Navigatie

Wassende kaart

22:52

De wassende kaart is uitgevonden door de Belg Gerard Cremer (1512-1594), die zijn naam verlatiniseerde tot Gerard Mercator. Hij loste het projectieprobleem op van de weergave van een driedimensionale wereldbol op een platte, tweedimensionale kaart. Voor zeelieden was dit zeer bevredigend, want zij wilden op een kaart immers koersen als rechte lijnen weergeven, die de meridianen onder dezelfde hoek zouden snijden.

Een weergave op een platte kaart vertekent altijd de werkelijke verhoudingen op de wereldbol. Mercator koos ervoor de meridianen parallel af te beelden en wel op gelijke afstanden, zoals die op de evenaar gelden. In werkelijkheid wordt de afstand tussen de meridianen naar de polen toe steeds kleiner. Door de afstand tussen de meridianen gelijk te houden, wordt het mogelijk dat een rechte koerslijn alle meridianen onder een gelijke hoek snijdt.

Maar als de meridianen, in strijd met de werkelijkheid op de bol, parallel lopen, zal de afstand tussen de breedtecirkels naar de polen toe moeten toenemen om de afbeelding van de werkelijkheid geen geweld aan te doen. Ook dat is strijdig met de werkelijkheid op de wereldbol, maar de kaart blijft de werkelijkheid relatief zuiver weergeven. De afstand tussen de breedtecirkels neemt richting de polen dus toe. Een ouderwets woord voor toenemen, is ‘wassen’. Denk maar aan een oude uitdrukking als ‘een wassende maan’. De afstand tussen de breedtecirkels en daarmee de afbeelding van de lengte van de mijl ‘wast’ dus, al naar de afgebeelde werkelijkheid dichter bij de polen ligt.

Gebruikt men deze projectiemethode voor een wereldkaart, dan is het onvermijdelijk dat landen die dichter bij de polen liggen, veel groter worden afgebeeld dan landen die dicht bij de evenaar liggen. Zo wordt op zo’n kaart de grootte van Europa overdreven.

Last modified: 6 mei 2021
Sluiten