegarandeerd onder het dauwpunt blijft, ook bij de grond. Alleen in een ver­ warmde loods kunnen die omstandigheden perma­ nent aanwezig zijn.
  8. Als je herstelwerk uitbesteedt, ga dan bij de keuze van een servicebedrijf net zo te werk als bij de keuze van een keuringsexpert.
  9. Zie er streng op toe dat voor elke behandeling met een nieuw coatingsysteem het laminaat echt droog is.
  10. Bespaar niet op materialen en veiligheidsmaatregelen, enkel een celstof mondkapje is echt onvoldoende.
Hoe ernstig is osmose echt

Ervaringen met osmose

Nachtmerrie of goed te behandelen? Op onze Facebook-pagina vroegen we naar jullie ervaringen met osmose.


Ja helaas, in 2012 bij het uit het water halen voor de winter blaasjes geconstateerd. ‘Kaasschaaf’ erover en ruim 10 maanden drogen. Behandeling is uitgevoerd door een specialist in Lelystad. Ben daar erg over te spreken! Vijf jaar garantie gekregen, mits boot elk jaar het water uitgaat. Zo gezegd, zo gedaan en tot nu toe zijn de problemen niet teruggekomen.
A. Den Ouden, via Zeilen Facebook-pagina

Tweede advies

Nu vonden we het toch echt wel tijd worden voor een tweede advies. De expert was gedegen en zeer verhelderend. Hij is ruim twee uur bezig geweest en heeft het schip volledig beklopt en met verschillende vochtmeters gemeten. De conclusie was een ruime voldoende en dat het vocht alleen maar in de gelcoat zat en niet eronder (hij had meters die op verschillende dieptes konden meten). Met een paar flinke zonnige dagen moest het volgens hem wel goedkomen. De paar kleine osmoseplekjes goed kaalhalen en uitspoelen, dan opnieuw laten drogen en met epoxy weer dicht­ smeren. Wij hebben onze opties overwogen en besloten ons voor­ seizoen dan maar te laten voor wat het was en het schip te laten drogen (helaas geen Terschelling). Inmiddels een derde partij benaderd die ons een offerte stuurde voor het schilderen. Romp: zeven lagen Gelshield en 2 lagen Interspeed koper. Kiel: opnieuw de rand kitten en de kiel in vijf lagen Primocon en ook twee lagen Interspeed koper. Totaal kostte dat 3200 euro.
Dat mocht hij doen; wij gingen lekker op vakantie naar Legoland.
N. Janssen-Otto, via Zeilen Facebook-pagina

Heb het ook gehad: boot geschild, ingesmeerd met groene zeep en behangplaksel en regelmatig natgemaakt. Na 4 maanden de boot gemeten op vocht en zuurgehalte getest. Was oké, daarna nieuwe glasvliesmatten met epoxy eroverheen gelegd, strak geplamuurd, verfsysteem erop en alles weer pico bello. Binnen half jaar alles weer klaar.
R. Smook, via Zeilen Facebook-pagina

Heb zeven jaar geleden bewust een osmoseboot gekocht omwille van de lage prijs. Hotvac­behandeling en extra laten inpakken, waar­ door ik nu een super stevig schip heb voor een interessante prijs. R. Hendriksen, via Zeilen Facebook-pagina
Wil je het goed doen: schillen, spoelen en drogen, lamineren, Gelshield aanbrengen, en antifouling erop. Wil je het niet goed doen: plamuren en antifouling erop. Zoals gezegd, er is nog nooit een boot door osmose gezonken.
J. Emmer, via Zeilen Facebook-pagina

Osmosebehandeling als geldklopperij

Botte stelling: een osmosebehandeling is een schaamteloze vorm van geldklopperij. Wat maakt het uit dat de gelcoat een beetje bobbelt, de romp wordt er niet zwakker door het is hooguit een cosmetisch probleem. De mensen die geld verdienen aan behande­ lingen of aan de levering van producten voor behandelingen zijn, heel toevallig, namelijk altijd degenen die het hardst roepen dat er een probleem is. Zo, dat lucht op…
Uit een zeilerschatbox

Reeds in het begin van de jaren ‘80 hadden wij een Hurley 700 van 1978. Deze had na 4 jaar osmose. Gelcoat verwijderd en van okto­ ber t/m april buiten laten drogen en wekelijks spoelen met warm water. In april was het schip echter plaatselijk nog steeds erg nat (12­20%). We hadden geen zin het hele seizoen te wachten en ik bedacht het volgende: Op het bedrijf waar ik destijds werkte ver­ kochten we onder andere behangafstomers aan bouwmarkten. Met zo’n stomer heb ik gedurende 3 weken in de weekeinden op zater­dag en zondag het laminaat gestoomd. Na 4 weken was de vochtig­ heid gedaald tot 8­10%! Daarna het onderwaterschip met (toen nog te koop) 5 lagen epoxyteer behandeld. Vorig jaar kwam ik in de winterstalling in Monnickendam het schip weer tegen. Volgens de huidige eigenaar nooit meer osmose gehad!
Uit een zeilerschatbox

Omslagfoto: © Koos Blonk
Tekst: Rob Bijnsdorp

Last modified: 9 februari 2023
Sluiten