Klein is fijn: 8 zeilers over hun kleine boot

Waarom zou je eigenlijk groot zeilen als het ook klein kan? Een boot met bescheiden afmetingen biedt minstens net zo veel zeilplezier. Lees de verhalen maar van deze kleinebotenzeilers. Waarom kiezen zij voor een boot onder de 850 centimeter?

Size is in the eye of the beholder. Toen ik in 2012 mijn deftige vriendin, juriste bij een multinational, vroeg hoe groot het zeiljacht was dat we een half uur later zouden betreden, antwoordde ze achteloos: “De boot van Erik en Janine? Och, niet zo groot hoor. Een meter of twaalf.”
Mijn ogen plopten bijna uit hun kassen. “Jij noemt twaalf meter ‘niet zo groot’?!” Op dat moment begon ik sterk te vermoeden dat onze wegen zich snel zouden scheiden.

Boudewijn Geels (48).

Passende vriendin

Ik zou weer een boot gaan kopen, dat wist ik heel zeker. Want Geelsen hebben boten. Punt. Maar onder geen beding zou ik een bakbeest van twaalf meter aanschaffen. Daar had ik ook het geld helemaal niet voor. Het schip van haar vrienden had, zei mijn toenmalige geliefde met dezelfde achteloosheid, ‘een tonnetje of twee’ gekost. Als dat het referentiekader van je partner is, wat zal ze dan zeggen als je aan komt zetten met ene vijfdehands bootje van zeven meter? Mevrouw had er al moeite mee als ik mijn Mazda voor haar deur zette. Want in haar wijk prijkten op elke oprit een SUV én een hippe Mini Cooper.
Iedereen weet: als een relatie niet werkt, dan werkt-ie niet. Derhalve heb ik nu een andere vriendin. Eentje die mijn Friendship 22 hartstikke groot vindt. En potdikke, dat is hij ook! Hij is bijvoorbeeld veel groter dan de Van der Meulen-schouw van mijn in 1985 overleden vader. (Een speurtocht op internet leert dat de loodzware blank eikenhouten boot 5,25 meter lang moet zijn geweest, maar als kind vond ik het een knoeperd.) Mijn Friendship is ook groter dan de Kolibri 560 die mijn oom lange tijd bezat. Hij is ook oneindig veel luxueuzer, zeker vergeleken met pa’s open schouw.

Ruimte voor groei

Deze herintreder heeft het de afgelopen jaren rustig opgebouwd: eerst een Splinter 22 van 6,70 meter. Daarna volgde een terugslag: een Corribee 21 van 6,32 meter. Dat leek me groot genoeg, omdat alles wat in de Splinter in de weg zat – keukentje, wasbakje, kastje, toilet – uit de Corribee was gesloopt voor optimaal slaapcomfort. Maar ja, als je dan eenmaal lekker ligt, mis je toch dat keukentje, dat wasbakje, dat kastje en (vooral) dat toilet. Dus knalde ik vorig jaar door naar zeven meter, met een Friendship 22. Fijn schip. Makkelijk te hanteren, behoorlijk snel en alles erop, eraan en erin. Top!

Zeilen 09/2019

Ben je benieuwd naar de rest van de verhalen van kleinebotenzeilers. Bij welke boot had Clemens Kok (66) direct het gevoel ‘dit is ‘m’? En hoe is het om met een bootje van nog geen zes meter tegen ruim 35-40 knopen in te hakken? In Zeilen 09/2019 lees je de zeven andere bijzondere verhalen! Koop het nummer hier online in de webshop. De editie is ook tot en met woensdag 9 september verkrijgbaar in de winkel.

Omslagfoto en foto’s: Privéarchief geïnterviewden
Tekst: Boudewijn Geels